Alvleesklierkanker behoort tot de meest agressieve en moeilijkst te bestrijden kankersoorten met de hoogste sterftecijfers. Dat heeft te maken met de lastige bereikbaarheid van een tumor in de alvleesklier en het grote risico van verspreiding van kankercellen bij chirurgisch ingrijpen.
Alvleesklierkanker en eierstokkanker zijn moeilijk te behandelen omdat ze vaak laat ontdekt worden. De tumor is dan te groot om te verwijderen. Of hij is al uitgezaaid. Omdat mensen met zo'n tumor vaak niet meer lang leven, is het moeilijk om daar goed onderzoek naar te doen.
De kanker kan leiden tot een verstoorde voedselvertering door ophoping van gal in de galwegen, galblaas of lever. Door de kanker kan ook diabetes mellitus (suikerziekte) ontstaan. Een tumor in de kop van de alvleesklier kan leiden tot afsluiting van de grote galbuis.
Alvleesklierkanker is een ernstige ziekte die vaak pas laat wordt ontdekt. Vaak zit de tumor er al een tijd voordat iemand klachten krijgt. Als cellen in de alvleesklier ongecontroleerd gaan delen, kan er een kwaadaardige tumor ontstaan. Zo'n tumor heet alvleesklierkanker of pancreascarcinoom.
Een operatie in combinatie met chemo(radio)therapie is de enige mogelijkheid om alvleesklierkanker volledig te genezen.
Door late diagnose en uitzaaiingen is een behandeling vaak al te belastend voor zieke en verzwakte patiënten. Meer dan de helft van alle patiënten is slechts 4 maanden na diagnose al overleden. Bijna alle patiënten die deze diagnose krijgen, zullen er ook aan overlijden.
Bij meer dan de helft van de patiënten met alvleesklierkanker is de ziekte bij het stellen van de diagnose al zo ver gevorderd (stadium vier), dat een jaar later nog maar tien procent in leven is. Probleem is dat een tumor in de alvleesklier er vaak al een hele tijd zit voordat een patiënt er last van krijgt.
De vijfjaarsoverleving van alvleesklierkanker is minder dan 5 procent. Daarmee heeft alvleesklierkanker, zeker in vergelijking met andere kankersoorten, een slechte prognose. Patiënten die de diagnose krijgen zijn vaak ouder dan 70 jaar. Bij meer dan de helft van de patiënten is de tumor al uitgezaaid tijdens diagnose.
Vijf jaar na de diagnose leven nog ongeveer 5 van de 100 mensen. De beste overlevingskansen zijn als de tumor met een operatie verwijderd kan worden, in combinatie met chemotherapie behandeling.
Een jaar na de diagnose alvleesklierkanker zijn ruim 6 van de 10 (60%) patiënten nog in leven als zij stadium I alvleesklierkanker hebben. Van de mensen die bij de diagnose stadium IV alvleesklierkanker hebben, is slechts 1 van de 10 (10%) patiënten na 1 jaar nog in leven en slechts 5% is nog in leven na 3 jaar.
Als alvleesklierkanker uitzaait, is dat meestal eerst naar de lymfeklieren die in de buurt van de alvleesklier liggen.Ook zaait alvleesklierkanker vaak uit naar de lever, de longen of naar de buikholte.
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker. De pijn ontstaat doordat de tumor drukt op organen en zenuwen in de omgeving. De pijn kan constant aanwezig zijn of met tussenpozen. Vaak is de pijn erger na het eten of wanneer je even gaat liggen.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Er is geen duidelijke oorzaak van alvleesklierkanker. Sommige mensen hebben wel meer kans om alvleesklierkanker te krijgen. Meestal is het niet duidelijk waarom je alvleesklierkanker krijgt.
Zeldzame alvleesklierkanker
De ziekte komt het meest voor bij mannen en vrouwen tussen de 35 en 70 jaar, gevolgd door mannen en vrouwen van boven de 70 jaar. Zeldzame alvleesklierkanker wordt vaak gediagnosticeerd in een vroeg stadium (stadium I of stadium II).
U krijgt verschillende onderzoeken, zoals een echografie en een CT-scan. Soms neemt de arts ook cellen af om te laten onderzoeken onder een microscoop (een punctie). Alvleesklierkanker kan soms weggehaald worden met een operatie. Meestal is een operatie niet mogelijk.
Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis)
Pancreatitis uit zich door pijn in de bovenbuik met uitstraling naar de rug. Soms is er ook sprake van een opgezwollen buik, misselijkheid, overgeven, koorts en een snelle hartslag.
Na een operatie is de kans wel groot dat de alvleesklierkanker toch nog terugkomt. Voor of na de operatie kunt u voor chemotherapie kiezen. Soms kunt u voor de operatie chemotherapie en bestraling krijgen. Chemotherapie maakt uw kans om langer te leven groter.
Overlevingskansen. Alvleesklierkanker is zonder behandeling zeer dodelijk: de gemiddelde overleving na diagnose bedraagt zo'n 4 tot 6 maanden. Slechts 1 op 5 patiënten komt in aanmerking voor een behandeling om de kanker te genezen.
De expertisecentra voor alvleesklierkanker zijn:
Amsterdam UMC. Catharina Ziekenhuis, Eindhoven. Erasmus MC, Rotterdam. Isala, Zwolle.
De gemiddelde leeftijd bij diagnose is 65 jaar; 80% van de patiënten is tussen 60 en 80 jaar. Op een leeftijd jonger dan 45 jaar is alvleesklierkanker zeldzaam, maar wel mogelijk. Alvleesklierkanker komt mogelijk iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij niet-rokers zijn deze verschillen echter gelijk.
Daarna duurt het gemiddeld 6,8 jaar voordat de cellen van deze tumor zich uitzaaiden. Over het algemeen sterven patiënten binnen drie jaar nadat de uitzaaiing heeft plaatsgevonden. De wetenschappers stellen dan ook vast dat een tumor soms wel twintig jaar lang groeit voordat de patiënt ziek wordt.
Alcohol. U krijgt het dringende advies om geen alcohol te drinken. Onderzoek heeft aangetoond dat elke dag meerdere glazen alcohol drinken een verhoogde kans geeft op alvleesklierontsteking. Om alvleesklierontsteking te voorkomen is het belangrijk dat u matig bent met alcohol.
Voorbeelden van kankervormen met een slechte prognose zijn slokdarmkanker en longkanker. Bij deze kankersoorten leeft minder dan 30 procent van de patiënten langer dan vijf jaar na de diagnose. Bij alvleesklierkanker is vijf jaar na de diagnose slechts 5 procent van de patiënten nog in leven.
Het pancreascarcinoom kan niet in het bloed aangetoond worden en tumormarkers in het bloed hebben helaas maar beperkte waarde bij het stellen van deze diagnose.