Tillen en draaien Til een baby of kind NOOIT omhoog met je handen onder zijn oksels: het gevaar bestaat erin van de bovenste ribben en borstwervels opnieuw te blokkeren zodat het autonoom zenuwstelsel continu overprikkeld blijft.
Een baby onder je oksels tillen kan de plexus brachialis beschadigen , oftewel de zenuwen en bloedvaten rond de oksel en schouder. De expert adviseert: Een pasgeborene en een baby tillen, vaak en enigszins reflexmatig, doe je door hem onder het hoofd en de billen vast te pakken.
Door de baby aan de beentjes op te tillen, wordt er onnodige druk uitgeoefend op de rugspieren en wervelkolom, wat kan leiden tot ongemak. Belasting van de nek: Baby's hebben nog zwakke nekspieren en kunnen nog niet veel druk op de nekwervels verdragen. Bovendien kunnen zij met de kin op de borst niet goed doorademen.
De veiligste slaaphouding van je baby is op de rug. Op deze manier is het gezichtje helemaal vrij, waardoor je kleintje goed kan ademen. Op het moment dat je kindje met de armen omhoog ligt, creëert je kindje meer ruimte in de longen en wordt het ademenen nog meer vergemakkelijkt.
De nekspieren van pasgeboren baby's moeten zich nog ontwikkelen. Als je baby net geboren is, kan hij zijn hoofd nog niet zelfstandig optillen. Daarom is het belangrijk om het hoofd van je baby in het begin goed te ondersteunen.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
De hoofd- en nekspieren van uw baby zijn de eerste paar maanden erg zwak. Als u ze bij of onder hun armen oppakt, loopt u het risico hun armen of schouders te verwonden. Erger nog, hun hoofd zal bungelen en kan rondfloppen, wat mogelijk hersenletsel kan veroorzaken .
Een baby die in de wakkere tijd teveel indrukken (prikkels) heeft opgedaan, heeft vaak ook wat meer moeite om in slaap te vallen. Een overprikkelde baby wordt, soms al huilend, steeds drukker in zijn bewegingen en draait zijn hoofdje weg van licht, speelgoed en/of mensen.
Laten we eens kijken naar de verschillende manieren waarop je baby hongersignalen kan uiten. 1. Tongbewegingen: Een van de subtiele hongersignalen die je baby kan laten zien, zijn tongbewegingen. Je baby kan zijn tong uitsteken, bewegen of zuigen op zijn tong als hij honger heeft.
Je baby kan koude voeten en handen hebben, terwijl zijn lichaamstemperatuur verder goed is. Als je wilt weten of jouw baby het niet te warm of te koud heeft, kun je even met je vinger in zijn of haar nekje voelen.Voelt het klam, dan heeft je baby het te warm.
Sommige mensen denken dat een baby verwend kan raken als je hem zo veel in je armen neemt, of dat je baby je leert manipuleren om zijn zin te krijgen. Niks is minder waar: baby's zullen enkel huilen om hun primaire levensbehoeftes aan te geven. En vastgehouden worden door zijn ouders is er daar écht een van!
Zitje om zonder hulp rechtop te zitten
Er is geen enkele reden om een baby van een paar maanden zelfstandig rechtop te zetten als hij of zij dit nog niet uit zichzelf kan. Dit kan zelfs negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld rug en heupen.
Ze rekken zich uit om dingen op gang te krijgen, te bewegen en te laten werken . Ze rekken zich veel uit, vooral na een lange slaap. Wanneer de baby zich uitrekt, helpen ze al hun spieren en gewrichten te werken en te functioneren, en zoals je waarschijnlijk hebt gemerkt, helpen ze ook bij het passeren van gas en zelfs het uitstoten van hun ontlasting.
Zodra ze hun hoofd rechtop kunnen houden en zelfstandig of met steun kunnen zitten (ergens tussen de 4 en 7 maanden ), kun je ze oppakken door je handen onder hun oksels te leggen en ze op te tillen.
De eerste tekenen verschijnen met 2 maanden waarbij de baby zijn hoofd optilt, maar het is pas met 4 maanden dat de baby het kan ondersteunen en naar links en rechts kan kijken.
Ons kindje begint in ons gezicht te grijpen wanneer hij de kans krijgt. Wanneer hij een wang, neus, kin noem maar op vast heeft, begint hij heel hard te knijpen. Hij doet dit als hij blij is maar ook bij frustratie.
Sprekende ogen
Je pasgeboren baby kijkt je daarom vaak kort aan. Maar dan komt het moment dat je baby je toch vaker en langer gaat aankijken. Dan zul je zien dat je baby je met zijn of haar oogjes heel wat kan vertellen. Volle blik: het echte aankijken betekent dat je baby contact wil maken en krijgen.
Stress bij de baby is te herkennen aan een hoge hartslag en een snelle ademhaling op de monitor. Verder kunt u stress bij uw kindje herkennen aan ongecontroleerde, schrikachtige bewegingen, het afwenden van het hoofdje, gestrekte en gespreide vingers, overstrekken en hoog huilen.
Ze raken gemakkelijk overprikkeld en geagiteerd. Ze werken graag in hun eigen tempo en volgens hun eigen systeem. Ze voelen zichzelf vaak 'anders', minderwaardig en vlug beschuldigd. Ze voelen stemmingen en emoties van anderen sterk aan (en nemen ze vaak over).
De slaapcyclus van jonge baby's duurt tussen de 20 en 45 minuten, terwijl deze cyclus bij volwassenen ongeveer 90 tot 100 minuten duurt. Een baby wordt na iedere slaapcyclus wakker, want hij moet nog leren om deze slaapcycli aan elkaar te koppelen. Deze hazenslaapjes zijn normaal en niets om je zorgen over te maken.
In het begin kan je baby zijn hoofd nog niet optillen, maar door de ervaringen die jij hem geeft wordt hij steeds wat sterker. Als het hem lukt om zijn hoofd op te tillen, kun je het uitbreiden door hem op zijn buik te leggen op een stevige ondergrond, zoals in de box of als hij iets ouder wordt op een foam speelkleed.
Een afplatting van het hoofd van uw baby vormt géén probleem voor de ontwikkeling van de hersenen! Wel kan een forse afplatting er toe leiden dat het voor een baby moeilijker is om uit die afplatting/voorkeur te draaien. De afplatting kan hierdoor ook verergeren.
In het begin moeten de hoofdjes van baby's ondersteund worden, omdat hun nekspieren erg zwak zijn . Het is belangrijk om de houding van uw baby te ondersteunen met uw handen, V-vormige kussens of een wipstoeltje.