Een gemeentelijk monument is in Nederland een bouwwerk, archeologische vindplaats of landschappelijke structuur die op grond van een gemeentelijke monumentenverordening bescherming geniet vanwege bijzondere cultuurhistorische of architectonische waarde. Het is aan de gemeente om een gemeentelijk monument aan te wijzen.
Een monument historique is in Frankrijk erfgoed in de vorm van een gebouw, een deel van een gebouw, een groep gebouwen of een hele buurt, tuinen, bruggen of andere bouwwerken die door hun architectonische en/of historische waarde beschermd worden.
Beschermd monument kan verwijzen naar: Monument (erfgoed), in het algemeen een bouwwerk van historische waarde dat om die reden beschermd is. Beschermd monument (Caribisch Nederland), een dergelijk bouwwerk op een van de Caribische eilanden die bij Nederland horen.
Monumentenzorg is de bescherming, de instandhouding, het onderhoud en het herstel van onroerende goederen die van algemeen belang zijn door hun historische, volkskundige, artistieke, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde (monument).
Op de Axe historique liggen: het Louvre, de Arc de Triomphe du Carrousel, de Place de la Concorde met de obelisk, de Champs-Élysées, de Arc de Triomphe en de Grande Arche.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voert wettelijke taken en beleid uit van de minister van OCW, geeft advies en ontwikkelt kennis op gebied van roerend en onroerend cultureel erfgoed.
De rijkscollectie en andere collecties die onder de Erfgoedwet vallen zijn te zien in ca. 35 musea door het hele land. Bekende musea zijn onder andere het Rijksmuseum Amsterdam, het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, Rijksmuseum het Muiderslot in Muiden en het Nationaal Militair Museum in Soest.
Een rijksmuseum is in Nederland een museum dat als wettelijke taak een deel van de Rijkscollectie beheert. Deze taak is verspreid over 29 musea die gesubsidieerd worden vanuit de Erfgoedwet via de Regeling beheer Rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen.
In 1994 zijn de rijksmusea zelfstandig geworden. Deze musea worden ook wel de voormalige rijksmusea of de rijksgesubsidieerde musea genoemd. Voorbeelden zijn het Rijksmuseum Amsterdam, het Mauritshuis, het Rijksmuseum van Oudheden en het Muiderslot.
In 2016 telde Nederland 694 musea. 2) De meeste van deze musea bevinden zich in Noord- Holland (126) en Zuid-Holland (117). Ook Gelderland kent relatief veel musea (102).
Nederlandse musea werden in 2019 zo'n 34 miljoen keer bezocht. Niet eerder lag het aantal bezoeken zo hoog. Ten opzichte van 2015 is het aantal bezoeken vorig jaar met 3,6 miljoen (12 procent) gestegen. De toename is echter alleen te zien bij de grote musea (19 procent).
Internet als ontmoetingsplaats. De meeste samenwonende paren hebben elkaar ontmoet bij het uitgaan of tijdens vakantie. Van de samenwoners in 2008 die elkaar al van vóór 2000 kennen, kwam 46 procent elkaar daar tegen. Onder degenen die elkaar later, na 2000, hebben ontmoet, is dit aandeel met 35 procent echter lager.
Meeste ontmoetingen in vrije tijd
Nog steeds hebben de meeste stellen die gaan samenwonen elkaar ontmoet bij het uitgaan, op vakantie of tijdens een andere vorm van vrijetijdsbesteding, maar de rol hiervan loopt duidelijk terug. Dat geldt ook voor ontmoetingen via een vereniging (sport of hobby) of via de kerk.
De meeste Italianen zijn rooms-katholiek. Hoewel het sinds 1984 niet langer de staatsgodsdienst van Italië is, heeft het rooms-katholicisme nog steeds veel invloed op de Italiaanse cultuur. Uit een onderzoek, gehouden in het jaar 2006, is gebleken dat nog steeds 87,8% van de Italianen zichzelf als rooms-katholiek zien.
Meer dan 25.000 is van Siciliaanse afkomst. Ongeveer 2,5 % van de Belgische bevolking is van op zijn minst gedeeltelijk Italiaanse afkomst. De Italo-Belgen concentreren zich voornamelijk in de voormalige mijnstreken in de provincies Henegouwen, Luik en Limburg.
Magna Graecia, Latijn voor Groot-Griekenland was de antieke benaming voor Zuid-Italië en Sicilië. Deze gebieden waren door de Grieken gekoloniseerd vanaf ongeveer 800 v. Chr.
Hun gebied had de Apuaanse Alpen, die evenwijdig lopen met het dal van de Arno, de Tiber en de Tyrreense Zee als grenzen en ligt in het huidige Toscane, een deel van Umbrië en Latium op het Apennijns Schiereiland. Dit gebied noemt men in dit kader Etrurië.
Kennis over Het Romeinse Koninkrijk is zo goed als helemaal gebaseerd op legenden. In deze periode werden de Romeinen geregeerd door zeven koningen; De eerste vier waren afwisselend Sabijnse en Latijnse koningen, de laatste drie waren Etrusken. Aan het koninkrijk kwam in 509 v. Chr.
Het Etruskisch was de taal die door de Etrusken gesproken werd, in het gebied dat tegenwoordig (delen van) de Italiaanse regio's Toscane, Lazio en Umbrië omvat. De staatkundige naam van dit gebied was Etrurië.
Met de Val van het West-Romeinse Rijk bedoelt men de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer Romulus Augustulus op 4 september 476 door Odoaker.
Volgens de overlevering werd Rome in 753 v. Chr. gesticht door de tweeling Romulus en Remus. Romulus doodde Remus en werd de eerste koning van de stad.
Flavius Romulus Augustus, beter bekend als Romulus Augustulus (ca. 461 - na 476, mogelijk rond 500 nog in leven), wordt beschouwd als de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Het bereikte zijn grootste omvang onder keizer Trajanus (98 - 117). Kenmerkend voor het Romeinse Rijk was de grote omvang en de belangrijke rol van steden die onderling verbonden waren met verharde wegen, die ook de snelle verplaatsing van de legioenen naar de legerplaatsen aan de grenzen mogelijk maakten.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.