Een cadansmeter geeft het aantal omwentelingen dat je in een minuut maakt aan. Je moet zorgen dat je in een hoger cadans rijdt, want een te lage cadans is slecht voor de knieën. Met een cadansmeter krijg je meer inzicht in je manier van bewegen.
Wanneer je gaat klimmen of lange ritten rijdt dan is een hoge cadans absoluut het beste. Dan spreek je niet alleen je spieren, maar ook je cardiovasculaire systeem aan. Door deze balans kun je langer doorfietsen zonder vermoeid te raken. Een goede cadans ligt dus ergens rond de 100 omwentelingen per minuut.
Bij een cadanstraining training focus je op een hoge cadans (trapfrequentie) en train je zo je souplesse, waardoor je spieren minder hard hoeven te werken om dezelfde snelheid aan te houden. Deze training komt vooral van pas in de bergen!
Cadanssensoren of cadansmeters meten je cadans ofwel trapfrequentie. De cadanssensor geeft de pedaalslagen door aan je fietscomputer. Op je fietscomputer wordt deze data dan weergegeven in omwentelingen per minuut. Ben je een serieuze fietser, dan is deze informatie heel belangrijk voor je training.
Om op de parameter 'cadans' te kunnen sturen tijdens het mountainbiken en wielrennen, is een zogenaamde cadanssensor ontwikkeld. Die meet tijdens je rit steeds het aantal pedaalslagen dat je trapt en geeft deze omwentelingen door aan bijvoorbeeld je fietscomputer of sporthorloge.
Cadans is het aantal keren dat je voet de grond raakt. Meestal is die periode een minuut. Je lengte, gewicht, been en paslengte en actief vermogen bepalen samen je optimale cadans. Recreatieve lopers hebben een cadans van ongeveer 160-170 stappen per minuut, terwijl atleten rond de 180 stappen of meer per minuut lopen.
Plaats de platte kant van de cadanssensor aan de binnenkant van de pedaalarm, aan de kant waar niet de aandrijving zit. op de sensor. Draai de pedaalarm rond om de afstand te controleren. De sensor en banden mogen niet in contact komen met enig onderdeel van uw fiets of schoen.
Je cadans verhogen
Je kunt namelijk ook trainen op een verhoging van de trapfrequentie. Door de trapfrequentie te verhogen met 20 per minuut, neemt de benodigde kracht af met zo'n 20%. En als je de trapfrequentie verhoogt van 60 naar 120 per minuut, dan halveert de benodigde kracht.
Wat is de perfecte trapfrequentie? Voor de meeste wielrenners ligt die ergens tussen de 80 en 100 rpm, een aantal waarbij je snel, maar gecontroleerd kunt trappen, terwijl je een redelijke druk op de trappers uitoefent die je ook vol kunt houden. (Natuurlijk verlaagt je cadans tijdens een klim, dat is prima.)
Door een goede cadans ontstaat minder belasting van gewrichten zoals de heup, de knie en de enkels dan wanneer je dezelfde snelheid probeert te lopen met een tragere maar langere pas ofwel lage loopcadans. Ook kun je met een hoge loopcadans beter op de voor- en middenvoet blijven landen.
De trapfrequentie is het aantal pedaalomwentelingen die je per minuut maakt. De meeste tourfietsers rijden met een trapfrequentie onder de 90. De ideale trapfrequentie verschilt per persoon en ligt tussen de 90 en 110 in.
Berekening verzet:
Een verzet reken je uit door het aantal tanden van het voortandwiel (32T) te delen door het aantal tanden van het grootste achtertandwiel (34T) en dit dan te vermenigvuldigen door de omtrek van het wiel (1,802M). 32 : 34 = 0,94 x 1,802 =1,696 meter per trapper omwenteling.
Wat is neuromusculair trainen? De term neuromusculair geeft aan dat het de zenuwen en spieren betreft. Begrippen zoals coördinatie, stabiliteit, proprioceptie, balans en pertubatie passen bij neuromusculair trainen.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Je moet je spieren namelijk wel goed opwarmen voor het beste resultaat. Trap 1 minuut op hoog tempo met een cadans van rond de 100 omwentelingen. Je lichaam went dan alvast aan de inspanning van de FTP-test. Herhaal dit drie keer en neem tussen de intervallen 1 minuut rust.
Om 20 km af te leggen op je fiets heb je onder normale omstandigheden 1 uur en 11 minuten nodig. Met wind tegen doe je over 20 km ongeveer 1 uur en 20 minuten, en met wind mee ongeveer 1 uur en 4 minuten. Op een elektrische fiets doe je 48 minuten over 20 km.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Cadans van 60 rpm wordt over het algemeen als te laag beschouwd, je rijdt 'op kracht'. Cadans van 75-85 rpm is voor veel goed getrainde wielrenners ideaal. op lange bergcols rijd je op souplesse. Cadans van 90-100 rpm is op het vlakke land een ideale cadans.
RPM™ is een indoor cycling les op het ritme van motiverende muziek. Je verbrandt veel calorieën en je wordt snel fit. RPM is gebaseerd op wielrennen en bestaat uit een aantal beklimmingen en sprints. Je bepaalt zelf de intensiteit van je workout met een weerstandsknop op de fietsen en je pedaalsnelheid.
Een gemiddelde fietser trapt op een fiets de pedalen rond met ongeveer 1 á 2 omwentelingen per seconde ( 60 à 120 omwentelingen per minuut) afhankelijk van de inspanning en conditie. De wielen draaien ongeveer 1 (bij 8 km/h) à 8 omwentelingen (bij 60 km/h) per seconden.
Het toestel gebruikt één CR2032 batterij. De LED knippert rood na twee omwentelingen als de batterij bijna leeg is. bevindt zich op de achterkant van de sensor. Draai de deksel linksom tot deze is ontgrendeld en los genoeg zit om te verwijderen.
Loop je je duurloopjes al met een pasfrequentie van rond de 180: lekker bezig en niets meer aan doen! Weet je niet met welke pasfrequentie jij loopt? Dan zou ik je passen echt eens gaan tellen! Uit onderzoek blijkt dat alle lopers van nature een te lage pasfrequentie hebben.
Als je beter gaat lopen door te werken aan je snelheid, je kracht en je coördinatie, dan zou je een verschil kunnen merken in je pasfrequentie. Naarmate je sterker en sneller wordt – en je optimale pasfrequentie en paslengte vindt – zal het minder vermoeiend zijn om aan dezelfde snelheid te blijven lopen.