waarschijnlijk gaat het niet om het uitscheppen zelf, maar om het voeren van een baby. metaal kan scherpe randen hebben, en dat is natuurlijk niet prettig voor een baby mondje.metaal is ook veel kouder, en dat is ook niet prettig voor een beginnend etertje.
Babylepels. Bij babylepels kun je het beste kiezen voor zacht materiaal. Dat voelt prettiger in de mond en het is ook beter als je kind tanden krijgt. Baby's en kleine kinderen kunnen bijten op de lepel en bij hard materiaal zoals rvs is dat niet bevorderlijk voor het gebit.
Waarom is dit? Voor de zekerheid. Bij het uitscheppen van een glazen pot met een metalen lepel bestaat er een (kleine) kans dat je met de lepel tegen de pot tikt, waardoor er een stukje glas los kan laten. Om dit te voorkomen raden wij aan om een houten of kunststof lepel te gebruiken voor het uitscheppen.
Een plastic of siliconen lepel voelt voor je baby zachter en warmer. Kies daarnaast een lepel voor je baby die smal en ondiep is. Dan past-ie goed in het mondje en kan je kleintje er makkelijk eten van afhappen.
Kies voor de eerste oefenhapjes een lepel gemaakt van siliconen of plastic. Deze voelt voor je baby zacht en warmer aan dan een metalen lepel. Een metalen lepel is hard en koud. Ook de vorm van de lepel is belangrijk.
Je kan je baby zijn vitamines geven door de druppels op een lepeltje te doen of via een pipet. Een alternatief is de druppels te mengen met de voeding van je baby, bijvoorbeeld in zijn fruithapje. Zorg er wel voor dat je dit doet nadat je zijn voeding hebt opgewarmd, zodat de vitamines niet verloren gaan.
Hout is inert
Hout als materiaal loogt geen schadelijke chemicaliën uit en reageert niet met zuur voedsel, zodat het de smaak van het voedsel niet verandert zoals metalen lepels dat doen.
Breng het lepeltje horizontaal in de mond en druk het lichtjes op de tong. Houdt je baby het hoofdje lichtjes voorover gebogen, dan kan hij of zij de lepel makkelijker met de lippen leegmaken. Het is normaal dat je baby een beetje morst.
Oefen een aantal keer met een lepeltje.
Door een paar keer te oefenen went hij of zij aan de structuur van het lepeltje. Dit is een fijne tussenstap voordat je ook daadwerkelijk eten op de lepel schept. Tip: Maak gebruik van een plat lepeltje, een rond en diep lepeltje maakt het voor een baby moeilijk om van te eten.
Met een honinglepel wordt het doseren van honing een stuk makkelijker. Dit komt doordat het uiteinde een bolletje met gleuven heeft. Door de honinglepel al draaiend uit de pot met honing te halen, kan de honing beter gedoseerd worden over jouw thee of maaltijd.
Vers gemaakt appelmoes kun je in een afgesloten bak nog 2 tot 3 dagen bewaren in de koelkast. In de vriezer kun je dit overigens nog tot 3 maanden bewaren. Een pot of blik gekocht appelmoes kun je langer bewaren, zolang de pot of het blik nog niet geopend is.
Wanneer je kleintje leert eten volgens de Rapley-methode, raakt hij vertrouwd met meer verschillende smaken en texturen dan baby's die gepureerde voeding krijgen. Hierdoor is hij later minder kieskeurig en weigert hij minder vaak voedsel. Minder kans op overgewicht.
Start vaste voeding met milde smaken
Tussen de 4e en de 6e maand begin je met de eerst hapjes vaste voeding van je baby, naast de borst- of flesvoeding. Dit begint met kleine hapjes in de vorm van gemalen of geprakte papjes groente en fruit.
Vlees, vis, schaal- en schelpdieren, kaas en eieren
Doorbak of kook deze producten altijd goed als je ze aan jonge kinderen geeft. Dat doodt namelijk de bacteriën. Rauw vlees en producten van rauw vlees, zoals filet américain, ossenworst, carpaccio of niet-doorbakken tartaar. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten.
Tips om je kindje genoeg te laten eten
Combineer iets dat je kindje niet lust met eten waar hij dol op is. Leer hem dat hij niet alles moet opeten van wat hij echt niet lekker vindt. Laat je kindje wel altijd proeven, ook al is het maar één hapje. Zet je kindje nooit onder druk om iets te eten.
Soms kan (na een medische ingreep of bij te vroeg geboorte) een kind moeite hebben met eten en drinken. Vooral voor het drinken uit een fles heb je voldoende energie nodig. Sommige kinderen hebben niet genoeg conditie om een fles te drinken terwijl ze wel vaak willen drinken.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Als je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes vast voedsel (goed geprakt).
Starten met fruit-of groentepap
Is de ene pap goed opgestart, dan kan je de andere beginnen geven. Kies in het begin vooral voor zachte smaken Begin je rond de zesde maand met vaste voeding, dan heeft je baby zijn ijzervoorraad al opgebruikt en start je beter eerst met groenten.
Wat is geschikt voedsel voor je baby om te oefenen met zelf eten? Vanaf 6 maanden is een broodkorst een goed voorbeeld van iets wat je je baby in handen kan geven zodat hij het gevoel van zelf eten kan ervaren. Ook hele zachte stukjes fruit, zoals mango, avocado of banaan zijn geschikt om mee te oefenen.
Laat je houten planken/lepels nooit in water weken, zet ze niet in de vaatwasser en droog het goed af. Dit zorgt ervoor dat je hout niet splijt en dat de haartjes van het hout niet omhoog gaan staan. Als je het echt wilt desinfecteren, na gebruik van rauw vlees bijvoorbeeld, gebruik dan een beetje (pure) azijn.
Je lepel behandelen met olie
Elke voedingsgeschikte olie komt in aanmerking, zoals lijnolie, walnootolie of zuivere tungolie. Gebruik geen olijfolie, want die wordt plakkerig en trekt vuil aan.
Pollepels. soms heb je een pollepel nodig in plaats van een gewone lepel om sauzen, soepen en stoofschotels mee te serveren.
“Haal opgelucht adem: af en toe eens die vitamine D-druppeltjes vergeten, kan echt geen kwaad. Van de druppeltjes die je toedient, heeft je baby niet élke dag de volledige dosis nodig. Vitamine D is een vetoplosbare vitamine: het teveel kan dus opgeslagen worden, zodat het lichaam een reservevoorraadje heeft.
De gevolgen van een tekort
Een tekort aan vitamine D bij jonge kinderen kan als gevolg hebben dat de botten niet goed groeien en er afwijkingen aan het skelet ontstaan. Denk aan Rachitis, of Engelse ziekte. Later in het leven is het vooral belangrijk om botontkalking zoveel mogelijk tegen te gaan (osteoporose).