Het smelten van de sneeuw zorgt ervoor dat de temperatuur geen twee graden blijft. Zolang er sneeuw op de grond valt wordt de temperatuur bij de grond vanzelf nul graden en dat komt door het proces van smelten.
De verwachting is dat het weer zacht blijft. De kans op winters weer is heel klein. Dat betekent niet dat het helemaal niet meer kan sneeuwen of koud wordt. Ook tijdens zachte weken kan er weleens een dagje met winterse buien of een koude vriesnacht tussen zitten.
Over het algemeen valt in Nederland de meeste sneeuw in december, januari en februari. Soms doet de lente al bijna haar intrede als er nog sneeuw valt. In februari 2010 kopten de kranten bijvoorbeeld nog dat Nederland zich moest opmaken voor de hevigste sneeuwval in 30 jaar.
Een grove vuistregel is dat er bij 6 graden boven nul bij buiensituaties nog sprake kan zijn van sneeuw en bij 2 of 3 graden boven nul tijdens de passage van fronten. Bij temperaturen boven nul spreekt men zoals eerder genoemd, van natte sneeuw.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen, welke bekend staan als sneeuwvlokken. Het is een weersverschijnsel in een vaste vorm van water, oftewel ijs.
Als de zon sterk is dan warmt de luchttemperatuur ook sneller op. Heel simpel gezegd als het overdag goed boven nul is smelt de sneeuw. Is het onder nul dan blijft de sneeuw geconserveerd. Omdat sneeuw zelf kan afkoelen als het onbewolkt is kan deze met zacht maar onbewolkte nachten behoorlijk lang blijven liggen.
Volgens weerhistoricus Christopher Burt ligt de plek op aarde waar de meeste sneeuw valt in de Japanse Alpen (daar waar de bergen door de prefectuur Nagano lopen), even ten westen van Tokamachi en Takakura.
Als naar alle waarneemstations in ons land wordt gekeken, lag er alleen in 2001 (7 dagen), 2003, 2005 en 2016 ergens in het land sneeuw. Dit was altijd 5 cm of minder en zeer lokaal. In 1924, 1928,1929, 1935, 1936 1968, 1970, 1978 en in 2022 waren er gesloten sneeuwdekdagen.
In de poolstreken ligt de sneeuwgrens op zeeniveau. In de Alpen ligt de grens op ongeveer 3200 meter hoogte. Bij de evenaar, op de warmste plekken van de aarde, ligt de sneeuwgrens op meer dan 5000 meter hoogte.
April telt gemiddeld vier officiële vorstdagen. Dat zijn dagen waarop de temperatuur 's nachts in De Bilt tot onder het vriespunt daalt. Op de Veluwe en in Twente komen gemiddeld zes vorstdagen voor en elders in het midden, zuiden en oosten 4 à 5. De kustprovincies kunnen rekenen op 0 tot 3 vorstdagen.
IJsdagen, dagen waarop de temperatuur het gehele etmaal onder nul blijft, komen gemiddeld gezien en afgerond niet voor. Toch kan het soms wel een hele dag blijven vriezen, want het klimaatgemiddelde aantal ijsdagen in maart is 0,2. De laatste keer dat het in maart tot een officiële ijsdag kwam was in 2018.
Zo voorspelden wetenschappers vorig jaar de koudste winter ooit en al gauw bleek dat daar geen sprake van was. De eerste weermodellen voor de winter van 2022/2023 verwachten in ieder geval een redelijk natte winter. In januari zullen er waarschijnlijk 8 tot 15 dagen zijn waarop er neerslag valt.
Eeuwige sneeuw
Hier is het zo koud dat sneeuw nooit helemaal weg dooit en steeds weer aangevuld wordt door verse sneeuw. De ondergrens van de eeuwige sneeuw ligt in de poolstreken ongeveer op zeeniveau, in de Alpen op een hoogte van ongeveer 3000 meter en in de tropen op meer dan 5000 meter hoogte.
Als je aan sneeuw denkt, denk je aan kou. Vrieskou is precies wat je nodig hebt voor sneeuw. De hele luchtlaag waar de neerslag doorheen valt, moet een temperatuur hebben van rond of onder het vriespunt. Sneeuw krijg je dus alleen in ijskoude lucht.
Bij temperaturen van enkele graden onder het vriespunt klonteren de aangegroeide ijskristallen tot sneeuwvlokken samen. Vallen deze vlokken tot onder het 0 °C-niveau (het 0 °C-niveau is het laagste niveau waarop de luchttemperatuur lager is dan 0 °C), dan smelten ze en bereiken de aarde als regendruppels.
De kans dat het een witte kerst wordt is ongeveer 7%. Officieel is het een witte kerst wanneer erin De Bilt beide kerstdagen een gesloten sneeuwdek is. Dit is sinds 1901 slechts 8 keer gebeurt, waarvan de laatste 2 keer in 2009 en 2010.
Dat sneeuwdek in De Bilt met Kerstmis is sinds 1901 (het begin van de weermetingen in Nederland) slechts acht keer voorgekomen. Vóór 2010 gebeurde het in 2009, en daarvoor in 1981. Hier zie je een mooi overzicht van het KNMI.
Hoeveelheid sneeuw Darcy niet bijzonder
Hier komen meerdere ontwikkelingen bij elkaar. Dat het Nederlandse klimaat warmer wordt, weten we allemaal. Omdat we een land zijn in een waterrijke omgeving, komt er door de temperatuurstijging meer vocht in de lucht terecht. Warme lucht kan namelijk meer waterdamp bevatten.
Alleen in de Kop van Noord-Holland, op de Wadden en in Friesland lag op de meeste plaatsen nauwelijks sneeuw. Op eerste kerstdag kwam de temperatuur in de westelijke helft van het land boven het vriespunt waardoor het sneeuwdek daar werd aangetast.
Wintersport maart: top 12 skigebieden
Obertauern – hooggelegen, sneeuwzeker en veel makkelijke pistes. La Plagne – meer dan 200 pistekilometer tijdens een wintersport in maart. Zermatt en Saas Fee – ultieme wintersport in maart. Les Trois Vallées – wintersport in het grootste skigebied ter wereld.
De meest sneeuwrijke gebieden zijn doorgaans te vinden in Zwitserland (Andermatt & Engelberg), Frankrijk (Chamonix), Italië (Pontedilegno) en Oostenrijk (diverse gletsjer skigebieden).
Daar vriest het, zodat neerslag die uit zulke hoge wolken komt uit ijsklontjes of sneeuwvlokken bestaat. Onderweg kunnen deze klontjes door hogere temperaturen ontdooien, zodat het effect regen is. Is het echter erg koud, dan smelt de neerslag niet en ervaar je dit als sneeuw of hagel.
Januari en februari zijn de meest sneeuwzekere maanden in de Alpen. Vanaf maart begint de sneeuw weer te smelten, voordeel van de hogere temperaturen is dat je tijdens Pasen vaak skiet in prachtig weer.
Wanneer de temperatuur plotseling onder het vriespunt daalt, veranderen de waterdruppels van de wolken tot ijskristallen. Op weg naar beneden komen deze in aanraking met stofdeeltjes als zand, rook en as deeltjes die in de lucht zweven. Zo groeien de ijskristallen geleidelijk aan tot sneeuwkristallen.