Wanneer de luchttoevoer bijna volledig gesloten is en er niet zoveel zuurstof bij kan, zie je een gele vlam. De moleculen in het aardgas reageren dan met minder zuurstofmoleculen dan mogelijk is. Zo krijgen we een onvolledige verbranding. Daarbij ontstaat roet, koolstofmonoxide (CO) en water.
Zijn de vlammen van gastoestellen (geiser, kaskachel, cv-ketel, fornuis) niet blauw maar oranje of geel, of hoort u vreemde geluiden, neem dan contact op met een erkend installateur. Gele of oranje vlammen duiden op een probleem waarbij koolmonoxide kan vrijkomen. Houd u aan de gebruiksaanwijzing van toestellen.
Vocht in de lucht, maar ook stof of andere partikels kunnen de vlam van een kookbrander oranje kleuren. CO kleurt de vlam geel. Soms zie je bij een vlam van een kookbrander gele tippen en soms zelfs een koolstofslier (roet) ervan afkomen. CO ontstaat als een vlam afkoelt, bijvoorbeeld door een pandrager.
Een vlam is onderop blauw. Het midden is wit en rondom de vlam is het geel. Deze kleuren worden bepaald door de temperatuur van de vlam. Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm.
De blauwe vlam ontstaat wanneer de luchtschijf iets open gedraaid is. De verbranding is nu wel volledig. Er ontstaan geen roetdeeltjes die de vlam geel kleuren. We zeggen de vlam is kleurloos, in werkelijkheid zie je een lichte blauwe gloed.
Om lichtgroene vlammen te maken gebruik je borax. Om groene vlammen te maken gebruik je aluin. Om oranje vlammen te maken gebruik je natriumchloride. Om paarse vlammen te maken gebruik kaliumchloride.
Gele vlam of pauzevlam
Deze gele vlam wordt ook wel pauzevlam genoemd. Je stelt de brander in op de pauzevlam als je de brander tijdelijk niet gebruikt. De gele vlam is niet geschikt om voorwerpen te verwarmen omdat er roet vanaf komt. De voorwerpen zouden dan vies en zwart worden.
In de gele lichtgevende zone is de temperatuur van de vlam ongeveer 1200°C. De kaars dankt haar toepassing als lichtbron aan de onvolledige verbranding van het kaarsvet in deze zone.
De temperatuur van een magma of lava hangt af van zijn samenstelling, en kan variëren tussen iets minder dan 600 °C en 1250 °C. Basaltisch magma/lava is de meest voorkomende soort en kent ook de hoogste temperaturen: ongeveer 1000 - 1250 °C. Magma's met een andere samenstelling zijn iets minder heet.
Wetenschappers hebben een temperatuur van vier biljoen graden Celsius gecreëerd in een laboratorium. Dit is 250.000 keer heter dan de temperatuur in het centrum van de zon.
Het blauw net onder het wit is het heetst. Rnd 1200 celsius.
Aan het vlammetje in een cv-ketel kunt u zien of de ketel zuurstofgebrek heeft. Een geel-oranje vlam in het toestel wijst op te weinig zuurstoftoevoer. Bij een goede verbranding is de vlam mooi blauw.
Controleer regelmatig of u goed stookt.
Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt er op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt op een niet volledige verbranding.
Met de luchttoevoer gesloten krijg je een gele vlam. Zet je de luchttoevoer volledig open, dan krijg je een blauwe vlam.
Dit zijn bijvoorbeeld sommige metalen, zoals staal en titanium en kristallen van kwarts of zirkoon.
Lange tijd heeft men gedacht dat dit magma uit de aardmantel afkomstig was. Er zijn nu echter aanwijzingen dat dit materiaal uit een tot nu toe voor onmogelijk gehouden diepte komt: het grensvlak tussen aardmantel en kern, zo'n 3000 km diep. Het vulkanisme van Hawaii is een gevolg van een zogeheten mantelpluim.
Temperatuur. De temperatuur van een vlam varieert, meestal is dat tussen de 300° en (bijvoorbeeld bij een autogeenbrander) 3100° Celsius. Als materie zo heet wordt dat het begint te gloeien, dan ontstaan er gassen die vervolgens kunnen oxideren.
Vuur heeft geen schaduw, omdat vuur licht manifesteert en duisternis verdrijft. De boodschap: zend licht uit en duisternis verdwijnt.
Een te lange lont heeft als gevolg dat je een wild wapperende vlam krijgt en je kaars sneller opbrandt. Dat zou jammer zijn natuurlijk. Na een paar uur branden is het mogelijk dat je lont terug langer is geworden, in dat geval kan je voor je de kaars opnieuw aansteekt de lont best even trimmen.
Vuur is een bijeffect van brand. De vlammen die je ziet zijn een heet gas dat voornamelijk bestaat uit zuurstof- en stikstofmoleculen in de lucht en de koolstofdioxide en waterdamp die gevormd worden bij de brand. De kleur van de vlam hangt af van de temperatuur van het gas.
pauzevlam of kleine gele: gasknop bijna dicht en luchtschijf helemaal dicht. kleine blauwe vlam: gasknop bijna dicht en luchtschijf een heel klein beetje open. grote blauwe vlam: gasknop open en luchtschijf een heel klein beetje open. ruisende blauwe vlam: gasknop open en luchtschijf open.
Reacties. Het vuur van een aansteker is een vlam. Een vlam is de kleinste vorm van vuur en varieert tussen de 300 - 1000 graden celcius. Het binnenste blauwe gedeelte van een vlam is het altijd het heetste en het buitenste gele gedeelte het minst heet.
Het ontsteken van vuur gebeurt met warmte. Deze warmte moet zo erg zijn, dat brandstof en de aanwezige zuurstof ontbranden. Als dit het geval is, vatten de brandstof en zuurstof vlam en verspreid de brand zich. Vuur is dus heet, omdat hitte nodig is om de brand te ontsteken en om de brand te laten branden!
Het geel van een vlam zijn gloeiende koolstofdeeltjes. Die zijn er alleen als er geen volledige verbranding is. Het blauw of soms beetje groen is de kleur van de volledige verbranding van koolwaterstoffen, waar nog een kleine verontreiniging van metalen in zit.
Vuurwerk dankt zijn mooie kleurtjes aan de verschillende metaalzouten die door verhitting bepaalde vlamkleuren veroorzaken. Zo krijg je een groene kleur bij boraten, kleurt een vlam met koper blauwgroen, levert strontiumchloride een rode kleur op en geeft kalium een paarse vlam.