Veel vrouwen in India hebben een stip op hun voorhoofd. De tikka staat symbool voor bescherming en zou het boze oog afwenden. Er zijn vele kleuren, vormen en symbolen. De stip of streep waarmee Indiërs hun voorhoofd versieren, dat is een tikka of kumkum - typisch Indiaas.
Bindi is Hindi voor druppel of stip, afgeleid van Bindu uit het Sanskriet en symboliseert het spirituele derde oog (ajna). Het is een traditionele decoratie die door Hindoe-vrouwen als rode stip op het voorhoofd gedragen wordt.
De religie heeft geen stichter waarin alle hindoes hun inspiratie vinden. Wat en hoe hindoes geloven is zeer divers. Eensgezind denken ze over reïncarnatie: het voortleven van je ziel in een ander mens of dier. Hoe fijn je volgende leven is, wordt bepaald door hoe je je in je huidige leven gedraagt, karma.
Enkele belangrijke hindoeïstische symbolen zijn de swastika (als symbool voor voorspoed en geluk), de lotusbloem (symbool van de beschermgod Vishnoe) en het symbool omkar (dat duidt op bewustzijn, overgave en mantra).
Hindoes eten geen rundvlees omdat de koe een heilig dier is. Daarom zijn er zelfs speciale tempels voor dit dier waar gelovigen offers brengen aan beelden van koeien. Een van de redenen dat koeien heilig zijn, is omdat hindoes geloven dat de oermoeder wel eens de vorm van een koe aanneemt.
Hindoeïsme is een godsdienst die met name in India wijd verbreid is. In de hindoeïstische traditie werden marteling en mishandeling al in de 3e eeuw v.C. verboden. Oude hindoeïstische teksten zijn ook gekant tegen de doodstraf.
Ook het hindoeïsme kent verschillende richtingen. Hindoes eten nooit rundvlees en meestal geen varkensvlees, maar in sommige gezinnen komt wel kip en eend op tafel. De priesters, de pandits, zijn wel strikt vegetarisch.
Die God heet Brahman en hij heeft geen vorm of lichaam. Toch kan Brahman de gedaante van een mens aannemen. Die gedaantes worden door de Hindoes vereerd. De belangrijkste drie gedaantes zijn: Brahma, Vishnu en Shiva.
' Mensen in India vormen zich een beeld van Jezus Christus dat aansluit bij hun eigen cultuur. Voor hindoes krijgt Jezus een plaats tussen de leraren en goden van de eigen religie.
Hindoes bidden en offeren in gebouwen die ze mandir of tempel noemen. De voorschriften voor de bouw en de indeling staan vast en zijn beschreven in de Vaastu Shastra een oud-Indiaas geschrift uit 1000-1500 voor Christus. Hier houden ze ook erediensten of vieren ze hun feesten ter ere van goden en godinnen.
Reïncarnatie na de uitvaart
Reïncarnatie, oftewel wedergeboorte, staat centraal in het leven van alle hindoes. De mens is opgenomen in een cyclus van leven en dood die zich telkens weer herhaalt. Uiteindelijk kan de hindoe zijn bestemming vinden door op te gaan in het eeuwig goddelijke.
Animisme is het allereerste geloof ter wereld. Niemand heeft het uitgevonden. Het ontstond doordat wereldwijd mensen verklaringen zochten voor de dingen die gebeurden. Zij bedachten dat alles op aarde het werk was van bepaalde krachten.
Een sari is een lap stof van 5 bij 1 meter die vrouwen om zich heen slaan en er onder wordt een onderrok en blouse met mouwtjes gedragen. Daarna wordt hij nog eenmaal om het lichaam gedraaid en over de schouder geslagen. Er zijn sari's in vele kleuren, allen met eigen betekenis.
De traditionele bindi, de naam is afgeleid van 'bindu' wat druppel in het Sanskriet betekent, was rood of roodbruin van kleur. Vermiljoenpoeder, vermalen saffraan met kusumbabloem, sindoor of kumkum werd aangebracht op de vingertop waarmee een ronde stip gemaakt kon worden.
Ook het hindoeïsme kent een vastentijd, al is die niet echt aan een gebeurtenis verbonden. Hindoes kunnen vasten voor een van hun vele godsdienstige feesten, of om geld te besparen dat zij aan de armen kunnen geven. Ze mogen zelf bepalen hoe lang en hoe ze vasten.
De meeste hindoes geloven in de absolute eenheid van een transcendente en immanente God, het oneindige Kosmische Bewustzijn (Parama Purusha), die de schepper is van het universum en waar alle wezens ten innigste mee verbonden zijn.
Krishna is de God van de Liefde en de Kracht. Hij is zo belangrijk omdat hij de mensen leert hoe je een goed leven leidt. Het belangrijkste verhaal over Krishna is de Bagavad Gita. Daarin wordt beschreven hoe Krishna, Arjuna te hulp komt.
Krishna is de achtste nederdaling van Vishnu. Maar Krishna wordt ook als zelfstandige god geëerd. Hij kan Vishnu's attributen dragen: het rad of de schelphoorn. Vishnu heeft een blauwe huidskleur in de gestalte van Krishna én in die van Rama – een andere nederdaling van Vishnu.
Shiva heeft een vrouw die Parvati heet. Zij wordt in verschillende gedaanten aanbeden: als zachte Moedergodin, als bloeddorstige godin Kali en als Durga, de godin van de strijd. Net als veel andere goden is Parvati dus een mengeling van goed en kwaad, vriendelijk en wreed, leven en dood.
Rama, Ram (Sanskriet: rāma, devanagari: राम) of Ramachandra (rāmacandra, रामचन्द्र) is de hoofdpersoon uit het hindoeïstische epos Ramayana. Veel hindoes beschouwen hem als de zevende van de tien belangrijkste avatars (reïncarnaties) van de god Vishnu.
Veel hindoes eten met hun vingers en gebruiken daarvoor alleen hun rechterhand. Ze drinken water, zoete thee of een verkoelende yoghurtdrank die lassi heet en die zoet of zout bereid kan worden. De traditionele hindoeïstische geneeskunde wordt Ayurveda genoemd.
Welk geloof eet geen kip? Antwoord: De meeste Boeddhisten zijn vegetarisch omdat ze tegen het doden van dieren zijn. Het eten van vlees wordt als oneervol beschouwd. Sommige Boeddhisten geloven dat Boeddha tijdens zijn leven op aarde de gedaante van een dier aan nam.
Vishnu zit meestal op het mythische wezen Garoeda, dat half mens, half adelaar is. Vishnu wordt vaak voorgesteld met vier armen, waarmee hij zijn attributen vasthoudt.
Er zijn eigenlijk maar een paar feesten die alle hindoes vieren. De belangrijkste zijn Holi en Divali. Allebei de feesten hebben te maken met de stand van de maan en de zon. Het holifeest (of: phagunafeest) duurt tien dagen en wordt gevierd als het in de maand Phaguna (maart/april) volle maan is.
„Oranje is de kleur van de wereldverzaking en verlichting. Het is de kleur die aangeeft dat je de Veda's, de hindoeïstische heilige geschriften, bestudeert”, legt Dhananjaya das Adhikary (61) uit.