Het begon met kasten waar ijs in zat, waar je goederen in kon bewaren. Dat was een luxueus fenomeen, alleen de elite beschikte erover en noemde het een ijskast. Later werd het een kast met een machine erin die koelde. De industrie noemde het een koelkast, de elite bleef het woord ijskast gebruiken.
Omdat de ijskast vroeger nogal duur was, kon alleen de hogere klasse zich zo'n kast veroorloven. Met de komst van de koelkast kwam de mogelijkheid om goederen gekoeld te bewaren ook binnen bereik van de lagere klasse. Vandaar dat taalgebruikers op stand soms ijskast zeggen.
Schrijvers die besloten hoe ze het woord moesten spellen, hadden een spelling nodig die weergaf hoe het woord werd uitgesproken. Het woord simpelweg opdelen in de letters van de tweede lettergreep, frig, was problematisch omdat woorden die eindigen op de medeklinker g worden uitgesproken met een harde-g-klank : mug, beg, pig, etc.
IJskast en koelkast zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Frigo* wordt in België geregeld gebruikt, maar het is geen standaardtaal.
Wat kun je beter zeggen: ijskast of koelkast? Beide woorden zijn correct, en het ene is niet beter dan het andere. Koelkast is hooguit gebruikelijker dan ijskast. Een koelkast koelt etenswaren; er zit geen ijs in.
Terwijl de 'gewone man' juist toilet gebruiken om zich chique voor te doen, is dit voor mensen van adel maar heel burgerlijk. In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct. Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt. Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen.
In het geval van de ijskast is dat historisch te verklaren. Het begon met kasten waar ijs in zat, waar je goederen in kon bewaren. Dat was een luxueus fenomeen, alleen de elite beschikte erover en noemde het een ijskast.
Zowel de uitspraak 'oto' als de uitspraak 'auto' is goed. Alle hedendaagse woordenboeken vermelden beide uitspraakvarianten. De oudste Nederlandstalige bron waarin auto op schrift voorkomt, dateert uit 1899. Aanvankelijk was de uitspraak 'oto' het gebruikelijkst.
Een koelkast of frigo (in België informeel ook ijskast) is een apparaat voor het gekoeld bewaren van etenswaren en dranken.
Min of meer hetzelfde geldt voor je vriezer/diepvries. De woorden betekenen precies hetzelfde, maar dus iets essentieel anders dan je koelkast/ijskast: een diepvries of vriezer houdt je ijsjes bevroren (ook heel belangrijk!); de temperatuur hier is dus onder nul.
Omdat zowel de technologie als het jargon relatief nieuw waren, was het aan de schrijvers om de spelling te bepalen. Het is waarschijnlijk dat het woord werd veranderd van "frig" in "fridge" om de spelling van soortgelijke woorden met dezelfde klank te imiteren, zoals bridge, ledge, dodge, fudge en meer.
Citrusfruit zoals sinaasappels, ananas en citroenen hoeven niet per se in de koelkast. Je kunt het ongeveer 1 á 2 weken bewaren op je fruitschaal. Tomaat, paprika, komkommer, aubergine, courgette en avocado zijn voorbeelden van vruchtgroenten die je beter buiten de koelkast kunt bewaren.
Het woord "fridge" is een verkorte vorm van "refrigerator". Het woord "refrigerator" is eind 17e eeuw bedacht uit het Latijnse werkwoord refrigerare, wat "koelen" betekent. Het gebruik van "fridge" als informele term voor "koelkast" werd populair in de 20e eeuw, toen koelkasten een algemeen huishoudelijk apparaat werden ...
Het nagerecht - ook wel dessert of toetje - is een deel van het diner waarmee een maaltijd wordt afgesloten.
Binnen koelkasten zijn niet geschikt voor gebruik buiten, omdat ze de extreme temperaturen niet aankunnen. Een goede buitenkoelkast kan de temperatuur binnen stabiel houden, zelfs als het buiten erg warm of koud is.
Hoewel de alliteratieve namen Frigidaire of het voorloperwoord Frigerator suggereren dat het van het veelgebruikte Engelse woord fridge komt, is het simpelweg een samentrekking van refrigerator , een woord dat al sinds 1611 wordt gebruikt. Van 1919 tot 1979 was het bedrijf eigendom van General Motors.
Toelichting. Een keukenapparaat waarin men levensmiddelen en dranken koel kan bewaren, heet in de standaardtaal een koelkast of een ijskast. Koelkast is het gebruikelijkst.
Een French door koelkast heeft een breed koelgedeelte bovenin en een vriesgedeelte onderin. Omdat de ruimtes horizontaal verdeeld zijn, heeft een Amerikaanse koelkast met French doors geen tussenschot. Hierdoor heb je veel ruimte en bewaar je gemakkelijk een familieschaal pastasalade of een (plaat)pizza.
Het woord frigo vinden we vrijwel alleen in Nederlandstalig België. Iemand die Frans spreekt zou misschien verwachten dat frigo is afgeleid van réfrigérateur, zoals de koelkast in het Frans heet.
Paprika kan op twee manieren worden uitgesproken: 'pappriekaa' en 'paapriekaa'. De 'paa'-uitspraak is gebruikelijker, en is welbeschouwd iets logischer. Als je paprika in lettergrepen verdeelt, krijg je namelijk pa-pri-ka; de eerste a staat dus aan het einde van een lettergreep.
Wat is de juiste uitspraak van therapeut? Therapeut klinkt in België bijna altijd als [teeraPEUT].In Nederland zeggen de meeste mensen [teeraPUIT]. Beide uitspraken zijn juist.
Het woord 'auto' hebben we rond het eind van de negentiende eeuw overgenomen uit het Frans.Daar werd het uitgesproken als 'oto', en zo zeiden Nederlanders het dus ook. Nou ja, de Nederlanders die zich in die tijd een auto konden veroorloven – de elite, dus.
De meesten gebruikten vroeger dus ook het woord toilet. Simpelweg omdat het mooier klonk en het komt een stuk chiquer over. Aan de andere kant, en dat blijkt misschien wat tegenstrijdig, maar de adellijke kringen vonden het woord toilet vooral heel burgerlijk, en daarom zeiden ze dus liever WC.
Net zo conservatief is het gebruik van het begrip ijskast: wie ijskast zegt in plaats van koelkast laat zien dat zijn of haar familie al een ijskast had voordat de elektrische koelkast werd uitgevonden. IJskast is dus taalgebruik van 'oud geld'.
Zone 1 is het minst koud. Daar kan het zo'n 3°C tot 4°C warmer zijn dan de ingestelde temperatuur. Dit is de juiste plaats voor producten in pot, dranken, gebak, kaas, boter en eieren. Zone 2 is het koudste deel van de koelkast en de beste plek voor de bederfelijkste waren of producten die bacteriegevoelig zijn.