Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
Openheid: pesten moet bespreekbaar zijn. Door er met elkaar over te praten, ontstaat erkenning en een gevoel dat pesten bespreekbaar is. De leerlingen moeten het gevoel krijgen dat ze ergens terecht kunnen als het hen gebeurt, of als ze zien dat het een ander gebeurt. Ze moeten weten dat praten geen klikken is.
Als je gepest wordt, is het belangrijk om erover te praten, om hulp te vragen en duidelijk te zeggen of uit te leggen dat je iets niet fijn vindt. Gepest worden kan pijn doen. Misschien ben je verdrietig of heel boos. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat het pesten niet jouw schuld is.
De No Blame-aanpak is een methode waarbij de groep wordt betrokken wanneer je zoekt naar een oplossing. We geloven in deze aanpak omdat de kracht van de groep nooit overschat kan worden, omdat de methode geweldloos is en omdat ze oog heeft voor alle betrokkenen in een pestsituatie.
Gaat het pesten zo ver dat jij je bijvoorbeeld bedreigd wordt, kun je daar aangifte van doen. Ook smaad en laster is strafbaar. Ga daarvoor naar het politiebureau bij jou in de buurt.
Concurrentiedrang, jaloezie, verveling, of om frustratie af te reageren.
De dader is vroeger zelf gepest of bang gepest te worden. ...
Als een kind pest, kan er mogelijk sprake zijn van een gebrek aan warmte en geborgenheid in het gezin, of dat in het gezin agressief gedrag wordt toegestaan.
Pesten is een vorm van agressie waarbij geprobeerd wordt om iemand steeds pijn te doen. Dat kan zowel offline als online. Bij pesten zijn verschillende mensen betrokken: de pester, de gepeste en de omstanders. De pester heeft vaak een sterkere sociale positie dan degene die gepest wordt.
Hieronder vallen alle vormen van verbaal pesten (uitschelden, roddelen, beledigende grapjes of bijnamen etc.), en tevens ander gedrag dat leed bij de ander kan berokkenen zoals indirect dwarsbomen, zwartmaken bij anderen, saboteren, uitsluiten, isoleren of op een andere wijze stigmatiseren.
Wie als kind is gepest, kan de gevolgen pesten op latere leeftijd vaak nog voelen. Als een van de gevolgen pesten een trauma is, kan het je leven nog lange tijd kleuren. Een van de gevolgen pesten is een laag zelfbeeld. Je kunt je soms zo waardeloos voelen dat je niet meer wilt leven.
Slachtoffers gaan zichzelf door het pesten minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan. Die gevoelens kunnen leiden tot verder isolement, diepere depressie en nog meer pestgedrag van anderen. Het kan zelfs leiden tot gedachten over zelfmoord.
Negeren heeft een grotere impact op werknemers dan pesten. Werknemers die worden genegeerd, zeggen vaker hun baan op dan gepeste werknemers. Bovendien hebben zij meer problemen met hun gezondheid. Toch denken werknemers dat buitensluiting psychisch minder schadelijk is dan pesten.
Doordat ervaringsdeskundigen voorlopers van pesten opmerkten bij kleuters jonger dan 6 jaar, mag er dus niet blindgestaard worden op de ontwikkelingspsychologie die aangeeft dat pesten maar voor zou komen vanaf de leeftijd van 6 jaar.
Sociale vaardigheden: Kinderen die minder prosociaal gedrag laten zien, hebben meer kans om gepest te worden. Kinderen die bijvoorbeeld goed kunnen onderhandelen, anderen helpen en steunen, zijn minder vaak het doelwit van pesters.
Steun uw kind, luister naar zijn verhaal, leg de schuld niet bij uw kind. Bespreek met uw kind de stappen die u gaat ondernemen, zoals het bespreken met de leerkracht of iemand anders. Mocht uw kind dit lastig vinden, probeer uw kind dan te overtuigen dat het bespreken belangrijk is.