Mensen met dementie huilen snel of voelen zich opgejaagd. Die emoties mogen er gewoon zijn. Benoem gevoelens die je ziet of hoort: "Ik zie dat u blij/bang/verdrietig bent".
Iemand met dementie kan meestal niet goed tegen absolute stilte. Op die momenten ontstaat er onrust, met roepen, wriemelen en kloppen. Vaak lopen of zitten mensen met dementie op de gang, omdat daar van alles gebeurt. Het kijken naar een langzame ouderwetse film of natuurfilm is vaak ook een aangename bezigheid.
Sommige mensen met Lewy body dementie (LBW) ontwikkelen een symptoom genaamd pseudobulbar affect (PBA), wat kan leiden tot oncontroleerbaar huilen of lachen . Ongeveer 20-30% van de mensen met dementie krijgt de diagnose LBD.
In de laatste levensfase van dementie gaan het geheugen en begrip verder achteruit. De persoon met dementie kan niet meer goed communiceren. Ook dagelijkse activiteiten kosten veel moeite, zoals eten, wassen en aankleden. Daarnaast kunnen er lichamelijke problemen zijn.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
Wees geduldig en probeer je frustratie niet te laten blijken.
Praat rustig.Luister naar de zorgen van de persoon en vermijd ruzie.Stel de persoon gerust dat hij/zij veilig is en dat jij er bent om te helpen.
Uiteindelijk overlijden veel mensen aan een ernstige beroerte of hartinfarct. De gemiddelde levensverwachting bij frontotemporale dementie (FTD) is zes tot acht jaar. Door hersenbeschadiging krijgen mensen last van fysieke aandoeningen zoals slikproblemen.
Om in aanmerking te komen, moet de levensverwachting van een patiënt met dementie in het eindstadium zes maanden of korter zijn , zoals vastgesteld door een arts. Laat echter geen vragen die u hebt over deze kwalificatie of de criteria voor hospice-geschiktheid u ervan weerhouden om te bellen voor hospice-diensten.
Fase 7: bedlegerig
Het bewustzijn is verdwenen. Hij/zij reageert niet meer (merkbaar) op anderen.
Iemand met dementie wisselt vaak plotseling van stemming. Het ene moment is diegene heel vrolijk, het andere moment opeens verdrietig of boos. Zonder dat iemand zelf echt weet waardoor. Smoesjes, uitvluchten en fantasieverhalen.
Deskundige uitleg: Mensen met dementie kunnen last hebben van verlatingsangst, wat betekent dat ze zich onzeker en angstig voelen als er niemand bekenden om hen heen is . Omdat mensen met dementie vergeetachtig zijn, vergeten ze dat ze eerder hebben gebeld of dezelfde vragen hebben gesteld, zelfs 5 minuten geleden.
Mensen met dementie ervaren veranderingen in hoe ze dingen waarnemen. Dit omvat mispercepties en misidentificaties, hallucinaties, waanideeën en tijdverschuivingen .
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Achterdocht is een van de eerste gedragsveranderingen bij dementie. Uw naaste raakt in de war omdat hij/zij situaties niet goed meer kan inschatten. Uw naaste raakt spullen kwijt en herkent anderen niet meer. Doordat grip op de wereld verminderd, kan achterdocht ontstaan.
Bij verbale agressie kan het gaan om schreeuwen, vloeken, maar ook om het maken van denigrerende opmerkingen. Dit komt voornamelijk door frustratie die speelt bij dementie. Hier is vooral sprake van wanneer ouderen zich nog in het beginstadium bevinden, en zich bewust zijn van het feit dat de ziekte ze verandert.
Dramatische persoonlijkheidsveranderingen zoals dwalen, verdwalen of wantrouwen jegens familieleden, komen vaak voor. Velen kunnen zich geen naaste familieleden herinneren, maar weten dat ze bekend zijn. De duur van fase 6 is ongeveer tweeënhalf jaar .
Het ziekteverloop van Lewy body dementie is nog niet heel duidelijk. Dat komt doordat de ziekte nog niet zo lang bekend is. De symptomen lijken in veel gevallen op die van ziekte van Alzheimer en Parkinson. Maar iemand met Lewy body dementie gaat meestal sneller achteruit dan iemand met alzheimer.
Vaak wordt gedacht dat het dan ook om de laatste dagen van iemands leven gaan. Maar dat is lang niet altijd zo: de palliatieve fase bij dementie kan wel 6 tot 8 jaar duren. Dat is dus een lange periode, waarin heel veel is veranderd. Niet alleen in het leven van uw naaste met dementie, ook in uw eigen leven.
Laatste fase alzheimer
De persoon herkent bekende voorwerpen, mensen of plekken niet meer. Ook plekken die heel bekend waren of mensen die heel dichtbij staan. Verder kan iemand in de laatste fase van de ziekte van Alzheimer: moeite krijgen met kauwen en met slikken.
Bij mensen die gaan sterven is een stokkende en onregelmatige ademhaling meestal een teken dat de dood snel dichterbij komt. De ademhaling valt dan regelmatig stil om daarna met een diepe zucht weer op gang te komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, soms wel tot een halve minuut.
Frequent en lang slapen overdag komt veel voor bij de ziekte van Alzheimer. Dat komt doordat stoornissen in de hersenen het slaap-waakritme ontregelen. Amerikaanse onderzoekers gingen na of middagdutjes een aanwijzing kunnen zijn om later de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen (1).
Veel mensen met dementie worden rusteloos en kunnen wiebelen of heen en weer lopen . Ze kunnen constant hun handen wringen, aan hun kleding trekken of zichzelf op ongepaste wijze aanraken in het openbaar. Dit kan komen door pijn of ongemak, behoefte aan het toilet, behoefte aan meer fysieke activiteit of problemen met hun omgeving.
Kenmerken van dementie
gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen;problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.