De naam barok is waarschijnlijk afgeleid van het Portugese woord 'barucca', waarmee een bijzondere soort parels wordt aangeduid met een zeldzame scheef afgeronde vorm. In de achttiende eeuw werd in Frankrijk iedere kunstvorm 'baroque' genoemd, die niet aan de classicistische smaak van die tijd beantwoordde.
Het woord barok komt van het Portugese barroco, wat 'onregelmatig gevormde parel' betekent. Er wordt ook verondersteld dat het uiteindelijk terug te voeren is op het Italiaanse barocco, een term waarmee middeleeuwse filosofen een obstakel in de logica beschreven.
De barok heeft zijn oorsprong in Italië, waar rond 1600 Caravaggio met grote lichteffecten meer dramatiek in zijn werk probeert te krijgen. Zijn realistische stijl wordt snel populair en vindt navolgers in heel Europa.
Je kunt daar allerlei woorden voor gebruiken: zwierig, triomfantelijk, theatraal feestelijk, uitbundig, sensueel, overvloedig tot soms zelfs 'overdreven'… In religieuze gebouwen lijkt het alsof de kerk wil laten zien hoe ze triomfeert en vol levensvreugde zit. Alsof een kerk de hemel op aarde is.
In de muziek omvat de Barok de periode van ca. 1600 tot 1750. De Barok volgde op de Renaissance.
In de Renaissance werden figuren in de schilderkunst in een denkbeeldige driehoeks/ovaal-compositie gerangschikt, dit werd als evenwichtig en harmonieus ervaren. In de barok was er echter sprake van een feestelijke en uitbundige stijl en actie die de schilders probeerde vast te leggen.
De stijl die tussen 1600 en 1750 beeldende kunst en architectuur overheerste, wordt aangeduid met 'barok'. Kenmerkend voor de barokstijl zijn draaibewegingen, sterke licht-donkercontrasten en andere theatrale effecten om de toeschouwer in vervoering te brengen. De naam ontstond eind 18de eeuw.
Ze werden opdrachtgevers van een wereldlijke schilderkunst die bloeide als nooit tevoren. De barok volgt de renaissance op. Er zijn een aantal grote verschillen in benadering van de kunsten, maar ook overeenkomsten tussen beide stromingen.
De barok volgt de renaissance op en gaat later over in de rococo en het classicisme. De barokstijl verspreidt zich over heel Europa, maar ook over de Europese koloniën. Het woord barok komt waarschijnlijk van het Portugese woord "barocco", dat "onregelmatig gevormde parel" betekent.
De rococo is een Europese stijlperiode in de beeldende en toegepaste kunsten, die haar hoogtepunt beleefde tussen 1730 en 1760. De naam is afgeleid van het Franse woord rocaille, een asymmetrisch schelpmotief dat in de 18e-eeuwse barok veel gebruikt werd in met name de toegepaste kunst.
Het concept is enigszins vergelijkbaar met school (stroming) of stroming. Enkele bekende stijlperioden zijn romaans (kunst/architectuur), gotiek (kunst/architectuur), renaissance, barok, neoclassicisme, symbolisme, modernisme en postmodernisme.
Barok wil een beroep doen op de emoties van de toeschouwer en indruk maken door de illusie van beweging en onrust. Door de Reformatie van Luther en Calvijn, werd de macht van de kerk van Rome in twijfel getrokken. Om dit verlies aan macht en invloed tegen te gaan, begon de kerk van Rome met een aanval op de Reformatie.
Schrijf namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen klein. Het gaat om soortnamen. Als een woord voor een artistieke of culturele stroming als naam voor een stijlperiode wordt gebruikt (barok, renaissance), kan het in wetenschappelijke literatuur een hoofdletter krijgen.
De term 'Renaissance' is bedacht door de Italiaanse kunstenaar en architect Giorgio Vasari. Hij noemde de tijd waarin hij leefde 'rinascita'. Later is daar 'renascimento' van afgeleid, wat wedergeboorte betekent. Wij noemen de Renaissance daarom ook wel de wedergeboorte van de klassieke oudheid.
Toonaangevend meester van de gouden eeuw
Rembrandt van Rijn is een van de beroemdste Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw. De stijlperiode waarin Rembrandt zijn schilderijen, tekeningen en etsen maakte staat bekend als de barok.
De Vroegmoderne Tijd (ca. 1450-1800) is een specifiek door historici vastgesteld tijdvak dat ook wel eens aangeduid wordt als de Nieuwe Tijd of als ancien régime. Deze historische periode begon omstreeks het einde van de middeleeuwen en duurde tot de moderne tijd, die rond 1800 begon.
Frankrijk. Een belangrijk gebouw dat ontworpen en gebouwd is tijdens de barokke architectuur is het kasteel van Versailles.
De barok is een stijlperiode gekenmerkt door gebruik van overdreven beweging en heldere en duidelijke detaillering die drama, spanning, uitbundigheid en grandeur bracht in de beeldhouwkunst, schilderkunst, architectuur, literatuur, dans, theater en muziek.
Het was in de late middeleeuwen tijd geworden voor een nieuwe manier van denken over wetenschap en kunstvormen. In die periode, omstreeks 1400, begint de kunst van de renaissance op te komen. Een eeuw later komt de renaissancestijl kortstondig tot bloei tijdens de hoogrenaissance (ca. 1500-1520).
33 grote kunststromingen en hun invloed op het leven van vandaag en kunstwereld. De kunstwereld evolueert sinds het ontstaan van de mensheid. Kunstenaars bedenken voortdurend nieuwe kunststijlen.
b) In dienst van het vorstelijk absolutisme: classicerende barok (Franse barok). In Frankrijk en model voor verschillende absolutistische Oost-Europese landen (Pruisen, Rusland, zelfs Oostenrijk). Stijl Lodewijk XIV (Versailles). Sterk geordend, rationeler, minder rijke versiering.
Deze elegante stijl drong met name door in het interieur en de kunstnijverheid. Onregelmatigheid en asymmetrie kenmerken het rococo, een 19de-eeuwse term vernoemd naar de. Andere rococo-elementen zijn C-vormige krullen en bladranken. Lichte kleuren en elegante lijnen zetten de toon.
Het realisme beeldde alledaagse gebeurtenissen af, een groet of gewone arbeiders aan het werk op het land. De manier van schilderen was vergelijkbaar met die van de romantiek: veel aardetinten en realistische verhoudingen en kleuren.