Door de zonnepanelen te verdelen in twee strings, zorgt u dat elk dakvlak optimaal presteert. Elke string functioneert als het ware onafhankelijk (parallel) van de andere string en zonder dat deze de prestaties in de andere string beïnvloedt.
Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
Dit soort schaduw werkt als weerstand op het paneel. Het effect is vergelijkbaar met het plaatsen van een voet op een tuinslang: het zonnepaneel waar schaduw aanwezig is vermindert de opbrengst van de gehele zonnepaneleninstallatie.
Bij een string omvormer zijn de zonnepanelen in 1 of meerdere series aangesloten op een centrale omvormer. Het kan bv. gaan om 2 strings van 6 panelen op 1 omvormer. Kortom, de panelen zijn in serie aan elkaar gekoppeld en die strings zijn op hun beurt met een kabel aangesloten op de string omvormer.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Het grote voordeel van een 3 fasen omvormer is namelijk dat de stroom over 3 fasen verdeeld wordt. Hierdoor is er sprake van minder kabelverliezen. Ook de energie wordt over 3 fasen verdeeld. Het eigen verbruik neemt hierdoor toe.
Zonnepanelen maken zelf geen geluid; Als de installatie echter tweederangs is, is het mogelijk om wat windgeruis te horen. Dit geldt ook voor misvormde daken. Het zoemende geluid dat vaak wordt geassocieerd met zonnepanelen komt eigenlijk van de omvormer; de eenheid die zonne-energie omzet in bruikbare elektriciteit.
Als er maar 2 zonnepanelen uit een string van 10 last hebben van schaduw kan worden volstaan met slechts 2 optimizers. De string van 10 zonnepanelen, waarvan 2 een optimizer hebben, wordt aangesloten op een stringomvormer van bijvoorbeeld SMA of Fronius.
Dat wil zeggen dat de stroom die uit paneel 1 komt vervolgens door paneel 2 loopt, enzovoorts. Dus als er door 1 zonnepaneel, door een defect of (tijdelijke) schaduw, minder stroom loopt, leveren ook de andere zonnepanelen in de serie minder stroom.
Voor het opwekken van stroom hebben zonnepanelen niet per se direct zonlicht nodig. Ook op een bewolkte dag levert een zonnecel elektriciteit.
Het is misschien wel het grootste misverstand in zonnepanelenland: het idee dat zonnepanelen in de winter helemaal niets opleveren. Een zonnesysteem draait op de zon, maar niet op de warmte ervan. Juist het licht van de zon wordt omgezet in energie. Ook op minder zonnige dagen doen zonnepanelen dus gewoon hun werk.
String-omvormers hebben vaak 2 MPP trackers (ingang voor 2 strings). Micro-omvormers hebben elk een MPP tracker. MPPT detecteert continu de spanning (volt) en de stroom (ampère). MPPT controleert continu het maximaal mogelijke output vermogen (het maximum power point).
String omvormers houden het simpel
(een beetje schaduw kan namelijk goed opgevangen worden met OptiTrac Global Peak). Wanneer panelen naar verschillende kanten gericht staan, of wanneer er nogal veel schaduw is, dan is een systeem met optimizers (of anders met micro-omvormers) de beste oplossing.
SolarEdge heeft een minimum van 8 panelen nodig om optimaal te kunnen werken met de P300 optimizer en 6 voor de P405 (voor dunne film zonnepanelen). Dit komt omdat de omvormer 350 Volt nodig heeft om te werken. Vier panelen op het oosten en vier op het westen zal ook niet optimaal werken.
Waar zonnepanelen een gemiddelde levensduur van 25 jaar hebben, moeten omvormers wel eerder vervangen worden. De levensduur van omvormers ligt tussen de 8 tot 12 jaar.
De Rechtbank Gelderland heeft op 17 juli 2013 geoordeeld dat de plaatsing van zonnepanelen door de buren in de betreffende zaak geen onrechtmatige hinder oplevert (zie RVR 2013/104). Als buren dien je – tot een zekere mate – het één en ander van elkaar te dulden.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Als een omvormer te warm wordt kan het rendement wel met 5 procent naar beneden gaan. Daarnaast zal je omvormer sneller aan vervanging toe zijn als deze regelmatig te heet wordt. Een koele en geventileerde plaats is dus ideaal.
Omvormers zijn verkrijgbaar in 1-fase en 3-fase varianten. 1-fase varianten zijn in vergelijking met 3-fase omvormers voordeliger in de aanschaf maar kennen de beperking dat ze maximaal 5750 Watt gelijktijdig mogen voeden op de hoofdzekering (anders zou deze doorsmelten).
Een 2-fase aansluiting levert meer stroom dan een 1-fase aansluiting. Veel mensen denken daarom dat het hier om krachtstroom gaat. Dit vermoeden wordt versterkt doordat er een speciale stekker aan het apparaat zit. Toch is er geen sprake van krachtstroom bij dit type aansluiting in de meterkast.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast.