Gebarentaal zou het leren van de spreektaal in de weg zitten, en dus moesten de kinderen maar leren liplezen. Daarna werd gebarentaal verbannen uit het klaslokaal. Pas honderd jaar later, in 1980, werd het in Nederland weer mogelijk om les te geven in gebarentaal.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Gebarentaal verschilt wat dat betreft maar weinig van gesproken taal. Ook daarin heeft een elk land vaak een eigen standaardtaal, met dialecten binnen de grenzen. Vroeger had je in Nederland 5 dovenscholen, en elke school had zijn eigen dialect. Stiekem, want gebarentaal was tot 1980 verboden.
Voor slechthorenden en voor mensen die de Nederlands spreken, is deze taal geschikt. In feite maak je het makkelijker voor anderen om de woorden of de gebaren die je uitbeeld te begrijpen. Mensen die moeite hebben met verbale communicatie kunnen dus dankzij het NmG makkelijker communiceren.
Het is niet zo dat in alle landen dezelfde gebarentaal wordt gebruikt. Elk land heeft namelijk zijn eigen gebarentaal. Dit heeft te maken met het feit dat een taal zich ontwikkelt in een gemeenschap dus waar mensen bij elkaar zijn en communiceren, ontstaat een taal.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is. Net zoals gesproken Nederlands de eerste taal is voor de meeste horende Nederlanders.
Dan is een opleiding Doventolk een goede eerste stap. Op die manier leer je de gebarentaal van de taal waarin jij als gebarentolk aan de slag wilt gaan. Een dergelijke opleiding Doventolk kan alleen gevolgd worden aan de Hogeschool Utrecht (HU). De opleiding is een volledige voltijd opleiding en duurt 4 jaar.
NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Dat is niet waar. Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
Niet alle dove mensen gebruiken gebarentaal
Het is niet per definitie waar dat alle doven gebarentaal gebruiken. Gemiddeld gebruikt zo'n 10 procent van alle doven gebarentaal.
De NGT is een natuurlijke taal met een eigen lexicon en grammatica. Die grammatica is heel anders dan de grammatica van het gesproken Nederlands.
De NGT is sinds 1 juli 2021 een officiële taal. Dat verplicht de overheid om het gebruik van NGT in de samenleving aan te moedigen. Er zijn al verschillende voorzieningen voor doven en slechthorenden. Bijvoorbeeld tolken Nederlandse Gebarentaal in het onderwijs en op het werk.
Nederlandse Gebarentaal is (nog) geen officiële taal
Maar een officieel erkende taal is Nederlandse Gebarentaal nog steeds niet. Want de wet die in september 2020 is behandeld in de Tweede Kamer moet nog verder uitgewerkt worden, en ook nog door de Eerste Kamer worden aangenomen.
Maar de gebarentalen van beide landen verschillen nog veel meer van elkaar: misschien wel net zoveel als het Nederlands en het Spaans. Toch communiceren doven vrij makkelijk over de grens, omdat ze van jongs af aan gewend zijn zich aan te passen aan hun gesprekspartner.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Deze mensen hebben als hoofdtaal (in Nederland) de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In medische (audiologische) zin kunnen we vrijwel nooit van volledige doofheid spreken. Elke dove hoort wel iets en kan wel enigszins spraak herkennen.
De eerste 'sprekers' van gebarentaal
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten.
Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer gebarentalen die wetenschappers nog niet kennen. Duitse doven zullen een gesprek tussen Nederlandse doven niet zo maar kunnen volgen, om maar een voorbeeld te noemen. Dit laat zien dat het verschillende talen zijn.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.
In Nederland maken ruim 4.000 dove en slechthorende mensen gebruik van een tolk. Sommigen af en toe, anderen dagelijks.