Een peuter leert dus veel van het stellen van waarom-vragen. Het leert gedachten omzetten in vragen, leert vragen formuleren en leert veel van de antwoorden die het krijgt. En het kind leert dat het goed is om dingen te willen begrijpen en weten, wat de ontwikkeling van het kind stimuleert.
Maar waarom is die waarom-fase er? Deze fase, waarin het vragenvuur van je peuter nooit lijkt te doven, is een belangrijke fase in de ontwikkeling. Zowel op het gebied van taal- als de kennisontwikkeling. Door het stellen van vragen en jouw antwoorden erop krijgt je peuter grip op de wereld.
Vaak beginnen kinderen vanaf een jaar of drie met het stellen van 'waarom' vragen. Je kind is nieuwsgierig en wil de wereld beter begrijpen. Dit is een grote mijlpaal voor zijn taalontwikkeling. Door het vragen stellen, leert je kind namelijk verbanden leggen.
Hoelang de waarom-fase duurt verschilt per kind. Net als dat het verschilt op welke leeftijd het begint. Sommige kinderen beginnen op hun tweede al vragen op je af te vuren, andere pas in de kleutertijd.
De meeste kinderen beginnen zo rond de drie jaar met het stellen van 'waarom-vragen'. Het kind is nieuwsgierig en wil weten en begrijpen. Door middel van 'waarom-vragen' breidt het kind zijn kennis van en begrip over de wereld om hem heen uit door het gebruik van de taal.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
4-jarige meisjes spannen de kroon
Met 4-jarige meisjes als ultieme winnaressen in de nieuwsgierigheidscategorie: zij pronken bovenaan de lijst met een duizelingwekkende 390 vragen per dag. De 'verliezers' bleken met 'slechts' 144 vragen per dag de categorie 9-jarige jongens.
De periode waarin kinderen grapjes over poep en plas maken, speelt ongeveer vanaf 3-jarige leeftijd en kan wel vijf jaar duren, tot ze acht zijn.
Je kind van 5 jaar kan:
de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten. groepjes herkennen van 6 zonder te tellen.
Veelvoorkomende kenmerken van hoogbegaafde peuters zijn: Diepgaande interesses (bijvoorbeeld in dinosaurussen, planeten of vulkanen) hebben. Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken.
Het afgelopen jaar leerde je peuter rennen, zich verstaanbaar maken met twee- of zelfs drie-woordzinnen, is hij een stuk zelfstandiger geworden en begint hij zich te ontpoppen tot sociaal wezentje. Misschien heeft hij de luiers zelfs al verruild voor onderbroekjes.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
Omdat kleuters vooral leren door te doen, is er concreet materiaal in de klas aanwezig. Denk hierbij aan puzzels, kapla, kralen en houten cijfers en letters. Zo leren kleuters bijvoorbeeld de telrij tot twintig kennen door blokjes op een rij te leggen. Op die manier kunnen zij letterlijk zien en voelen wat twintig is.
Een vierjarige gebruikt zijn fantasie om de wereld te begrijpen en experimenteert met verhalen en rollen. Misschien loopt hij wel dagenlang als superman of als prinses rond. Hij leert hiermee wat anderen doen, denken en voelen en dat helpt bij de gewetensontwikkeling en het leren rekening te houden met anderen.
Op school leert je kindje veel nieuwe vaardigheden zoals getallen, vormen en letters herkennen, luisteren naar elkaar en verhaaltjes navertellen. Ook maakt hij kennis met rijmen, lettergrepen, seizoenen, dagen in de week en oefent hij met het schrijven van zijn naam.
Vaak met poep spelen
Misschien krijgt je kind veel aandacht met het poep smeren? Ook negatieve aandacht is aandacht voor je kind. Zo kun je in een negatieve cirkel komen: doordat jij moppert gaat je kind juist door met poep smeren om jouw aandacht te krijgen.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Op de leeftijd van 20-30 maanden kunnen de meeste kinderen aangeven dat ze gepoept hebben of moeten poepen. De meeste kinderen zijn met de leeftijd van 2,5-3 jaar overdag droog en met de leeftijd van 3-4 jaar 's nachts droog. Een kind kan eerst 's nachts droog zijn en daarna overdag.
Kinderen zeggen gemiddeld per dag 378 keer het woord ”MAMA” als ze iets nodig hebben, iets willen of als ze verdrietig zijn en dit tegen de 78 keer “PAPA” per dag. We gooien er natuurlijk even een disclaimer tegenaan, want dit geldt niet voor ieder gezin, er zijn een hele hoop uitzonderingen.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Je hebt taal nodig om goed te kunnen communiceren met andere kinderen en volwassenen. Als het kind hierin achterblijft, kan er een achterstand worden gecreëerd. Dit zal dan ook gevolgen hebben voor het welbevinden van het kind. Daarnaast is taal ook verbonden aan de hele denkontwikkeling van een kind.
Tips voor brutaal en opstandig gedrag
Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Je stem verheffen of schreeuwen helpt niet. Als je je kind zijn zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen. Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.
Ze kunnen regels leren en steeds meer verbanden zien tussen dingen. Kinderen kunnen zich steeds beter inleven in iemand anders (bijvoorbeeld als ze iemand de weg wijzen) en ze kunnen problemen in hun hoofd eerst oplossen voordat ze in actie overgaan.