Om de voortplanting van snoek, baars en snoekbaars te beschermen, is de gesloten tijd ingelast. Naast de bescherming van de voortplanting is de besloten tijd ingelast om overbevissing op deze vissoorten te voorkomen.
April en mei. Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis vissen en moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je eventueel vangt, direct terugzetten (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).
In maart wordt snoekbaars bij een zachte winter en dito voorjaar zeer actief in voorbereiding op de paai. Shads doen het nu zeker, met wat wind, driftend en heffend. Na de gesloten tijd wordt het eind mei en kunnen we terug aan de slag. De maand die nu volgt is dikwijls de beste vang maand.
Hete hele jaar is het snoekseizoen geopend behalve in de periode van 1 maart tot aan de laatste zaterdag in mei. Vang je in het gesloten snoekseizoen een snoek dan moet je hem meteen terugzetten. Bovendien is het van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei verboden om met kunstaas en dood aas te vissen.
Artikel 7, lid 1 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 zegt dat het verboden is om te vissen tussen twee uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang. Lid 2 van dit artikel zegt echter dat dit verbod niet geldt voor het vissen met de hengel met uitzondering van de door de Minister aangewezen wateren.
Van zonsopgang tot een uurtje of 10 ligt de snoek vaak nog in het ondiepe water in de zon om op te warmen. Het is dus verstandig om in de ochtend langs de kantjes en de ondiepere gedeelten te werpen. Rond het middaguur zal de snoek de koude plekken op zoeken en dus dieper in het water actief zijn.
Een snoek is van nature een koud water liefhebber, met zijn groei optimum zo rond 19 – 20 graden. Bij hogere temperaturen, zeker boven de 25 graden, voelt een snoek zich niet zo lekker meer.
Op het grote water is het zo dat de kleinere snoek vaak dichter bij de kant op circa 1 tot 2 meter diepte verblijft. Logisch natuurlijk. Op het diepere open water is een kleinere snoek een makkelijke prooi voor een buffel.
De winter is voor het snoekvissen misschien wel een van de meest effectieve tijden van het jaar. Doordat de aasvis samen gaat scholen in grote groepen en de snoeken deze volgen, kan het zeer gemakkelijk zijn om veel en grote snoek te vangen.
In ondiep water vang je vaak het beste als je met drijvende pluggen of spinners gaat snoeken. In dieper water werken diep duikende pluggen, zinkende pluggen maar ook shads het beste. De kleur die je kiest om mee te snoek vissen kan bepalend zijn voor succes. Natuurlijke kleuren werken vaak goed in helder viswater.
REDEN 3 Glasogen
Deze roofvis schuwt het licht en zoekt het liefst de duisternis op. Dat is ook de reden dat de glasoog in het donker vaak ondieper komt te liggen. Door de unieke werking van de ogen kunnen hebben snoekbaarzen in troebel water of in het donker nog relatief goed zicht in tegenstelling tot baars of snoek.
Op rivieren vind je de snoekbaars vooral op plekken die uit de stroming liggen, zoals havens en de uitgangen hiervan, in de buurt van sluizen, langs diepe kribben of op plekken waar warmer water in de rivier stroomt. Op stilstaand water dien je de diepste plekken te bevissen.
Hoewel het onderzoek aantoont dat snoeken behoorlijk sterk zijn en dus in principe wel 5 minuten boven water gehouden kunnen worden zonder echte problemen, valt het aan te bevelen de tijd boven water zo kort mogelijk te houden.
Dit is een giftige stof die nauwelijks afbreekt, het spierweefsel van vissen blijvend rood kleurt en o.a. bekend staat als kankerverwekkend. Gezien het risico voor mens, dier en milieu, dient het gebruik van gekleurde maden direct te worden verboden.
vissen in en bij een aangewezen stuw of in of bij een aangewezen vispassage € 150,- vistuig voorhanden terwijl vistuig op dat moment verboden is € 100,- 1 of 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,- meer dan 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,-
Snoeken voelen zich thuis in gebieden met dichte vegetatie en zacht stromend water, zoals beken, meren en rivieren. Ze houden het meest van koud, diep water. Als de temperatuur te warm wordt, zoeken ze diepere wateren op. Wanneer je gaat snoekvissen, zoek dan naar ondiep water met veel onkruid en gewassen aan de kant.
Belangrijk om te weten is dat het niet per definitie diep hoeft te zijn; ook haventjes en inhammen die slechts 2 tot 3 meter diep zijn kunnen grote scholen aasvis bevatten en daarmee ook (grote) snoek.
Metersnoeken viswater
Toch biedt groter water de beste kansen. Denk hierbij aan plassen, grindgaten, rivieren en kanalen. Als je echt op jacht bent naar metersnoeken dan kan je het beste voor dit soort wateren kiezen. Verder is het goed om in de gaten te houden of je veel kleine snoek vangt.
We kunnen met kunstaas aan de gang, vooral de soorten die we in een lager tempo kunnen vissen doen het in de winter goed. Je kunt hierbij denken aan snoek pluggen, grote spinners, lepels met een breed blad grote shads, jerkbaits en flinke streamers. Neem het formaat niet te klein.
Het beste is om de aasvis net voor de rugvin in de rug te prikken. Snoek valt prooien meestal van de zijkant aan en je kan bij een aanbeet met deze montage direct de haak zetten. Daarnaast hangt de aasvis op deze manier het meest natuurlijk in het water.
Een gemiddelde snoek van 1m eet voor ongeveer 500gram vis per 3 dagen.” Al zit er geen snoek van een meter, vele kleinere exemplaren maken het wellicht nog erger.
Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren.
Snoeken zijn net als veel anderen vissen niet de hele dag actief. Je kunt daarom het beste gaan snoeken in de tijden dat ze wel actief zijn, namelijk 's morgens en in de namiddag tot avond. Rond het middag uur is de vis vaak vrijwel niet actief en hangt deze meer een beetje rond de bodem dan dat deze actief jaagt.
Tip 1: Vis op de juiste plek
Je vindt snoekbaarzen niet zo maar in ieder water. In sommige wateren zit helemaal niets terwijl er in ander water juist een goede populatie te vinden is. Snoekbaarzen houden niet van licht dus ga niet vissen in helder water, want daar zal maar weinig snoekbaars zitten.
Snoek: van 1 maart tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 30 juni).