Misschien heeft je kind wel een heel goede vriend, maar mag die niet bij jullie thuis komen.Het kan ook zijn dat je kind niet wil dat die vriend bij jullie komt. Je zoon kan bijvoorbeeld denken dat je zijn vriend afkeurt, of je dochter kan zich schamen over hoe jullie huis eruitziet of hoe haar ouders zijn.
Ga samen met je kind naar het andere kind toe, maak zelf een beginnetje en vraag aan je kind of hij/zij iets wilt vragen. Maak speelafspraakjes: wat ook kan helpen is om speelafspraakjes te maken, natuurlijk wel met kinderen die je zoon of dochter leuk vindt.
Tip 6: Laat je kind oefenen in een nieuwe omgeving
Dit kan bijvoorbeeld op een clubje of vereniging zijn, maar ook op vakantie kunnen kinderen oefenen met het opdoen van nieuwe sociale contacten. De ervaringen en het zelfvertrouwen dat je kind hier opdoet, kan je kind ook helpen in de schoolsituatie.
Zaken als spijbelen, roken en drinken kunnen dan gaan bijdragen aan populariteit. Maar enkel wat stoer gedrag is natuurlijk niet voldoende, niet iedere rebelse puber wordt populair. Het uiterlijk speelt vaak toch een rol, populaire kinderen worden vaak ook fysiek aantrekkelijk bevonden.
Leer je kind wat hij kan zeggen en doen om de ander duidelijk te maken dat hij iets niet leuk vindt. Denk hierbij ook aan de houding die je kind aanneemt, zoals recht staan, hoofd omhoog en een duidelijke stem gebruiken. Heeft je kind hier echt veel moeite mee, dan kan een weerbaarheidstraining helpen.
Praat met je ouders als niemand met je wil spelen!
Ga dan met je ouders praten. Waarschijnlijk hebben zij nog wel een aantal ideeën die jou kunnen helpen. Daarnaast zou je ook iets leuks met je ouders kunnen doen op dagen dat je niemand hebt om mee te spelen, maar natuurlijk zijn de tips het belangrijkste.
Meidenvenijn is het middel voor meisjes-meisjes om de rangorde te bepalen én te bewaken. Het is een machtsmiddel.
Ongeveer driekwart van de kinderen heeft daarin minstens één vriendje. Meestal is dat iemand van hetzelfde geslacht. Slechts vier (bij basisschoolkinderen) of vijf (bij pubers) van de honderd vriendenparen bestaan uit een jongen en een meisje. Grofweg kun je die vriendschappen in drie typen verdelen.
Creëer oefensituaties
Ga bijvoorbeeld naar een park, speeltuin, zwembad of een veldje in de wijk en bekijk vanaf een afstandje hoe je kind met nieuwe kinderen contact maakt. Bespreek daarna of het iemand is waarmee je kind vaker zou willen spelen of niet. Wat vond je leuk/prettig/fijn?
Laat je kind bijvoorbeeld eerder naar school gaan, of stimuleer hem/haar andere dingen te doen tijdens de pauze of na school, of zelfs mee te doen aan een activiteit waar de potentiële vrienden ook aan mee doen, bijvoorbeeld een potje voetbal. Tijdens dit soort leuke bezigheden praten kinderen vaak veel makkelijker.
Jongeren bepalen zelf met wie ze vriendschap willen sluiten. Ze leren hun vrienden bijvoorbeeld kennen op school, in het buurthuis, bij het jeugdhonk of op de sportvereniging.
De basis van de vriendschap is dat het kind iemand aardig vindt. In de jaren erna krijgt vriendschap langzamerhand meer inhoud. Voor kinderen uit groep 6, 7 en 8 betekent vriendschap vaak al heel wat meer: een vriend(in) is iemand die je iets kunt toevertrouwen, die je begrijpt en die altijd voor je opkomt.
Zoek mogelijkheden om met de kennis te praten, en probeer erachter te komen wat hij/zij leuk vindt. Als het goed gaat, vraag dan of hij/zij een keer iets wil gaan doen buiten schooltijd, waardoor je van de kennis misschien een vriend kunt maken. Vraag of mensen die je kent je willen voorstellen aan nieuwe mensen.
In het echte leven heeft bijna de helft van alle Nederlanders één tot vijf vrienden. 28 procent heeft 6 tot 10 vrienden. 10 procent heeft 10 tot 15 vriendschappen en 7 procent ziet meer dan 16 mensen als vriend.
De aanpak bestaat uit de volgende activiteiten: mobiliseren van de zwijgende middengroep, hulp aan de pester, professionalisering van leerkrachten, professionalisering van ouders, en hulp aan het gepeste kind.
Het pesten onder meisjes gaat gepaard met roddelen, negeren, buitensluiten, kliek-vorming en elkaar zwart maken/ schelden (live maar vooral ook via sms, msn, hyves etcetera). We noemen dit relationele agressie En deze gedragingen lopen een stuk minder in het oog dan schelden of schoppen.
Praat met haar
Het is belangrijk dat jij je kind laat voelen dat je er bent voor haar. Dat je er zal zijn en zal luisteren als ze wil praten. Vraag zelf ook regelmatig hoe het gaat en of ze het er over wil hebben. Het is dan vaak makkelijker om te antwoorden dan als je er zelf over moet beginnen.
Het kan dat je kind zich minderwaardig of buitengesloten voelt. En dat je kind het voelt als een afwijzing, dat ze niet met hem willen spelen, maar met andere kinderen die blijkbaar leuker zijn. Daarom is het belangrijk dat je je kind serieus neemt en jullie samen kijken wat je kind kan doen in zo'n situatie.
In het begin is dat vaak nog heel voorzichtig een uurtje afspreken en dan is het vaak al weer genoeg. Naarmate het kind wat meer ervaring op doet in het samen spelen, zal het wat vaker gaan afspreken en ook wat langer willen en kunnen spelen. Al is over het algemeen twee uurtjes spelen voor kleuters toch wel genoeg.