Varken en paard zijn dus onzijdig omdat ze (a) niet naar (volwassen) mensen refereren; en (b) bijna al wat niet naar volwassen mensen refereert geklasseerd wordt onder mannelijke, vrouwelijke of onzijdige substantieven op een arbitraire manier, zodat het geslacht hier alleen nog zijn tweede functie van "verbanden ...
De woorden 'merrie' en 'hengst' hebben wel het lidwoord 'de', omdat dit respectievelijk de vrouwelijke en mannelijke versie van de soortnaam 'paard' is. Op dezelfde manier is rund de algemene soortnaam voor koe en stier, waarbij koe de vrouwelijke versie van het rund is en dus met 'de' begint.
Diernamen als paard, konijn, schaap en varken zijn onzijdig. Naar die diernamen wordt verwezen met de onzijdige voornaamwoorden het en zijn. De mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden (hij, zijn; zij/ze, haar) kunnen wel gebruikt worden als de spreker het biologisch geslacht expliciet wil aangeven.
Anatomie. Het paard behoort tot de onevenhoevigen (Perissodactyla) en heeft per been slechts één teen.
De evolutie van het paard begon in Noord-Amerika. Vanuit daar zijn er een heleboel paarden naar Europa en Azië getrokken. In Noord-Amerika zijn de paarden na de laatste ijstijd uitgestorven. Toen had je alleen nog de paarden die in Europa en Azië leefden.
Het is gebruikelijk om te spreken van het hoofd van een paard. Het paard geldt als een 'edel dier'. Het edele paard heeft geen kop, poten en bek, maar een hoofd, benen en mond. Dat is geen 'taalregel', maar een gewoonte onder paardenliefhebbers die veel anderen hebben overgenomen.
Eohippus. Het eerste dier dat als paardachtige wordt onderscheiden is Eohippus (of Hyracotherium). Dat dier leefde ongeveer 55-50 miljoen jaar geleden en was zo groot als een vos met een hoogte van 25 – 45 cm. Achteraan was hij hoger gebouwd, hij had een lange staart en de achterpoten waren langer dan de voorpoten.
Een paard heeft geen bek, maar een mond. Geen kop, maar een hoofd.
Paarden kunnen zichzelf herkennen in spiegels en zelfs de meest intelligente paarden kunnen cijfers, kleuren en getallen herkennen. Sommige paarden zijn natuurlijk wel slimmer dan andere paarden. Net zoals bij mensen is nieuwe dingen leren makkelijker dan bij andere. Paarden kunnen de lichaamstaal van mensen lezen.
Een babypaard heet een veulen. Je hebt ook kleinere paardenrassen en die noemen we pony's. Een volwassen pony komt met zijn schoft (schouders) niet boven de 1,47 meter. Een paard is een hoefdier en wordt gemiddeld tussen de 20 en 25 jaar oud.
Zelfstandige naamwoorden hebben een woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus genoemd). Dat woordgeslacht bepaalt de keuze van het bepaald lidwoord en speelt ook een rol bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Een merrie is de benaming voor een vrouwelijk paard of dier dat behoort tot de familie van de paardachtigen (Equidae).
Een koe is een vrouwelijk rund en als moederdier een belangrijke producent van melk. Een melkkoe geeft in een lactatieperiode tussen de 5 en 60 liter melk per dag, gemiddeld 25 liter melk per dag. Een koe wordt gemiddeld 315 dagen per jaar gemolken.
Vergeleken met paarden zijn runderen (ossen) beter in het zwaardere trekwerk. Bijvoorbeeld van een kar of een ploeg. Ze hebben een krachtige nek en sterke schouders, en hun gespleten hoeven geeft ze een betere grip op een modderige ondergrond. Het zijn dus sterke trekdieren, maar geen goede rijdieren.
Voor mannelijke en vrouwelijke woorden komt namelijk altijd de, voor onzijdige woorden altijd het. Soms hebben woorden twee geslachten, bijvoorbeeld én mannelijk én vrouwelijk, of én vrouwelijk én onzijdig. Als het woord én onzijdig is én daarnaast mannelijk of vrouwelijk, kun je kiezen of je er de of het voor zet.
De hersenen van je paard liggen in de schedelholte en hebben een gewicht van 370 tot 600 gram. Ter vergelijking; de hersenen van een mens wegen ongeveer 1500 gram. De hersenen zitten complex in elkaar, de verschillende onderdelen hebben allemaal een andere functie en staan toch met elkaar in verbinding.
Geheugen als een olifant
Koeien kunnen dingen heel goed onthouden. De koeien weten precies wanneer het lente is en ze weer naar buiten mogen. Ze zien de boer wat draadjes verzetten, het looppad vrijmaken en ze weten 'We gaan naar buiten! '.
Een paard moet jou, als mens, leren vertrouwen en de tijd krijgen om jou te leren kennen. Jouw manieren, jouw stemgeluid, jouw reacties op de omgeving en op het paard zijn bepalend voor het opbouwen of afbreken van vertrouwen.
In elk geval alle evenhoevige dieren, zoals herten, runderen, schapen, geiten, varkens, egels, muizen en ook olifanten. Omdat men toch spreekt van 'Mond- en Klauwzeer', dan zullen ze wel een 'mond' hebben.
Ja die hebben ze, maar met een heel andere functie en vorm dan de mens. De enige gelijkenis met onze lippen is dat ze een beschermende cirkel van de mond vormen. Net zoals bij de mens heeft een hond een onder- en bovenlip. De bovenlip van de hond verschilt echter van ras tot ras.
Naargelang het soort dier, wordt gesproken van een muil, maar dan meestal ook bek, bij de zoogdieren en reptielen, een bek, onder andere bij vissen en de geleedpotigen, een snavel bij de vogels of mondwerktuig bij de insecten.
Veulen: Paard tot één jaar oud. Jaarling of Enter: Paard tussen de één en twee jaar oud. Twenter: Paard tussen de twee en drie jaar oud. Ruin: Gecastreerde hengst.
Waarom rusten paarden staand uit? In het wild moeten paarden altijd alert zijn op roofdieren. Als ze dan gaan liggen om te slapen, komen ze nooit op tijd weg als er een roofdier aan komt gesprint. Daarom hebben paarden een mechanisme dat zorgt dat ze ook staand kunnen rusten.
Het paard is van oorsprong wild, maar is door de mens gedomesticeerd (getemd). De paarden werden later ingezet als lastdier, voor het voeren van oorlogen, als vervoermiddel en op de boerderij voor bijvoorbeeld het ploegen en hooien.