Beitsen en passiveren verwijdert lasverkleuring, gloeihuid, vreemd ijzer, herstelt de corrosiebestendigheid en brengt deze weer volledig terug naar het oorspronkelijke niveau van het basismateriaal.
Passiveren is een oppervlaktebehandeling bij metalen waarbij het materiaal behandeld wordt met een zuur (salpeterzuur) en het vervolgens onder hoge druk wordt gereinigd. Doel is het natuurlijke oxidelaagje (weer) te laten ontstaan op het schone, wat fijnruwe oppervlak.
De reden dat je roestvaststaal na het lassen moet beitsen komt doordat er corrosie kan ontstaan bij het oppervlak waar gelast is. Zoals eerder is vermeld, wordt er gewerkt met zeer hoge temperaturen tijdens het lassen. Door de hitte wordt de beschermende laag van het roestvast staal vernietigd.
Passiveren is een oppervlaktebewerkingstechniek, die meestal volgt na het beitsen en spoelen, waarbij het oppervlak van een voorwerp wordt voorzien van een passieve deklaag. Het resultaat van het passiveerproces is meestal een zilvergrijs oppervlak.
Beitsen is het behandelen van metalen met een agressief middel waarbij het metaaloppervlak wordt aangetast met het doel dit te reinigen. Bij etsen is er sprake van een langere blootstelling aan het middel, vindt een diepere inwerking plaats en wordt meer materiaal weggenomen.
Beitsen is het aanbrengen van een transparante of dekkende laag op het hout om zo het hout te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Beits heeft de reputatie dat het de beste bescherming biedt aan buitenhout. In grote lijnen is dit waar, maar ook lak kan je houten ondergrond prima beschermen. Het is hierbij wel van belang dat een houten oppervlak compleet gelakt wordt.
Betekenis van activeren
Het activeren van uitgaven is het boeken van deze uitgaven op de balans en dit aan de debetzijde. Je activeert ze met als bedoeling om ze op dat moment nog niet op de winst in mindering te brengen. De uitgave komt dus niet in de winst- en verliesrekening te staan, maar wel op de balans.
Passiveren is een procedé waarbij we elektrolytisch verzinkt staal voorzien van een specifieke beschermlaag (blank/blauw, geel of zwart passiveren).
GEEL PASSIVEREN
Bij een gele passivering (dickschicht) wordt er een dikkere laag op de zinklaag aangebracht dan bij blauw passiveren. Deze passivering bevat geen chroom VI en heeft een betere corrosiewerendheid.
Na het fabricageproces is het oppervlak van aluminium veelal vervuild met vet, olie, atmosferische vervuilingen en mogelijk initiële corrosie (aluminium oxides). Om dit te verwijderen is ontvetten en beitsen noodzakelijk.
Verschillen tussen RVS 304 en 316
Het grote verschil tussen 304 en 316 materiaal zit in de samenstelling. RVS 316 bevat namelijk 2% molybdeen waardoor het materiaal beter bestand is tegen spleet- en spanningscorrosie en putcorrosie. Het molybdeen in de legering maakt 316 ongevoeliger tegen chloriden.
Het effect van RVS beitsen en passiveren
Door de behandeling van het roestvaststaal met fluorwaterstof en salpeterzuur gevolgd door een grondige hogedrukreiniging, wordt deze oxidelaag weer hersteld en wordt het roestvaststaal weer passief. Dit is een behandeling die eigenlijk altijd moet plaatsvinden.
Bij beitsen wordt een roestvast staaloppervlak bewerkt met een zogenaamd beitsmiddel. Dit bestaat uit salpeterzuur en waterstoffluoride. Het effect ervan is dat carbides en ijzerdeeltjes als het ware 'weggegeten' worden.
In tegenstelling tot beitsen veroorzaakt elektrolytisch reinigen geen verruwing van het staaloppervlak, maar maakt het eerder gladder. Er wordt een 12V gelijkstroombron, die verschillende stroomsterktes kan leveren, zodanig verbonden met het roestvast staal dat het staal de anode wordt.
Bij het elektrolytisch polijsten worden alle eventuele verontreinigingen uit het oppervlak opgelost en wordt het oppervlak extreem passief. In vergelijking met een mechanisch gepolijst oppervlak is een elektrolytisch gepolijst oppervlak veel schoner en passiever.
PASSIVERING: BLAUW OF DICKSCHICHT
Ter bescherming tegen zink corrosie moet de elektrolytisch aangebrachte zinklaag na het verzinken een nabehandeling ondergaan. Dit wordt blauw passiveren (blank) genoemd en heeft uitstekende corrosie werende eigenschappen.
Blauw of wit verzinken is een oppervlaktebehandeling waarbij zink elektrolytisch wordt aangebracht op het oppervlak om het product te verfraaien (decoratieve deklaag) en een zekere corrosiebestendigheid te geven. Door na het verzinken de zinklaag te passiveren wordt het oppervlak minder snel vatbaar voor oxidatie.
Het fosfateren geeft een matzwarte oxidelaag op bouten, moeren, ringen en andere onderdelen, zoals de stangen van de hoogteregeling, de stabilisatorstang etc. Het is een methode die al in het begin van de 20e eeuw werd toegepast, vooral op wapens, en in de loop van de jaren is verbeterd.
Investeringen met een gebruiksduur korter dan 3 jaar en/of met een verkrijging- of vervaardigingprijs lager dan € 25.000 worden niet geactiveerd maar direct ten laste van de exploitatierekening gebracht.
Volgens de wet- en regelgeving worden er 3 voorwaarden gesteld aan het activeren van kosten: het actief is bedoeld om de organisatie duurzaam te dienen; de kosten van het actief kunnen betrouwbaar worden vastgesteld; het is waarschijnlijk dat toekomstige economische voordelen van het actief toekomen aan de organisatie.
Let erop dat je bij het beitsen altijd met de houtnerf mee schildert. Dit zorgt voor het mooiste eindresultaat. Vaak heb je twee of drie lagen beits nodig om het hout goed te beschermen.
Bij te hogen temperaturen of schilderen in de volle zon droogt de verflaag te snel. Dit kan resulteren in blaasjes en scheurtjes in het schilderwerk, doordat vluchtige stoffen in de verf te snel verdampen.
Vocht zal in en uit het hout trekken, maar het hout is toch beschermd. Verf en lak isoleren het hout en bieden daarom op een andere manier bescherming. Een beits trekt in het hout, waar een lak als het ware op het hout blijft liggen, of zich aan de oppervlakte hecht. Gebeitst hout is daarom ook 'in' het hout beschermd.