“We maaien om twee redenen. De eerste reden is dat als we niet maaien er in de berm spontaan struiken en bomen gaan groeien, terwijl we juist insecten en bloemen de ruimte willen geven. Bovendien is het niet veilig voor het verkeer. De tweede reden om te maaien is om voedingstoffen af te voeren.
Hoe vaak wordt de berm gemaaid? Alle bermen worden minimaal één keer per jaar gemaaid. Bermen langs drukke wegen en onoverzichtelijke kruispunten worden vaker gemaaid en ook als allereerste.
Als maaisel blijft liggen, komt er een viltlaag op de bodem. Sommige planten zoals brandnetel en zuring vinden dat fijn en groeien er goed op. Maar de gemeente wil ook andere bloeiende kruiden een plekje geven en die houden juist niet van zo'n viltlaag.
Gefaseerd. Maaien is belangrijk, want zonder maaien groeit terrein helemaal dicht en verdwijnen de bloemen. Bij het gefaseerd maaien blijft een deel van de vegetatie ongemaaid, dit deel wordt bij de volgende maaibeurt meegenomen.
Niet klepelen!
Klepelen is een vorm van maaien waarbij de vegetatie min of meer wordt stukgeslagen en al het maaisel blijft liggen. Dit zorgt voor verrijking van de bodem, waardoor de vegetatie sterk verruigt en dichtgroeit. Dit gaat ten koste van de bloemenrijkdom en dus van de bijen. Gebruik licht materieel.
In het voorjaar kan het gras iedere week gemaaid worden. Tijdens de zomer, is eenmaal in de 2 weken voldoende en aan het einde van de zomer mag het weer wekelijks gemaaid worden. De frequentie van het maaien hangt ook af van de grassoort: Een siergazon moet vaker gemaaid worden dan een speelgazon.
Bij gefaseerd maaien wordt niet de gehele vegetatie gemaaid, maar blijft een deel ongemaaid. Het ongemaaide deel kan bij een latere maaibeurt alsnog gemaaid worden, terwijl dan een ander deel van de oppervlakte ongemaaid blijft.
Ecologisch maaien of begrazingsvervangend maaien is een natuurvriendelijke manier van groenbeheer, waarbij door verschillen in beheerintensiteit een afwisselend beeld ontstaat. Binnen een gebied worden sommige delen intensief beheerd en dus kort en 'netjes' gehouden. Andere delen krijgen meer rust.
Bij elke maaibeurt kan je een deel laten staan als schuilplaats of voedselbron voor insecten. Als je steeds de hoogste stukken met de minste bloemen maait en de andere laat staan, krijg je het beste resultaat. Inzaaien van bloemenmengsels is meestal niet nodig. Bloemen komen ook vanzelf, al kan dat wel even duren.
Sinusbeheer is een innovatieve maaimethode die optimaal rekening houdt met biodiversiteit voor onder meer vlinders, bijen en planten. Door het grasland op zo'n manier te beheren, creëer je enorm veel variatie op een klein stukje, wat voor veel vlinders, bijen, vogels heel goed is.
“We maaien om twee redenen. De eerste reden is dat als we niet maaien er in de berm spontaan struiken en bomen gaan groeien, terwijl we juist insecten en bloemen de ruimte willen geven. Bovendien is het niet veilig voor het verkeer. De tweede reden om te maaien is om voedingstoffen af te voeren.
Wat gebeurt er met het bermmaaisel? Het bermmaaisel wordt verwerkt tot groengas. Het maaisel wordt op innovatieve wijze duurzaam verwerkt. De schatting is dat dit 150.000 m3 groengas per jaar oplevert.
Groenstroken langs wegen (bermen) maaien we 1 of 2 keer per jaar. Bij kruispunten vaker om zo het verkeer zichtbaar te houden. Bij bermen langs drukke wegen voeren we het maaisel gelijk af met een maai-zuigcombinatie om de overlast zo kort mogelijk te laten duren.
Laat het gras maar groeien
Voor minder intensief gebruikte grasvelden hanteert de gemeente een extensief maaibeheer. Dat wil zeggen dat een perk slechts 1 à 2 maal per jaar gemaaid wordt, met afvoer van het maaisel.
De manier van beheren van de bermen en sloten langs de provinciale wegen heeft tot doel dat de natuur meer kans krijgt om zich te ontwikkelen. De bermen bieden ruimte aan kruiden, grassen en dieren en verbinden hun leefgebieden. Dat is ecologisch of natuurinclusief berm- en slootbeheer.
Velt zet de schouders onder de campagne Maai Mei Niet van het Vlaams tijdschrift Knack. Het doel is simpel: zoveel mogelijk gazon ongemaaid laten en na een maand de opgekomen bloemen tellen. Door niet te maaien krijgen heel wat planten in het gras de kans om te bloeien.
In de bermen vinden vele soorten planten en (kleine) dieren een toevluchtsoord, waaronder ook zeldzame. Insecten en kleine dieren brengen hun gehele levenscyclus in de berm door. Voor vogels, vleermuizen en andere (grotere) dieren vormen de kanaaloever en wegberm een verbinding tussen hun leefgebieden.
Waarom maaisel afvoeren? Als u maait en het maaisel laat liggen, dan verteert dat snel en komen de voedingsstoffen (stikstof al binnen enkele dagen) weer vrij.
De ideale maaihoogte hangt af van jouw situatie. Over het algemeen maai je jouw gazon tussen de 2,5 en 4 cm. Wordt het gazon intensief gebruikt, bijvoorbeeld door spelende kinderen, maai het dan wat langer, 4 tot 5 cm. Ligt jouw gazon voornamelijk in de schaduw, maai het dan 7 cm hoog.
Na het verticuteren zal het gazon er niet zo mooi bij liggen. We raden aan om het gazon door te zaaien met het daarvoor geschikte graszaad en te bemesten met gazon start. Hierdoor heeft de bodem direct een goede voeding en kunnen nieuwe grassprieten zich ontwikkelen.
Regelmatig maaien stimuleert de groei van een mooie, dichte grasmat. Tijdens de groeiperiode betekent dat: twee keer per week maaien. En buiten de groeiperiode: één keer per week. Let op: tijdens droge perioden in de zomer kun je het beste een van de twee maaibeurten mulchen.
Vanaf het voorjaar zie je bermen langs wegen en sloten langzaam weer voller en groener worden. Het maaisel wat eraf komt, wordt vaak gezien als afvalproduct en afgevoerd naar een composteerder.
Sinusbeheer is een ecologische maaimethode. Er wordt meanderend gemaaid, waarbij een deel van het gras blijft staan. Door in slingerende paden en in fases te maaien wordt een graslandje gecreëerd met veel variatie.
Kalk strooien maakt de grond minder zuur. Hierdoor is het gras beter in staat om meststoffen op te nemen, waardoor het beter groeit en mos minder een kans krijgt. Kalk herstelt een te zure bodem direct. Bij een minder zure bodem dient kalk als buffer die geleidelijk de zuurgraad optimaliseert.