Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof. Bovendien kan het gevaarlijk zijn. Niet doen dus!
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Terug schakelen naar de versnelling die je wil (meestal 2e voor de bocht). Koppeling omhoog laten komen tot het aangrijpingspunt (je voelt de auto extra afremmen). Rem loslaten wanneer je de gewenste snelheid hebt bereikt. Koppeling helemaal los laten voordat je de bocht in stuurt.
Belangrijk bij het nemen van een 'normale' bocht is dat je goed kijkt. Je kijkt goed de bocht in en blijft kijken naar het punt waar je heen moet rijden. Voordat je de bocht ingaat, matig je alvast je snelheid. Dit doe je, omdat je in de bocht minder grip op de weg hebt.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Welke bocht kent de meeste risico's? Bocht naar rechts.
In de bocht: gasgeven
Wanneer de motor wordt aangedreven (dus wanneer je gasgeeft en je niet de koppeling hebt ingeknepen) is hij veel stabieler. Wanneer je de koppeling inknijpt valt de motor naar binnen. Gedurende het eerste stuk van de bocht, het stuk waarin je aan de buitenkant blijft, geef je dus rustig gas.
Regel 1: Laat het gaspedaal los en trap het koppelingspedaal vlot en geheel in. Schakel naar de 2e versnelling door de versnellingspook naar links te duwen en rustig naar achteren te trekken.
Vanaf 2.000 toeren kun je al naar de volgende versnelling schakelen. Te vroeg opschakelen, als de motor nog niet 'trekt', is niet handig. Dat kan de motor vervuilen en zo schade veroorzaken.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Remmen als je door een bocht rijdt
Al je om meer grip vraagt dan beschikbaar is, kunnen zeer gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom is het erg van belang om vóór de bocht al je snelheid aan te passen. Daarna kun je met de achterrem in de bocht nog kleine snelheidscorrecties uitvoeren.
U nadert een scherpe bocht naar rechts. Geadviseerd wordt om hier niet sneller dan 70 km/h te rijden. Bij het verlaten van de snelheid is het verstandig snelheid te matigen. Doe dit pas op de uitvoegstrook.
Haarspeldbochten zijn zeer scherpe bochten van meer dan 90 graden, soms tot 180 graden. Ze komen veel voor in bergwegen, waar ze het verkeer langs steile hellingen leiden. Ook in krappe ruimtes kunnen ze nodig zijn, bijvoorbeeld in dichtbebouwde steden.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Indien je een stoplicht nadert, wat kan je dan het beste doen? (wat betreft brandstof besparen en zo min mogelijk slijtage). 1. In de versnelling blijven (bv 5), gas los, evt bijremmen en op het laatst de koppeling indrukken ivm lage toeren en daarna terugschakelen (2 of 1).
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.