Kerststerren zijn zeer gevoelig voor watertekort maar ook voor een overvloed aan water. Als de planten in een laag met water staan dan krijgen de wortels niet genoeg lucht en zullen ze afsterven. Te weinig water zorgt juist weer voor uitdroging waardoor de plant er veel minder lang mooi uit zal zien.
De kerstster heeft weinig water nodig. Wanneer je te veel giet zal de plant haar bladeren laten vallen. Onder in de pot mag nooit water staan. Het is aan te bevelen om de wortels eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen.
Ze kunnen wel een half jaar mooi blijven, dus tot ver na kerst heeft u zo kleur in de woonkamer. Kerststerren zijn 'kortedagplanten', wat inhoudt dat zij een periode lang minder dan 10 á 12 uur licht gehad moeten hebben om tot bloei te komen. Bij kwekers wordt dit proces aan het einde van de zomer ingezet.
Zorg voor voldoende vocht. De droge lucht van de centrale verwarming is vaak de oorzaak van voortijdig bladverlies. Zet uw kerstster 1x per week een minuut of tien met de voeten in een laagje lauw water en laat een deel van het water optrekken in de pot. Hierna goed laten uitlekken en dan terugzetten in de sierpot.
Kerstster staat graag licht, zonder felle zon. De kluit mag altijd licht vochtig zijn. De plant kan niet tegen tocht of heel warme plekken, zoals boven de verwarming of pal naast een knapperend haardvuur.
Als een kerstster haar bladeren laat vallen, is dat meestal te wijten aan kou en tocht. De uit Mexico afkomstige plant heeft daar namelijk een hekel aan. Thuis heeft de kerstster graag een licht, tochtvrij plekje zonder direct zonlicht bij een temperatuur van 15 tot 22 graden.
Als de kerstster zo ver is kan hij in principe in bloei worden gebracht. Dat gebeurt nadat hij gedurende tien weken iedere nacht gedurende minstens dertien uur in het donker wordt gezet. Hij moet dan echt absoluut donker staan. Tien weken lang en iedere nacht opnieuw.
Kerstrozen kunnen ook als potplanten binnenshuis worden gehouden. Zet ze dan wel in een ruime pot en op een koele plek, en zorg ervoor dat ze niet uitdrogen. Gebruik bij goede potgrond en vermeng deze met aarde uit de tuin, zodat de planten worden voorzien van de beste voedingsstoffen.
Ook bij kwekers kleurt de kerstster (Euphorbia pulcherrima) niet spontaan rood. De planten komen vormen hun gekleurde schutbladeren slechts nadat ze een periode ,,korte dagen'' hebben doorgemaakt. De nacht moet dan ongeveer 14 uur duren, de dag slechts 10.
Ten eerste verwijder je alle dode en zieke bladeren en takken. Daarna snoei je de hele plant terug. Hoe ver terug hangt af van hoe groot je hem straks wilt laten groeien. Als je een compacte Kerstster wilt kun je hem tot 15 centimeter terugsnoeien.
Het beste moment om jouw Kerstster (Poinsettia) naar buiten te verplaatsen is zodra de kans op vorst helemaal voorbij is. Zoals hierboven al stond: deze plant groeit inheems in warme gebieden. De Kerstster kan absoluut niet tegen vorst. Bij het naar buiten verplaatsen van jouw plant kun je hem ook meteen terugsnoeien.
Je hoeft tijdens de bloei geen voedsel te geven. Kerststerren zijn niet winterhard, maart wel meerjarig. Je kunt ze dus in principe jarenlang hebben en verzorgen, maar meestal bloeien ze dan minder rijk dan wanneer je iedere herfst nieuwe koopt.
Deze tuinplant bloeit van november tot en met maart. De bladeren van de kerstroos zijn donkergroen en hebben een leerachtige structuur. De plant is winterhard en trekt zich niks aan van sneeuw of vorst. Je kunt de kerstroos in zowel de grond als in een pot planten.
Een plant die te veel water heeft gekregen, herken je onder andere aan de gele bladeren of als de bladeren juist bruin uitslaan. In deze gevallen is het heel verstandig om te kijken hoe het staat met de vochtigheid. Een ongelukkige plant wil je natuurlijk niet. Kijk of de wortels zijn beschadigd door wortelrot.
De kamerplanten welke altijd in vochtige grond moeten staan, krijgen water wanneer de bovenkant van de grond lichter van kleur wordt. Nog beter; steek een vinger in de grond, plakt er aarde aan je vinger? Dan is de grond nog vochtig genoeg. Wacht nog even met water geven.
Helleborus bloeit van januari tot in april. Het blad blijft het hele jaar aan de plant, maar wordt op den duur wel lelijk. In februari kun je al wat blad wegknippen, maar wacht met alles weg te knippen tot het nieuwe blad verschijnt!
Helleborus groeit het best op een licht beschaduwde plaats, onder bomen of heesters. Kalkrijke grond, kleigrond bijvoorbeeld, is ideaal. Meng compost of bladaarde door de grond, en sluit af met een handje kalk. Plant ze niet te diep, zorg dat de bloemknoppen boven de grond blijven.
Ben je op zoek naar een grotere plant voor een plek bij het raam op het zuiden dan kun je kiezen voor bijvoorbeeld strelitzia, ficus, bananenplant, yucca, croton, schefflera en veel kamerpalmen. Zet deze planten echter niet te dicht tegen het raam, een afstand van één à twee meter wordt meer gewaardeerd.
Plaats ze in een groep vlakbij een raam
Zo weet je zeker dat jouw planten genoeg licht krijgen en dan staan ze ook nog leuk bij elkaar gestyled. Heb je een grote groene zonaanbidder? Zet deze dan vooraan in de zon en ze je kleine plantjes die liever indirect licht hebben erachter.