Heeft je baby de handjes gestrekt en de vingertjes gespreid, dan is het duidelijk dat hij of zij ergens flink van is geschrokken. En drukt je kind het handje tegen de zijkant van het hoofd of grijpt het naar zijn of haar oortje? Je kind zegt hiermee dat hij of zij moe is.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Als je baby jou eenmaal herkent, zal hij je een big smile als teken van herkenning geven! Je kleine kan nu gezichten onderscheiden, en ziet het verschil tussen bekende en onbekende gezichten. Hij zal zich gaan hechten aan vertrouwde gezichten. Dat je baby jouw gezicht herkent, versterkt dus jullie band.
Het fladderen is niet het probleem, het is een signaal van iets.'' Het wapperen is vrij normaal, maar dan wel bij kinderen in de eerste twee levensjaren. Van der Gaag: ,,Een baby die z'n moeder aan ziet komen, kan van puur enthousiasme gaan fladderen. Kinderen kunnen het bij zeer heftige emoties langer doen.
Dit is vaak een teken dat je baby zichzelf probeert te kalmeren en zoekt naar de juiste slaaphouding. Het bewegen van het hoofd is in principe onschuldig en gaat vanzelf over. Let op: bonkt je baby of kind met het hoofd tegen het bedje of de muur? Dit bonken is iets anders dan hoofdschudden.
Vroege kenmerken: Het hoofdje staat scheef en wordt naar één kant gedraaid. Het schedeltje kan scheef groeien. Het kind huilt veel en slaapt slecht.
Kinderen kunnen allerlei symptomen krijgen als gevolg van het hersenletsel, bijvoorbeeld verminderde eetlust, overgeven, moeite met ademhalen of slikken, verminderd bewustzijn of zelfs een coma, epileptische aanvallen, verlaagde spierspanning of slapheid.
Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt. Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
Op zichzelf is het wapperen met de armpjes een vrij normaal verschijnsel, maar dan wel bij kinderen in de eerste twee levensjaren. Van der Gaag: "Een baby die zijn moeder aan ziet komen, kan van puur enthousiasme gaan fladderen.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Een baby kan redelijk scherp zien op een afstand van 20 cm. Dit betekent dat de baby jullie gezichten kan zien als je hem dicht bij je hebt. Als de baby aan de borst ligt kan hij mama's gezicht prima zien. Mensen en dingen die verder zijn dan 20 cm kan hij niet goed zien omdat hij nog niet goed kan scherp stellen.
Leren hoe de wereld in elkaar zit
Zijn herkenning en geheugen ontwikkelen zich in deze fase ook heel snel. Als je baby rond de 4 maanden oud is, kan hij jou herkennen in een volle kamer. Het duurt nu niet lang meer voordat hij andere bekende gezichten herkent. Of het nu opa of oma is, of zijn broer!
De nekspieren van pasgeboren baby's moeten zich nog ontwikkelen. Als je baby net geboren is, kan hij zijn hoofd nog niet zelfstandig optillen. Daarom is het belangrijk om het hoofd van je baby in het begin goed te ondersteunen.
Wanneer moet je stoppen met het ondersteunen van baby's hoofd? Vanaf 4 maanden, wanneer baby in staat is zijn hoofd op te tillen, houdt het omhoog en tilt zijn borst op wanneer hij op zijn buik ligt. Je zult een beetje kunnen ademen en hem zijn hoofdje laten dragen!"
Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Hij kan dus niet verwend raken en bezit nog niet het vermogen om te manipuleren. Als hij huilt, is er iets met hem aan de hand. Misschien voelt hij zich eenzaam, of heeft hij honger of pijn.
Zwaaien met de armen als schrikreactie
Vooral baby's tot drie maanden laten dit bijzondere babygedrag regelmatig zien. Waarom doet je baby dit? Het is een reflex. Als je baby denkt te vallen, dan wappert je baby met de armen in de hoop dat iemand hem of haar op tijd uit de lucht grijpt, voordat de baby de grond raakt.
Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Stimming of stimmen is een afkorting van zelfstimulerend gedrag en verwijst naar herhaalde, stereotiepe bewegingen of geluiden die mensen maken om zichzelf te kalmeren, te reguleren of te stimuleren.
Gezichtsuitdrukkingen in de baarmoeder
Met dat oefenen gaat je baby in de eerste weken na zijn geboorte nog even door. Vooral in zijn slaap heeft je baby vaak zo'n gelukzalige glimlach op zijn gezicht. Lachen is in het begin meestal een reflex en dus niet aangeleerd. Ook baby's die blind worden geboren doen het.
Hij herkent zijn moeder dan ook aan haar stem, geur en warmte. Wanneer een baby in je armen ligt, is dat de ideale afstand om je gezicht te kunnen zien. Binnen een paar weken of hooguit twee maanden zal hij in staat zijn je op deze manier te herkennen. Dit geldt ook voor de vader.
Hij wil voelen dat je onvoorwaardelijk van hem houdt en er altijd voor hem zult zijn, om wie hij is en niet om wat hij kan of doet. Bij pasgeboren baby's is dit 'voelen' nog vrij simpel. Als hij maar lichaamscontact heeft – liefst buik tegen buik – en jouw warme stem hoort, dan is het al vrij snel goed.
De meest voorkomende klachten zijn hoofdpijn, misselijkheid, braken, problemen met zien, problemen met bewegen, gedragsveranderingen en epileptische aanvallen.
Te harde of teveel verschillende geluiden maken onrustig. Maar van bijvoorbeeld zachtjes neuriën of praten wordt je baby juist rustig. Fel licht of felle kleuren kunnen extra prikkelen. Kies voor zacht licht en zachte kleuren en vermijd drukke prints en patronen.
Als je baby zes maanden is, kan hij bedenken wat hij wil doen en dit ook uitvoeren. Dit zijn doelgerichte handelingen. In dezelfde periode of een maand of twee later, maakt jouw kleine een stap richting het abstracte denken.