Bij hartfalen is de pompfunctie minder goed: uw hart kan het bloed niet goed meer rondpompen. Organen krijgen hierdoor minder bloed, bijvoorbeeld de nieren. De nieren gaan als reactie zout en vocht vasthouden. U kunt hierdoor bijvoorbeeld dikkere buik of enkels krijgen.
Vochtophoping wordt vaak veroorzaakt door een te hoge druk in de kleine bloedvaten, die op zijn beurt weer kan worden veroorzaakt door een hartziekte. Maar vochtophoping kan ook andere oorzaken hebben: de waterdruk in het bindweefsel rond de bloedvaten kan te laag zijn of de vaatwand kan te makkelijk vocht doorlaten.
Bij hartfalen pompt uw hart minder goed. Uw bloed wordt minder goed door uw lichaam gepompt. De organen en spieren in uw lichaam krijgen daardoor minder bloed. En dus ook minder zuurstof en minder voeding uit het bloed.
Hartfalen is niet te genezen. Bij hartfalen is het moeilijk te voorspellen hoe uw ziekte zal verlopen. De meeste mensen krijgen langzaam steeds meer klachten. Soms kunnen de klachten een tijdje veel erger worden en dan weer minder.
Onderzoek wijst uit dat de mediane levensverwachting vijf jaar bedraagt (dan is nog 50% van alle patiënten in leven). Van de patiënten met zeer ernstig hartfalen overlijdt bijna 90 procent binnen een jaar.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Bij de behandeling van hartfalen proberen we het overtollige vocht uit uw lichaam te laten verdwijnen. En daardoor het hart minder te belasten. Het is daarom heel belangrijk dat u niet te veel vocht binnen krijgt: maximaal 2000 ml per dag. Het vocht van vla, yoghurt en soep telt hierbij ook mee.
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart. Voorbeelden zijn bisoprolol, carvedilol en metoprolol. Angiotensine-II-blokkers verbeteren mogelijk de pompkracht van het hart.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).
Fruit. Veel fruit eten draagt bij aan een gezond hart. Vooral kersen en blauwe bessen zitten vol met antioxidanten, zoals vitamine E en C. Ook andere vruchten bevatten veel van deze stoffen.
Bij vochtophoping houdt het lichaam te veel vocht vast waardoor zwelling ontstaat van, met name de benen, handen en buik. De zwelling ontstaat doordat het vocht op die plaats niet via de bloedsomloop kan worden afgevoerd. Vochtophoping kan onschuldig zijn, maar het kan ook wijzen op een hartziekte zoals hartfalen.
Vaak plassen `s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
Chronisch hartfalen komt vaak voor. Symptomen verschijnen langzaam in de loop der tijd en worden geleidelijk erger. Als symptomen, zoals kortademigheid, in een korte tijdsperiode erger worden bij een patiënt met chronisch hartfalen, dan noemen we dit een episode van acute decompensatie.
Bij ontstekingsprocessen zullen weefselontstekingsmediatoren (histamine) de capillairen meer doorlaatbaar maken, waardoor vocht zal uittreden uit de bloedbaan. Bij een verhoogde veneuze druk zal de capillaire druk toenemen, waardoor de capillaire doorlaatbaarheid toeneemt en oedeem in de benen ontstaat.
Beweeg voldoende.
Bewegen stimuleert de doorbloeding, waardoor je lichaam minder vocht vasthoudt. Drink dranken met een vochtafdrijvend effect, zoals gemberthee, groene thee of thee van paardenbloem, brandnetel of peterselie. Eet voldoende groenten met een vochtafdrijvende werking, zoals citroen, venkel en asperges.
Bij pericarditis zit er vaak meer vocht in het hartzakje dan normaal. Als het te veel wordt is dit gevaarlijk. Het hart kan zich dan minder goed vullen met bloed en pompt niet meer goed. Dit heet tamponade.
Klachten bij hartfalen
De klachten die u merkt, zijn vooral kortademigheid en kriebelhoest. Ook bij zitten en liggen kunt u kortademig worden. Misschien slaapt u op meerdere kussens om wat meer lucht te krijgen. Als het hart minder goed pompt, komt het lichaam zuurstofrijkbloed te kort.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Een nadeel van plaspillen is dat u te veel kalium kunt verliezen. Spiercellen hebben juist kalium nodig voor de geleiding van elektrische prikkels. Er zijn speciale plaspillen die ervoor zorgen dat u niet te veel kalium verliest. Vaak krijgt u plaspillen in combinatie met andere medicijnen, zoals bloeddrukverlagers.
Studie waarschuwt voor langdurig gebruik van pijnstiller paracetamol: 'Vooral oppassen bij bloeddruk- en hartpatiënten' Mensen met een hoge bloeddruk die langdurig gebruik maken van paracetamol zouden hun risico op hartaanvallen en beroertes kunnen verhogen, zo suggereert een studie.
Vertel dit altijd aan de cardioloog, want sommige medicijnen kunnen hartfalen verergeren. Let bijvoorbeeld op bij pijn en ontstekingen: Gebruik geen ontstekingsremmers, zoals ibuprofen en diclofenac. Deze middelen kunnen het hartfalen erger maken.
Cardiotraining kan de gevolgen van hartfalen beperken. De klachten verminderen en dat verbetert de kwaliteit van leven. Bij hartfalen is het hart niet in staat voldoende bloed toe te voeren naar de weefsels. De pompfunctie is verminderd.
Door roken kan het bloed minder zuurstof vervoeren. Bij hartfalen heeft het hart al moeite om voldoende bloed rond te pompen. Door te roken belast je het hart nog meer. Roken is bovendien een risicofactor voor het krijgen van een (volgend) hartinfarct.
Soorten medicijnen
Meestal krijg je een ACE-remmer en een bètablokker. Deze medicijnen verlagen de bloeddruk en voorkomen dat het hart verder achteruit gaat. Daarbij verbeteren deze medicijnen mogelijk de pompwerking van het hart. Als je vocht vasthoudt krijg je plastabletten(diuretica).