Het werd vastgelegd in CENELEC-verband, waar men streefde naar een harmonisering van het lichtnet binnen Europa. Overigens was het niet zo dat er voor 1987 geen krachtstroom van meer dan 230 volt gebruikt werd. In die tijd werd in sommige landen zelfs een spanning van maar liefst 415 volt aangeboden.
Krachtstroom of draaistroom is de elektrische stroom die wordt gebruikt voor een aansluiting tussen twee of drie fasen van een driefasenenergiesysteem, in plaats van tussen één fase en het sterpunt. Krachtstroom wordt gebruikt omdat daar meer elektrisch vermogen mee kan worden overgedragen dan met het lichtnet.
Driefasenstroom werkt op 415 V, of 230 V per fase, wat is ontworpen voor bedrijven en panden met een hoog verbruik . Deze extra spanningscapaciteit zorgt ervoor dat energieverslindende producten kunnen werken zonder de maximale capaciteit van het pand te overschrijden.
Volgens de regel van cosinus is de spanning tussen twee fasen in een driefasensysteem 400 V in plaats van 660 of 690 V. Dit geldt alleen als er drie fasen zijn.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
De spanning tussen twee fasen in een driefasenvoeding is gelijk aan de fasespanning vermenigvuldigd met de faseverschuiving van 120 graden, of 1,73 . De netspanning is, zoals u vroeg, de spanning tussen twee fasen, 120° uit het gezicht. (Ongeveer 205V in de VS, en ongeveer 415V in Europa, Azië, enzovoort.)
De spanning tussen de fase en de aarde is 127 à 133 volt.
In een 3x400 V driefasensysteem is het spanningsverschil tussen elke fasedraad en de nul altijd 230 V, terwijl het spanningsverschil tussen twee fasedraden 400 V is . Hierdoor is het mogelijk om zowel het huis van 230 V te voorzien als machines die 400 V nodig hebben (bijvoorbeeld sommige opladers voor elektrische auto's).
Bij gebruik van de 3 fasen tegelijk bij een verbruiker, is er voorschrift dat de installatie, machine enz. de 3 fases gelijkelijk moet belasten, dan is er in principe geen nul nodig. Aangezien deze voorwaarde ook geldt voor hoogspanning, tussenspanning en middenspanning, is daar dan ook geen nul aanwezig.
De drie spanningen in een driefasenvoeding zijn niet in fase, maar staan in een hoek van 120 graden ten opzichte van elkaar . De vectoriële som van twee fasespanningen (zeg (RN + YN) spanning die RY spanning maakt) komt op sqrt3 maal 220V, wat 380V is.
Enkelfasig bij 415V of 240V. Enkelfasig bij 415V tikt u gewoon op de lijn van 2 fasen . Voor enkelfasig bij 240V moet u het neutrale of sterpunt vinden.
Driefasenstroom kan worden geleverd met verschillende voltages, maar in datacenters is de standaardvoltage die wordt gebruikt 415 volt. Een van de belangrijkste voordelen van driefasenstroom is de hogere efficiëntie vergeleken met eenfasesystemen. Omdat elke fase zijn eigen stroom draagt, is er minder algehele spanning op elke draad.
Enkel- en driefasennetvoedingsspanningen
De traditionele driefasen netvoedingsspanning was 415Vac en in Europa was de voedingsspanning 380Vac . Dit is geharmoniseerd naar 400Vac +10% tot -6%. De netvoedingsspanning kan variëren afhankelijk van het tijdstip van de dag, de lokale belasting en de distributieregelingen.
In een driefasenvoeding is de spanning die tussen twee fasen wordt gegenereerd 415V en 240V tussen een fase en een neutrale. De stroom gaat in cycli van 360°, zodat elke fase twee keer in één cyclus de piekspanning bereikt. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat de voeding continu is en nooit helemaal uitvalt .
Hoe de fasedraad wordt weergegeven in een aansluitschema is afhankelijk van het aantal fasen van de aansluiting. Bij een 1 fase aansluiting wordt de fasedraad aangeduid met de letter L. In een aansluitschema bij 3 fasen zijn er drie draden, deze worden aangeduid als L1, L2 en L3.
Heb je 230 Volt tussen fase en nul, en 400 Volt tussen de fasen, dan heb je een net 3 x 230/400Volt, dat is de enige echte benaming.Heb je geen nul, dan is het een 3x400 Volt net. Het wordt ook krachtstroom en draaistroom genoemd, maar dat heeft niets met de spanning te maken.
Bij eenfasebelastingen biedt de neutrale draad het retourpad voor de stroom, en bij gebalanceerde 3-fasebelastingen, omdat ze voldoen aan de bovenstaande criteria, gaan de stromen via lijnen naar binnen en keren ze terug, waardoor er 0A onevenwichtige stroom ontstaat . Er is dus geen neutrale draad nodig.
Omdat 220V wisselstroom is mag je de blauwe en de bruine, resp.nul en fase omdraaien. Goedemorgen Joop,Daar heb je gelijk in. Als het om wisselstroom gaat, dan is het toegestaan om de blauwe en de bruine draad om te draaien.
Een 230/400 of 400/690V motor is bedoeld voor een krachtstroomaansluiting. Deze zijn dus niet aan te sluiten op dat standaard stopcontact, maar alleen op een 3-fasen krachtbron. Hierbij staat het laagste voltage voor de toelaatbare spoelspanning, wat belangrijk is voor hoe we de motor kunnen aansluiten.
Laagspanning is de veel gebruikte spanning van 230V en 400V. Denk aan het stopcontact, een schakelaar, de aansluiting van een lamp etc. lichaam die direct dodelijk kan zijn. ernstige brandwonden kan zorgen.
Hoewel 110V gereduceerde laagspanning nog steeds de meest gebruikte spanning is voor tijdelijke verlichting en draagbaar elektrisch gereedschap op Britse bouwplaatsen, wordt op veel locaties ook veel gebruikgemaakt van 400V-stekkerstroom om mobiele apparatuur zoals lasapparatuur, mortelsilo's, ontwateringspompen en andere zware apparatuur van stroom te voorzien .
Hoewel de door B Dunham getoonde verbindingen op dit formulier bestaan, is een meer gebruikelijke Amerikaanse verbinding 208 V lijn-naar-lijn, of 120 V lijn-naar-neutraal. 240 V driefase bestaat wel . Het is gebruikelijk in sommige delen van de wereld.
Omdat NG-spanningsproblemen worden veroorzaakt door interne bedradingsproblemen , is de beste manier om het probleem op te lossen om te zorgen voor een goede elektrische distributie in het gebouw. Laat een erkende elektricien het aftakcircuit naar uw apparatuur opnieuw bedraden om een onafhankelijke, speciale set draden van de stroomonderbreker naar het stopcontact te bieden.
Een nul die vastzit aan de meterkast is in princiepe spanningsloos, maar kan door de weerstand in de draad en een grote stroom toch wat spanning over staan. De nul die komt van een apparaat voer wel spanning als deze niet aan de meterkast vast zit.
Onder invloed van Edison is in de Verenigde Staten gekozen voor circa 110 V bij 60 Hz, terwijl onder invloed van onder andere Siemens in Europa is gekozen voor 220 V bij 50 Hz. Voorheen was er meer variatie. Tot in de jaren zestig kwam in Nederland en België zowel 127 V als 220 V voor.