Een speen is niet geschikt voor het bevredigen van de zuigbehoefte van een pasgeborene, omdat die nog moet leren aan de borst te drinken. Wacht daarom in ieder geval met een fopspeen tot borstvoeding goed loopt.
Speenzuigen kan de stand van de kaak en de tanden negatief beïnvloeden. De veranderingen zijn te zien bij het melkgebit, maar het effect werkt niet door op het volwassen gebit. Als je baby stopt met de speen voor hij zijn melkgebit gaat wisselen, is de kans op gebitsproblemen erg klein.
Opent je kleine zijn mondje, dan betekent dit dat hij iets zoekt om op te zuigen. Leg de speen zachtjes op de onderlip of het voorste deel van de tong en wacht tot de zuigreflex begint. Verloopt de eerste kennismaking zonder problemen, dan zal je baby uiteindelijk de speen verder gaan verkennen en erop zuigen.
Gevaren van een ronde (Bibs) speen
„Door de grote kop die op de speen zit kan de kaak versmald worden en kan er na verloop van tijd een open beet ontstaan. Dit is te herkennen aan een gebit dat 'rond' gaat staan, hierbij ontstaat er een opening als de kaken op elkaar geklemd worden.
Rond de 12 maanden ligt de overgang van zuigbehoefte naar 'gewoonte', daarom zou het verstandig zijn om te stoppen met de speen voordat het een gewoonte is geworden. Wanneer het gebruik van de speen voor het tweede levensjaar wordt afgeleerd, herstellen de genoemde mond- en tandproblemen zich vaak binnen zes maanden.
Het afwennen van de speen kun je beginnen door vanaf een maand of zes de speen alleen nog in bed te geven. Door de speen niet meer als troost of gewoonte te geven overdag, leert je baby om op andere manieren met frustratie en verveling om te gaan. Een paar maanden later kun je de speen ook weghalen uit bed.
Op het moment dat je kindje met de armen omhoog ligt, creëert je kindje meer ruimte in de longen en wordt het ademenen nog meer vergemakkelijkt. Kinderfysiotherapeut Els Geerdink noemt dit de hoera-houding. In het NRC legt ze uit dat dit een teken is dat je kind heerlijk ontspannen is.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Want nu kan de baby zowel op de rechter- als op linkerzijde worden gepositioneerd om te slapen. Het is echter gevaarlijk omdat baby's niet zelfstandig op hun zij kunnen blijven liggen en zelf in de buikligging kunnen rollen. Daarom moeten baby's de eerste maanden in de zijligging worden ondersteund.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
Ria Blom beschrijft twee methodes in haar boek Regelmaat en Inbakeren. In beide methoden komt dus het aanbrengen van regelmaat naar voren. Regelmaat wil zeggen dat je dingen iedere keer in dezelfde volgorde goed. Daarnaast is eenduidigheid belangrijk: zorg dat je dingen iedere keer op dezelfde plek doet.
Het geluid en de bewegingen hebben vaak een rustgevend effect op je baby. Ook een manier om je baby te kalmeren: geef je baby een massage. Dat geeft je baby een gevoel van geborgenheid. Laat je baby met zijn buik op je arm liggen en tik je baby zachtjes op z'n billen.
Als je baby honger heeft, geeft hij verschillende subtiele tekens vooraleer hij gaat huilen: hij likt aan zijn lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst, hij brengt de handjes naar zijn mondje en likt aan zijn handjes, hij balt zijn vuistjes.
Het is bewezen dat een fopspeen de kans op wiegendood verkleint. Dat komt doordat het zuigen van de baby de mond- en kaakspieren stimuleert, waardoor de luchtwegen gemakkelijker vrij blijven. Daarnaast is het minder waarschijnlijk dat je baby op zijn mond en neus tegen het matras aan komt te liggen.
Een pasgeboren baby draait zich naar het licht als dat niet te fel is. Hij of zij merkt al heel goed het verschil tussen licht en donker, maar ziet nog wazig. Je baby ziet alles beter van dichtbij. Als je pasgeboren baby wakker en alert is, zoekt hij of zij iets om naar te kijken.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Zolang je laat merken dat je in de buurt bent, kan het dan geen kwaad om je kindje even te laten huilen. Let wel goed op dat je kleine niet overstuur raakt. Hierdoor kan hij juist minder goed in slaap komen. Zodra het huilen intensiever wordt, is het verstandig om je kindje wel te troosten.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Hoe groter de baby wordt, des te meer kunnen de handjes u iets vertellen. Armbewegingen zijn ook heel belangrijk. Heftig op en neer gaande armen bijvoorbeeld geven een bepaalde opwinding weer. Prettige opwinding is een aanwijzing dat de baby een spelletje wil beginnen.
Mijn baby boert niet, is dit normaal? Het is normaal als je baby niet altijd boert na zijn voeding. Niet iedere baby hoeft te boeren, en niet iedere baby heeft het nodig na iedere voeding. Je kleine boert namelijk alleen als hij (veel) lucht hapt of inslikt tijdens het drinken.