In sommige omstandigheden kan een patiënt niet meer plassen of is het noodzakelijk de hoeveelheid urine die wordt aangemaakt op te volgen. Hiervoor zal een blaassonde worden geplaatst. Op die manier kunnen we de urine opvangen en eventueel de blaas laten ledigen.
Wat is een blaassonde? Een blaassonde (blaaskatheter) is een dun buisje dat tot in de blaas wordt gebracht waardoor urine kan afvloeien. Om de blaassonde ter plaatse te houden, wordt er een ballon opgeblazen in de blaas met 10 ml water.
De meest voorkomende reden om een katheter in te brengen is incontinentie, bijvoorbeeld door een vergrote prostaat of verzakking van de blaas, waarbij de plasbuis wordt dichtgedrukt. Een andere reden om een katheter in te brengen is het ontlasten van de urinewegen na een operatie in dat gebied.
Uw arts heeft met u besproken hoe lang u een blaassonde nodig heeft. Wanneer de sonde langere tijd aanwezig moet blijven, kan het zijn dat de sonde moet vervangen worden. Latexsondes moeten elke week worden gewisseld.Een siliconen sonde of een sonde met een speciale coating kan 6 tot 8 weken ter plaatse blijven.
Als u wakker wordt na de operatie heeft u mogelijk een blaassonde (een buisje) die urine uit de blaas in een zak afvoert, en/of een soort tampon (een 'wiek') die in uw vagina wordt geplaatst om bloedingen te voorkomen.
Iedere operatiewond doet pijn. U krijgt na de operatie voldoende pijnstillende middelen, zodat u de pijn niet of nauwelijks voelt. Wanneer een verzakking van de achterwand is hersteld, kan het zitten direct na de operatie pijnlijk zijn. Bij een sacrospinale fixatie kunt u pijn ervaren in de rechterbil.
Het kan ook zijn dat u in de loop van de tijd steeds minder goed kunt leegplassen (chronische urineretentie), omdat de blaasspier niet sterk genoeg is of omdat uw bekkenbodemspieren te gespannen zijn. De hoeveelheid urine die in de blaas achterblijft, wordt dan steeds groter.
Symptomen bij urineretentie
Buikpijn, • Pijnlijke zwelling in de onderbuik, • Niet of druppelsgewijs plassen, • Ongewild urineverlies, • Slappe urinestraal, • Vaak kleine beetjes plassen, • Snel een terugkerende aandrang om te plassen.
Het is belangrijk dat u na het verwijderen van de katheter minstens 6 glazen vocht drinkt, verdeeld over de dag. Dit is nodig omdat u dan veel urine aanmaakt en we kunnen kijken of het plassen weer op gang komt. Probeer na het verwijderen van de katheter regelmatig te plassen.
Contra-indicaties
Bij vermoeden van een urethrakwetsuur, bv.door eerdere blaaskatheterisaties of na een bekkentrauma. Bij een patiënt die slachtoffer werd van een bekkentrauma kan bloedverlies via het plaskanaal duiden op een scheur in de urethra.
Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.
Het onderzoek kan een vervelend gevoel geven, maar is niet pijnlijk. Het gehele onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Het kijken in de blaas neemt over het algemeen niet meer dan een paar minuten in beslag. Bij mannen wordt de plasbuis verdoofd met een vloeistof die tevens ook een glijmiddel is.
Katheterspoelen gebeurt altijd met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof. Het spoelen van de blaas heeft als doel medicatie aan te brengen aan de blaaswand (blaasinstillatie) of om bloedstolsels of debris (bezinksel) uit de blaas te verwijderen.
Mannen en vrouwen met een katheter kunnen seks hebben. Bij een suprapubische katheter geeft dit geen problemen. Vrouwen met een transurethrale katheter kunnen de katheter op de buik vastplakken. Mannen met een transurethrale katheter kunnen de katheter vastmaken op de penis en een condoom omdoen.
Het kan leiden tot recidiverende infecties, incontinentie, overactieve blaas en beschadiging van de m.detrusor. Dit laatste versterkt de chronische retentie. Bij een acute retentie verliest de patiënt in korte tijd de mogelijkheid om te plassen (vrijwel) geheel.
Bij een urineretentie is het van belang om de urine weg te laten stromen omdat anders schade aan de nieren ontstaat. Het plaatsen van een katheter waardoor de urineafvoer plaats vindt, zal de klachten direct verminderen. Het inbrengen van een slangetje via de plasbuis is de beste oplossing.
Blijft er minder dan 250 ml urine achter in de blaas, dan heeft u geen katheter meer nodig. Blijft er meer dan 250 ml urine in de blaas achter of u kunt niet spontaan plassen dan zal er overleg plaatsvinden met de gynaecoloog.
Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden. Maar een volle blaas kan ook andere klachten geven, zoals pijn, en je plas niet op kunnen houden (zie Urineverlies).
om de blaas volledig te legen kunt u een aantal keren het bekken kantelen (onderrug hol en bol maken), ga daarna weer rechtop zitten en ontspan zoveel mogelijk; knijp tot slot de bekkenbodemspier aan en trek in; veeg niet te veel met toiletpapier. Spoel liever na met wat water en dep daarna droog.
Een blaasverzakking kan groter worden als u ouder wordt, maar dat hoeft niet. Als er geen klachten zijn, is behandeling niet nodig. Als de verzakking wel klachten geeft, kan de behandeling bestaan uit bekkenfysiotherapie, een ring of een operatie.
Sommige vrouwen met een verzakking maken zich zorgen over seks. U hoeft echter niet bang te zijn dat er tijdens seks iets beschadigd raakt. De wand van de vagina is heel soepel en geeft mee. Misschien is seks wel moeilijker of pijnlijker dan eerst.
Bijna 50% van alle vrouwen krijgt ooit in haar leven een verzakking (of prolaps). Niet elke verzakking behoeft behandeling. Als de klachten het normale dagelijkse functioneren beïnvloeden kan een behandeling uitkomst bieden.