Technisch lezenDyslexie belemmert het vlot leren lezen. De meeste kinderen met dyslexie leren uiteindelijk wel lezen, maar blijven trager lezen. Ze moeten er meer energie in steken en zijn sneller afgeleid dan de gemiddelde lezer. Dat gaat vaak ten koste van het begrijpen van wat je leest.
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend.
Jeugdigen met dyslexie hebben vooral moeite met de spelling, het aanleren en toepassen van grammaticale regels en structuren en het zien van overeenkomsten en verschillen tussen de eigen taal en de vreemde taal.
Bij mensen met dyslexie kan er een 'stoornis' (zo noemen we dit in het medische model) zijn met het automatisch verwerken van informatie die via de kanalen van de ogen en oren naar de hersenen gaat. Dit wordt het automatiseringstekort genoemd en heeft betrekking op verwerkingsprocessen in de hersenen.
Mensen met dyslexie hebben vaak een sterk ontwikkeld visueel geheugen. Dit helpt om innovatief en creatief te denken. Ook leggen ze sneller verbanden en leren ze om zichzelf op een andere manier uit te drukken dan met taal.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Op hele jonge leeftijd dyslexie herkennen kan moeilijk zijn. Er kunnen al wel een aantal signalen zijn, zoals allergisch lijken te zijn voor boeken, slecht versjes kunnen onthouden, moeite met het verschil van links en rechts en moeite hebben met de namen van kleuren.
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
Bij meer dan 50 procent van de kinderen met dyslexie is er in meerdere of mindere mate sprake van comorbide problematiek. De meest voorkomende combinaties zijn: dyslexie en AD(H)D (aandachtsstoornis) dyslexie en ASS (autisme-spectrum-stoornis)
Soms is een functiebeperking goed te zien, maar meestal valt de functiebeperking niet op, bijvoorbeeld bij dyslexie, ADD, ADHD, autisme of een psychische aandoening. Er zijn voorzieningen om het studeren te faciliteren.
Naast problemen met het spellen en lezen van woorden hebben volwassenen met dyslexie ook problemen met kort onthouden en aanleren van de volgorde van letters in een reeks. Dit is onderzocht door de Universiteit Gent. De rol van het geheugen werd onderzocht bij leesproblemen.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Dyslexie kan je niet genezen. Maar je kan het wel op verschillende niveaus aanpakken, om zo meer zelfvertrouwen te krijgen en zelfstandig te kunnen werken. De extra begeleiding van gespecialiseerde logopedisten en orthopedagogen, richt zich op lees- en spellingsvaardigheden.
Leerlingen met dyslexie ervaren daarbij altijd een hoge tijdsdruk. Ze hebben meer tijd nodig om gecompliceerde opdrachten te verwerken en komen aan het beantwoorden van vragen soms niet toe, terwijl ze het antwoord wel weten. Dat kan tot frustratie en andere sociaal-emotionele problematiek leiden.
Uit zulk onderzoek is gebleken dat dyslexie meer voorkomt in Engeland dan in Italië.
visuele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen en begrijpen van teksten. auditieve dyslexie: veroorzaakt moeite met het interpreteren en het begrijpen van geluid. attentionele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen van woorden in zinsverband, doordat er te veel woorden en letters zichtbaar zijn.
Besef van ik en tijd. Voor kleine kinderen is het moeilijk om gebeurtenissen en informatie bewust te onthouden. Dit komt omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, zeker in het eerste levensjaar. Eigenlijk komt het erop neer dat de hersenen nog moeten rijpen, voordat ze iets kunnen onthouden.
Het lezen verloopt niet geautomatiseerd en kost veel energie. Deze kinderen zijn dan ook vaak vermoeid op school. Vaak worden de problemen pas opgemerkt tijdens de middelbare schoolperiode, als de hoeveelheid tekst die verwerkt moet worden te groot wordt om te kunnen compenseren. We noemen dit verborgen dyslexie.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Dyslectici zijn rechts dominant in het denken, net zoals velen ook met hun hand, voet, oog en oor rechts dominant zijn. Linkshandigheid komt onder dyslectici echter vaker voor dan bij niet-dyslectici.
Vaak wordt aangeraden om een een schreefloos lettertype (zoals Arial of Calibri, 12 punts) te gebruiken en iets meer ruimte tussen de tekstregels toe te passen.
Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan: Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk. Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen. Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord.