Door de chemotherapie wordt de tumor kleiner en kan er wel geopereerd worden; • de mogelijkheden van een borstsparende operatie worden vergroot, door eerst chemotherapie te geven. Dit geldt vooral bij een relatief grote tumor in een relatief kleine borst.
Meestal wordt u binnen 5 weken na de laatste chemokuur ingepland voor de operatie. In de tussenliggende weken kunt u herstellen van de chemokuren.
"Vaak weten we uit onderzoek dat een behandeling bij een bepaald percentage patiënten aanslaat, bijvoorbeeld bij veertig procent. Maar je weet niet of die specifieke patiënt die tegenover je zit, hoort bij de veertig of de zestig procent.
Chemotherapie na de operatie kan het risico op uitzaaiingen met ongeveer de helft verminderen. Het risico op uitzaaiingen wordt ingeschat op basis van de kenmerken van de tumor en je leeftijd. Bij sommige soorten borstkanker kan een genprofieltest soms helpen om het risico op uitzaaiingen te voorspellen.
Een chemotherapie kan ook palliatief zijn als de kanker niet kan worden genezen. Ze kan de ziekte vertragen door de tumor te verkleinen, door uitzaaiingen te vernietigen of hun aantal te verminderen. Zo kan de levensverwachting soms met meerdere jaren verlengd worden.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Bij een verminderd aantal witte bloedcellen in uw bloed, bent u vatbaarder voor infecties. Dit geldt vooral 7 tot 14 dagen na uw chemokuur. Om een infectie te voorkomen is het verstandig om zieke mensen niet op te zoeken, afstand te houden bij verkoudheid en uw handen regelmatig te wassen.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Hoe weet je of chemotherapie aanslaat? Aan je lichaam kun je niet merken of chemotherapie aanslaat. Hoeveel last je hebt van de bijwerkingen zegt niets over het resultaat van de behandeling.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.
U kunt dagelijks, wekelijks, driewekelijks of maandelijks een behandelingssessie krijgen. Meestal wordt chemotherapie in cycli gegeven waarbij één cyclus drie tot vier weken in beslag neemt. Per cyclus krijgt u één of meer keren chemotherapie toegediend.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.
Sommige mensen merken niet zo veel na een kuur, terwijl andere mensen heel ziek kunnen worden. Hoe dit bij u zal zijn, is vooraf niet te voorspellen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, haarverlies en vermoeidheid.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Helaas is kanker niet altijd te genezen. Dat komt doordat kanker een ingewikkelde ziekte is die voor iedereen anders verloopt. Hoe kanker ontstaat verschilt per persoon en alle soorten kanker zijn anders.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Praktische adviezen voor een energie- en eiwitrijke voeding
Probeer minimaal 6 keer per dag iets te eten. Sla geen maaltijden over. Varieer zoveel mogelijk: wissel zoete, zure of hartige gerechten, warme en koude gerechten regelmatig af. Neem rustig de tijd om te eten, kauw goed.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Vermoeidheid tot lang na je behandeling
Het komt bijvoorbeeld niet doordat je iets actiefs hebt gedaan, zoals sporten, wandelen of het huishouden. Dit heet chronische vermoeidheid. Het is vermoeidheid die 6 maanden of langer duurt. Soms duurt het zelfs jaren.
Je kunt moe zijn door chemotherapie of bestraling
Beschadigde cellen moeten weer herstellen en dode kankercellen moeten opgeruimd worden. En dat kost het lichaam energie. Soms krijgt iemand een infectie of andere klachten door de behandeling. Ook daar kun je moe van zijn.