In de vastentijd tussen Aswoensdag en Pasen mochten er lang geleden geen vlees en geen eieren worden gegeten. Daarom beschilderden mensen de eieren die in die tijd werden gelegd. En op Paaszondag mochten er eindelijk weer eitjes worden gegeten.
Het ei symboliseert nieuw leven, iets wat perfect past bij de verrijzenis van Jezus, dat met Pasen gevierd wordt. Dat de paaseieren verstopt worden, heeft ook met vruchtbaarheid te maken. Vroeger werden de eieren begraven op de akkers. Men geloofde dat de akkers hiermee weer vruchtbaar zouden worden.
De term Pasen heeft zijn oorsprong in het joodse Pesach. De opstanding van Jezus vond plaats tijdens Pèsach, de joodse viering van de uittocht uit Egypte. Tijdens het Eerste Concilie van Nicea (325) zijn de data van beide feesten officieel ontkoppeld.
Een goede katholiek hoort officieel 40 dagen voor Pasen een periode van vasten in te lassen, die begint na carnaval, van Aswoensdag tot Goede Vrijdag . Dat betekent sober leven. Gedurende die periode mag je geen vlees eten, maar ook geen zuivelproducten en eieren.
Pasen is het feest ter herdenking van Christus' Verrijzenis uit de dood. Gelovigen vieren de toegang tot een nieuw en eeuwig leven. In de viering van Pasen vallen twee belangrijke onderdelen te onderscheiden: de paaswake in het duisternis van de paasnacht en de dagmis van paaszondag.
De kruisdood van Jezus van Nazareth wordt op deze dag herdacht. Op deze dag eten sommige Katholieken geen vlees. Dat heeft te maken met de vastentijd. Tijdens deze periode mogen Katholieken slechts één volle maaltijd per dag nuttigen en op Aswoensdag en Goede Vrijdag geen vlees eten.
Pasen is het belangrijkste christelijke feest en draait om de kruisiging en wederopstanding van Jezus Christus. Pasen zelf valt op zondag en is in feite de dag dat Jezus uit de dood herrees. Maar het paasfeest is ook wel de verzamelnaam voor de hele week, van Witte Donderdag tot tweede paasdag.
(2) Vrolijk Pasen! Ook als de wensformule in een zin gebruikt wordt met een onbepaald lidwoord ervoor, is de onverbogen vorm het gebruikelijkst. (3) Mijn ouders wensten me een vrolijk Pasen. Vergelijkbare voorbeelden zijn zalig(e) Pasen en zalig(e) Kerstmis.
Er bestaat een christelijke uitleg voor de oorsprong van paaseieren. Het heeft alles te maken met de vasten, de periode waarin christenen 40 dagen lang geen snoep, niet al te veel vlees, én geen eieren mochten eten. Na de vasten zouden er altijd eieren in overvloed zijn geweest.
De paastak dient als versiering in aanloop naar en tijdens Pasen. Gewoonlijk worden takken gekozen die aan het uitlopen zijn, om de vernieuwing van Pasen of de vernieuwing in de lente te symboliseren. Deze takken kunnen versierd worden met (kunst)eieren, (kunst)kuikentjes, strikjes, veertjes of slingers.
Het broodje is waarschijnlijk in het midden van de 19de eeuw door de plaatselijke bakkers vorm en smaak gegeven. Oud Ommenaren komen van heinde en verre om rond Sinterklaas een voorraadje van deze "zuute plassies" in te slaan. Waar de naam van het broodje vandaan komt, is evenzeer een geheim als het recept ervan.
De laatste dag voor Pasen, Stille Zaterdag, herinnert aan de tijd dat Jezus' lichaam in het graf lag. Op deze dag worden de kerkklokken niet geluid.
Witte Donderdag is de donderdag vóór Pasen. Herdacht wordt het pesachmaal dat Jezus aan de vooravond van zijn kruisdood met zijn leerlingen hield. Tijdens dit Laatste Avondmaal stelde Jezus de Eucharistie en het Priesterschap in. Witte Donderdag is in het katholieke Paasfeest een belangrijke dag.
Omdat een jaar 52 weken en een dag duurt - en bij schrikkeljaren twee dagen - veranderen de zondagen elk jaar van datum. Dit patroon herhaalt zich elke 28 jaar. De achterliggende berekening is ingewikkeld, maar er is een vuistregel: eerste paasdag is de eerste zondag na de eerste vollemaan na de lente-equinox.
Daarnaast vielen veel feesten, zoals Pasen en Pinksteren, altijd op een zondag. Omdat mensen op die dag sowieso al vrij waren, gunde de staat hen een extra dag. Vanaf dat moment kende Nederland dus officieel een tweede paasdag als christelijke feestdag.
De Finnen hebben de meeste feestdagen (15), op de voet gevolgd door Spanje (12), Griekenland (12) en vier landen met elf feestdagen (Denemarken, Frankrijk, Zweden en Italië).
Tijdens de lente wordt het steeds langer licht (=geel), breekt de zon (=geel) vaker door en zijn er geboorten van dieren, zoals eendjes (=geel) en komen de voorjaarsbloemen als narcissen (=geel) in de bloei. Zowel lente als Pasen staan voor vruchtbaarheid en een nieuw begin en daarom is geel de kleur van Pasen.
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld en, aan het kruis genageld, stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus de mens verlost. Goede Vrijdag is de droevigste dag van het kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder.
Pasen is het belangrijkste christelijke feest. Dan wordt gevierd dat Jezus is opgestaan uit de dood. Ook is het het feest van de lente en nieuw leven. Op dit schilderij staat Jezus op uit zijn graf.
Onrein voedsel is bijvoorbeeld vlees waar nog bloed inzit, vlees dat afkomstig is van niet-herkauwende dieren met gespleten hoeven of dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven. Varkens, hazen en konijnen zijn dus uitgesloten.
De katholieke gelovige had op vrijdag een 'dag van volledige onthouding'. Deze onthouding betekende dat het eten van (toentertijd) luxe middelen zoals vlees van landdieren verboden was. Vis was vroeger een goedkoper product dan vlees en geen landdier en viel daar dus niet onder.
Palmzondag, ook wel Palmpasen of Passiezondag genoemd, is de laatste zondag voor Pasen, waarop de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem wordt gevierd. De laatste zondag in de Veertigdagentijd en de eerste dag van de Goede Week is het Palmzondag, ook wel Passiezondag of Palmpasen genoemd.
Dat is namelijk de dood van Jezus op Goede Vrijdag. Met Pasen, drie dagen na Goede Vrijdag, vieren christenen dat Jezus opgestaan is uit de dood. Dan weer 39 dagen later zou hij, volgens de overlevering, naar god zijn gegaan.