Deze onterechte katheters leiden tot een (onnodige) blaasontsteking. Langdurige katheterisatie kan leiden tot bacteriëmie, vorming van blaas- en nierstenen, fistel- of strictuurvorming, incontinentie en zelfs tot blaaskanker. Het niet plaatsen van een katheter bij incontinentie leidt soms tot extra kosten.
Acuut opgenomen 65-plussers die een blaaskatheter krijgen, lopen tweemaal zoveel kans om binnen een jaar te overlijden dan ouderen die geen katheter krijgen. Ook hebben oudere katheterdragers een grotere kans op functieverlies en liggen ze vaak langer in het ziekenhuis.
Contra-indicaties
Bij vermoeden van een urethrakwetsuur, bv. door eerdere blaaskatheterisaties of na een bekkentrauma. Bij een patiënt die slachtoffer werd van een bekkentrauma kan bloedverlies via het plaskanaal duiden op een scheur in de urethra.
De katheter kan de blaaswand irriteren. Hierdoor kan er wat bloedverlies optreden. Dit is niet erg en gaat vaak weer over na voldoende drinken. Wanneer u bloed in de urine blijft houden, neem dan contact op met de polikliniek Urologie.
De plasbuis van de vrouw is gemiddeld 3-4 centimeter lang. Dit betekent dat een katheter voor de vrouw een stuk korter is dan voor de man. Een katheter voor een man is ongeveer 30-40 centimeter lang en voor een vrouw tussen de 7-20 cm lang.
Door het inbrengen van een blaaskatheter kun je last krijgen van verschillende complicaties, zoals: Urineweginfecties. Blaaskramp. Lekkage of verstopping van de katheter.
Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt. Met een verblijfskatheter kunt u bijna alles doen wat u gewend was. De urine wordt opgevangen in een opvangzak.
* de primaire indicatie voor een katheter is het niet op natuurlijke wijze kunnen legen van de blaas. Urine-incontinentie en decubitus zijn geen indicatie voor een verblijfskatheter.
Opvangzakken. Als u een katheter gebruikt om uw blaas te legen, vangt u uw urine op met speciale urinezakken.
Bij harde ontlasting kunt u de neiging krijgen om te persen en als gevolg daarvan kan er urine langs de katheter lopen. Om uw ontlasting soepel te houden is het ook van belang om genoeg te drinken. De arts of verpleegkundige zal u vertellen of en wanneer de katheter verwisseld moet worden.
Over het algemeen geldt: hoe dikker de katheter, hoe groter de kans op irritatie en pijn. Het beste is om een katheter te gebruiken die goed afvoert, maar de kans op letsel aan de blaashals en urethra minimaliseert.
Een contra-indicatie of, vooral in België, een tegenaanwijzing is een reden of omstandigheid om een bepaalde behandeling of geneesmiddel niet toe te passen. Bijvoorbeeld: Iemand heeft een longontsteking waarvoor een bepaald antibioticum geïndiceerd is. De patiënt is echter allergisch voor dat middel.
Katheters voor eenmalig gebruik worden gebruikt als iemand niet goed meer kan plassen of niet genoeg controle over de blaas heeft. Iemand kan zelf de katheter inbrengen en verwijderen of dat aan een ander overlaten.
Indicaties voor blaaskatheterisatie zijn enerzijds het onvermogen om de blaas op natuurlijke wijze te ledigen (retentie) en anderzijds het onvermogen om urine vast te houden (incontinentie).
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
De meest voorkomende reden om een katheter in te brengen is incontinentie, bijvoorbeeld door een vergrote prostaat of verzakking van de blaas, waarbij de plasbuis wordt dichtgedrukt. Een andere reden om een katheter in te brengen is het ontlasten van de urinewegen na een operatie in dat gebied.
De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten. Wanneer de katheter er langer in moet blijven, wordt deze gewisseld en krijgt u een nieuwe katheter. Urinezak of kraantje Aan de katheter kan een opvangzak of kraantje gekoppeld worden.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
De verblijfskatheter is meestal aangesloten op een urinezak waarin de urine opgevangen wordt. Een verblijfskatheter kan zo'n 4 tot 8 weken blijven zitten. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
Zorgt u ervoor dat ook wanneer u in bed ligt de zak lager is dan het niveau van uw blaas. Anders kan de urine niet aflopen. Ook mag het kraantje niet op de grond hangen in verband met infecties.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
De urine-opvangzakken spoelt u na gebruik om met lauwwarm water. De katheter mag er 3 tot 12 weken in blijven zitten, dit is afhankelijk van de soort katheter die u heeft gekregen. Hoe vaak de katheter wordt vervangen, is afhankelijk de soort katheter, steenaanslag en het advies van de arts.