De juiste bandenspanning is belangrijk voor de wegligging en daarmee de veiligheid voor bestuurders en andere weggebruikers. Een te lage bandenspanning zorgt voor minder grip op de weg. Dit vergroot de remweg en de kans op slippen. Bovendien is de kans op een klapband groter.
Het is zeer belangrijk om de luchtdruk in de banden van de auto op de juiste spanning te houden. Voor een personenauto ligt de luchtdruk van de autobanden tussen de 2.0 en 2.5 bar. Bij normaal gebruik daalt de luchtdruk van de auto ongeveer met 0.2 bar.
Een te lage of te hoge bandenspanning verhoogt de kans op klapbanden. Door een te lage bandenspanning is je auto minder goed in staat onregelmatigheden in het wegdek op te vangen. Door een te lage of te hoge bandenspanning verslechtert je wegligging. Bij de juiste bandenspanning is het stuurgedrag optimaal.
Als een autoband te hard is opgepompt, dan wordt de band als het ware bol. Het gevolg: Geen optimaal contact. Verhoogde slijtage in het midden van de band.
Elke autoband loopt langzaam leeg, omdat het rubber altijd iets poreus is. Maar dat is maximaal 3% per maand. Dus bij een druk van 3 Bar is dat 0,03 Bar. Dit kunt u op een normale drukmeter niet eens zien.
Het luchtvolume wordt berekend als: volume van de band x de druk= luchtvolume in liters. Voorbeeld 1: een implement band van 500/50 – 17 heeft een volume van 260 liter. De bandenspanning voor deze band is 2.75 bar. Het totale luchtvolume is 260 liter x 2.75 bar = 715 liter lucht.
Koude of warme banden
Tijdens het rijden neemt de temperatuur van de band al binnen enkele kilometers toe tot wel 75 graden Celsius. Dat komt door de wrijving met het wegdek en de constante vervorming van de band. Door deze temperatuurstijging neemt de druk in de band toe met enkele tienden bar (0,3 tot wel 0,6 bar).
Een autoband met te lage spanning of te hoge spanning beïnvloedt de wegvastheid van het voertuig en verhoogt het risico op een klapband. In beide gevallen kan het bvb. volstaan om tegen een borduur te rijden om een klapband of een lekke band te veroorzaken.
Met andere woorden: een band die te hard of te zacht is opgepompt ziet er van buiten vaak 'normaal' uit. Uit sommige tests blijkt dat zelfs wanneer er 30 procent te weinig lucht in een band zit, het uiterlijk van de band nog steeds hetzelfde is. Pas wanneer een band nog zachter is begin je het echt te zien.
Als je binnen de bebouwde kom rijdt, waar je maximaal 50 km per uur mag, kun je in principe nog wel met een zachte band doorrijden totdat je thuis of bij een garage bent. Met een platte band doorrijden is absoluut niet aan te raden, want hiermee kun je de velg beschadigen.
Let erop dat de maximale bandenspanning kan afwijken van de standaard aangegeven lastindex. Bijvoorbeeld, een standaard band heeft vaak een lastindex van 2.4 bar, maar veel standaard banden kunnen een spanning van wel 3 bar aan.
De druk wordt op de band aangegeven met KPA en PSI. 1 PSI staat voor 0.0689475729 bar. Vermenigvuldigd met 60 PSI komt dat neer 4,13 bar dat ook nagenoeg overeenkomt met 420 KPA. Dus 4,2 bar is prima en komt ook wel overeen met de spanning in dergelijke thuiskomertjes.
Gaat u de band vervangen van de skelter, kruiwagen, bolderkar, of steekwagen? Dan kunt u hiermee de banden leeg laten lopen. u zet het smalle gedeelte in het ventiel, draait iets tot hij klemt. En dan draait u het ventiel zo los.
Allebei hebben ze hun voor- en nadelen. Olievrije compressoren blazen schonere lucht uit en vergen minder onderhoud, maar ze maken meer lawaai. Bij oliegemeerde compressoren bevat de uitgeblazen lucht minuscule oliedruppeltjes, die bijvoorbeeld met sommige verfsoorten kunnen reageren.
175/65 R14 tussen de 6,5 en 7,2 kg. 195/65 R15 tussen de 8,2 en 9 kg. Banden van 20 inch kunnen tot wel 15 kg zwaar zijn.
Wel merkwaardig dat er in alle gevallen nooit echt een lekkage is gevonden. Maar het oppompen kan in veel gevallen ook met een moderne fietspomp die vaak ook over een autobandventiel aansluiting beschikt. Er zijn immers ook fietsbanden met een dergelijk ventiel.
Doorrijden of vervangen? Doorrijden is zodoende mogelijk, maar in beide gevallen valt een bezoek aan de bandenspecialist aan te raden voor het laten verwijderen van de spijker en het eventueel vakkundig laten repareren van de band.
Ten eerste verandert het rolgeluid van de band; vlak na het lek raken zal het rubber harder gaan 'zoemen'. Zit er nog minder lucht in de band, dan verandert dat al snel in een klapperend of kloppend geluid. Verder merk je ook meteen dat de auto anders stuurt.
In 95% van de gevallen is het traag leeglopen van je band het gevolg van: Een schroef, spijker of ander vreemd object dat in je band bleef steken. In het algemeen zit het voorwerp zo diep dat er maar een kleine luchtstroom ontsnapt. Een gescheurde of doorlatende velg, waardoor de dichtheid verminderd is.
De meeste autobanden moeten een bandenspanning van circa 3 tot 4 bar hebben. Veel bandenpomp compressors zijn ontworpen voor het oppompen van verschillende typen banden en zullen dus volstaan.
Op gemeentelijke parkeerterreinen, bij winkelcentra, bij bouwmarkten, bij afvalstations, op bedrijventerreinen, en bij vestigingen van grote bedrijven zoals de ANWB, Unica en de Makro. Maar ook bij het Martini Ziekenhuis, midden in Monnickendam en bij een kinderboerderij in Den Haag.
Nee, de indicatie op de wang van de band geeft de maximale koude spanning aan (44 psi of 300 kpa of 3 bar op de foto hieronder). Fabrikanten bevelen altijd een lagere druk dan de maximale druk aan, die aangegeven staat op uw band.