Een blij konijn
Het konijn kan tevens compleet uitgestrekt liggen met zijn voorpootjes naar voren en achterpootjes naar achteren. Als laatste is het een goed teken als jouw konijn huppelt en daarmee met alle 4 de pootjes van de grond komt en een draai in de lucht maakt.
Praat zacht en geruststellend tegen het konijn. Vorm een regelmatige routine van aaien en praten tegen je konijn. Onthoud dat sommige konijnen het niet fijn vinden om over de neus, op de buik of onder hun kin geaaid te worden. Je kunt angst verminderen door zijn ogen te bedekken.
Een blij konijn rolt bijvoorbeeld of het maakt een sprongetje in de lucht. Als twee konijnen elkaar leuk vinden dan gaan ze elkaar wassen. Een vorm van affectie tonen is het als een konijn je likt en als het je aanstoot met de neus dan begroet een konijn je.
- Een eenzaam konijn wordt soms hyperactief of boos. Let op of hij aan tapijten of meubels gaat knagen, of wanneer hij buiten verblijft aan de tralies of het hout van het hok knaagt. - Wanneer een konijn eenzaam is, kan hij ook zijn eigen vacht kaal gaan plukken of zich uit verveling gaan overeten.
Ze kunnen boos zijn, gespannen, bang, gestresst, vrolijk, verdrietig: net als wij! Een konijn dat wil waarschuwen voor gevaar kan gaan stampen, bijvoorbeeld. Een konijn dat bang is of pijn heeft kan gaan gillen of brommen.
Konijnen leren hun naam
Er kunnen maanden overgaan voor het dier zijn naam herkent. Dit lukt bovendien ook niet bij elk konijn. Sommigen leren hun naam na verloop van tijd, anderen niet. Er zijn ook mensen die hun konijn een aantal andere eenvoudige woorden als 'nee' hebben aangeleerd.
Alert gedrag
Languit liggen, met de oren overeind en het staartje omhoog: Het konijn is niet bang, maar ziet wel iets interessants in zijn omgeving, dit kan heel goed een konijn van het andere geslacht zijn! Eén oor omhoog: Als een konijn met één oor omhoog ligt of zit, is hij half geinteresseerd in iets.
Konijnen moeten kunnen rennen, houden van knagen en graven en moeten op hun achterpoten kunnen staan om hun omgeving te scannen. Daarnaast moeten ze zich kunnen terugtrekken in een schuilplaats als ze zich onveilig voelen en moeten ze een veilige plek hebben om te rusten.
Konijnen zijn slimme en intelligente dieren die erg houden van spelen. Met een WC-rol of een eierdoos kun je leuk konijnenspeelgoed maken. Graven maakt konijnen helemaal gelukkig. Dit kan natuurlijk in de tuin, maar ook in een bak zand op je balkon.
Stress bij konijnen ontstaat niet voor niks natuurlijk. Vaak is het zo dat een konijn gestrest raakt van bepaalde omstandigheden die hem bang of benauwd maken. Om konijnen te kunnen begrijpen is het belangrijk om te kijken naar de natuurlijke omstandigheden van een wild konijn.
Geef een konijn dagelijks aandacht om het gelukkig te houden. Het best zet je het hok in de huiskamer zodat er altijd wat rumoer is. De meeste konijnen slapen 's nachts en overdag, 's ochtends en 's avonds zijn ze het meest actief.
Konijnen kunnen je volgen en rondjes om je voeten rennen. Dit kan samengaan met sproeien en keutelen. Je konijn is dan haast verliefd op je, dit gaat samen met een hele hoop hormonen. Dit gedrag zie je vaak bij mannen die nog niet gecastreerd zijn.
Dus, als je overdag's werkt, vindt hij het niet erg om in de kooi te blijven, als dat beslist noodzakelijk is. Maar hij moet er een paar uur per dag uit, zowel om zijn pootjes te strekken als om het sociale contact met jou. Hoe langer de tijd is dat een konijn in de kooi moet doorbrengen, hoe groter de kooi moet zijn.
De meeste konijnen worden het liefst geaaid op hun kop en rug of in de nek. Op de buik of aan de staart vinden de meeste konijnen minder prettig. Geef het konijn altijd de mogelijkheid om bij je weg te lopen.
Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden. Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden.
Je konijn slaapt of is aan het indommelen. Konijnen slapen met hun ogen open, maar sommige konijnen knipperen met hun oogleden of laten hun hoofdje hangen terwijl ze slapen.
Schuif uw ene hand onder zijn borst met uw duim langs zijn zij. Leg uw andere hand om zijn achterwerk heen, uw pink net boven de staart. Leg eventueel uw onderarm van die hand langs het konijn zodat u de voorkant van het konijn iets tegen uw arm aan kunt drukken om extra steun te geven. Til het konijn op.
Meestal begint het met snuffelen, en daarna proberen ze op elkaar te rijden om de rangorde te bepalen. Rijdt het ene konijn op het hoofd van de ander, duw deze er dan wel af omdat het onderste konijn dan kan bijten. De konijnen gaan hierbij vaak ook om elkaar heen cirkelen, wat 'vlinderen' wordt genoemd.
Zo kan een konijn bijvoorbeeld bijten als hij wordt opgepakt of vastgehouden. Ook als iemand hem pijn doet of iets wil doen dat hij niet prettig vindt, zoals nagels knippen of medicijnen geven, kan hij bijten. Het is een manier om zichzelf te verdedigen.
Als u twee konijnen samen houdt (konijnen hebben altijd een maatje nodig) zullen ze elkaar likken en wassen als een teken van liefde en affectie. Als een konijn u graag mag, dan zal hij of zij u of uw kleding misschien likken of zachtjes aan uw vinger knabbelen.
Een konijn kan niet boeren, daarom moet gas wat zich in de maag bevindt via de maagpoort naar de darm. Dan door de darm naar de anus en zo als (stinkende) windjes het lichaam verlaten.
Wanneer iets ze niet bevalt, kunnen ze bijten. Ze kunnen hun verzorger herkennen aan bijvoorbeeld de stem en de geur. Sommige konijnen hechten zich echt aan hun baasje. Konijnen zijn echter geen knuffeldieren.
Alle konijnen kunnen tam worden, maar bij een jong konijntje is het het makkelijkst. Konijnen moeten eerst aan hun nieuwe verblijf en eigenaar wennen. Daarna kan je ze lokken met eten, voorzichtig aaien en ze stap voor stap tam maken. Benader een konijn nooit van boven, dat vinden ze eng.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn konijnen geen goede huisdieren voor kinderen. De meeste konijnen vinden oppakken en knuffelen niet leuk. Ze kunnen dan krabben en bijten en zelfs hun eigen rug breken als ze spartelen bij het optillen.