Het woord 'bank' is afgeleid van het Italiaanse 'banco', de naam van een tafel waarop Italiaanse geldwisselaars in de Middeleeuwen hun geldbakken plaatsten. Op markten, waar kooplieden samenkwamen, kamen vele geldsoorten (munten) voor, waaruit de behoefte ontstond deze tegen elkaar te kunnen wisselen.
Het woord bank is afkomstig uit het Middelengels, afkomstig van het Middelfranse woord banque, van het Ouditaliaanse woord banco, dat "tafel" betekent, en van het Oudhoogduitse woord banc, bank, "bank, toonbank" .
De naam is ontleend aan de gewoonte van de Bank of England om geen zaken te doen op sommige religieuze feestdagen. Tot 1834 waren het ruim dertig dagen waarop de bank gesloten was, daarna werd het aantal teruggebracht tot vier: 1 mei, 1 november, Goede Vrijdag en Kerstmis.
Er is dan voor het gevoel sprake van twee wezenlijk verschillende woorden. Het woord bank (als in Doggersbank, zandbank) betekent "aarden wal". Het homoniem bank, "zitmeubel", is daarmee verwant ("aarden wal waarop men kon zitten, eventueel door er een plank op te leggen").
zetel / bank / stoel. Zetel is standaardtaal in Belgiƫ voor een comfortabel zitmeubel voor een of meer personen, met doorgaans een stoffen of leren bekleding. Door de hoge rug heeft deze zetel extra zitcomfort.
bank zelfst.
De bank verstrekt leningen aan klanten met een vast inkomen. The bank provides loans to clients with a steady income. De transactie werd goedgekeurd door de bank. The transaction was approved by the bank.
De-banking, beter bekend als debanking , is binnen de banksector ook wel bekend als de-risking. Het is het sluiten van bankrekeningen van personen of organisaties door banken die van mening zijn dat de rekeninghouders een financieel, juridisch, regelgevend of reputatierisico vormen voor de bank.
Het woord verbreidde zich in de late Middeleeuwen in diverse vormen over heel Europa, onder invloed van Italiaanse geldhandelaars, destijds monetaire sleutelfiguren, De tafel waarop ze geld wisselden, noemden ze banca, een term die ze op hun beurt aan de Germaanse talen ā aan bank 1 dus ā hadden ontleend.
Woordenbanken zijn een geschreven lijst met belangrijke vakspecifieke woorden of zinnen waar leerlingen uit kunnen putten als ze schrijven . Ze zijn een eenvoudige, maar krachtige lesbron die leerlingen vertrouwd maakt met een specifieke groep woorden en helpt bij het bevorderen van zelfstandig werk.
Een woord is polyseem als het meer dan ƩƩn betekenis heeft, maar de verschillende betekenissen wel met elkaar verband houden. Bij polysemie worden de verschillende betekenissen onder ƩƩn woord in de woordenboeken opgenomen.
Hetzelfde geldt voor de tweede Kerstdag: in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italiƫ is dit een officiƫle feestdag, maar in Frankrijk en Belgiƫ niet.
De tweede is de Spring bank holiday, op 27 mei 2024. In het Verenigd Koninkrijk hebben we officiƫle bank holidays sinds 1871, toen ze formeel werden erkend door een wet van het parlement. Op deze dagen mochten banken sluiten, waar de naam vandaan komt .
Eerste Pinksterdag en Tweede Pinksterdag zijn officiƫle feestdagen in Nederland, maar niet iedereen is dan vrij.
Het woord bank is afgeleid van het Italiaanse woord Banco of van het Franse woord Banque , wat bank of wisselkantoor betekent.
De oudste nog bestaande bank is Banca Monte dei Paschi di Siena , met het hoofdkantoor in Siena, Italiƫ, en is al sinds 1472 onafgebroken actief.
De eerste banken ontstonden rondom de rijke steden in het noorden, zoals Florence, Lucca, Siena, Venetiƫ en Genua. De families Bardi en Peruzzi domineerden het bankieren vanuit het 14e-eeuwse Florence, vestigingen oprichtend in vele andere delen van Europa.
bank (zn) : schoolbank, ligbank, sofa, kerkbank, zitbank, canapƩ, zitmeubel. bank (zn) : werktafel, werkbank, toonbank, draaibank, uitstaltafel.
Een bank is een meubel in huis. Je hebt veel soorten, van leer of van jutten. Ook wel een bankstel genoemd.
Geschiedenis. Het woord bank komt van het Italiaanse woord banco, wat bank betekent , aangezien Italiaanse handelaren in de Renaissance deals sloten om geld te lenen en uit te lenen naast een bank. Ze legden het geld op die bank. Elementaire financiƫle gegevens zijn bekend vanaf het begin van de geschiedenis.
(financiƫle instelling) Financiƫle instelling die spaargeld beheert leningen verstrekt en betaaldiensten aanbiedt.
Het woord bank (met alle bijbehorende connotaties van stevigheid en stabiliteit) komt echter oorspronkelijk uit het Latijn en betekent 'bank'. Het verwijst naar de zitplaatsen in een Romeins forum waar geldschieters rondhingen.
Het woord drek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De correcte spelling is dan wel, ongeacht de betekenis.
Het woord breid uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.