Niet of nauwelijks spreken Elk kind ontwikkelt zich in z'n eigen tempo. Het kan echter zijn dat er een oorzaak is waarom het leren spreken moeizaam gaat. Mogelijke redenen kunnen zijn: een gehoorprobleem, een oorontsteking, een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld autisme) of een te klein aanbod van taal.
'Laat beginnen praten' kan dus verschillende oorzaken hebben. Vaak is er niets aan de hand en gaat het gewoon om een kind dat wat meer tijd nodig heeft. Maar het kan ook een eerste signaal zijn van een bredere ontwikkelingsproblematiek. Om die reden is vroegtijdige erkenning van taalproblemen heel belangrijk.
Alle peuter ontwikkelen zich op hun eigen tempo en sommige peuters praten misschien wat later en minder dan anderen. Een vertraging in de spraakontwikkeling betekent niet noodzakelijk dat er een ernstig probleem is. Sommige peuters zijn ook iets meer verlegen dan anderen en praten gewoon niet zo graag.
Als jouw kind van 2 of 3 jaar nog niet praat, dan kun je jouw zorgen uitspreken op het consultatiebureau. Zij kunnen het dan samen met jou in de gaten houden. Bij elke afspraak zal aan je gevraagd worden welke woordjes je kind zegt en wat je kind al begrijpt.
Dit is normaal in de ontwikkeling van de spraak en de taal. Kinderen beleven veel, ze willen erg veel vertellen, maar kunnen nog moeite hebben alles te verwoorden. Door te haperen wint een kind tijd om na te denken en de juiste woorden te vinden.
Wanneer een kind weigert om te praten in bepaalde sociale situaties, spreken we van selectief mutisme. Het is een vorm van extreme praatangst. Het wordt selectief genoemd, omdat het kind in andere omstandigheden wel normaal spreekt.
Je kind gaat gesprekken nadoen door klanken na te zeggen. Dit zijn vaak nog geen bestaande woorden, maar stukjes ervan, of iets wat erop lijkt. Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn.
Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Bij een vertraagde spraakontwikkeling , verbale ontwikkelingsdyspraxie of een spraakstoornis blijft de spraak van het kind duidelijk achter bij die van leeftijdsgenootjes.
Dysfasie is een neurologische spraak- taal ontwikkelingsstoornis waarbij het spraakbegrip duidelijk hoger is van niveau dan de spraak- en taalproductie.
Kinderen met autisme (ASS) hebben van jongs af aan veel minder behoefte om met anderen te communiceren. Dit zorgt voor problemen in de communicatieve en spraak-taalontwikkeling van het kind. De problemen zijn verschillend: van niet spreken tot ouwelijk, pedant taalgebruik.
Kinderen met autisme hebben problemen met het communiceren met andere mensen. Sommige kinderen praten helemaal niet.Andere kinderen gaan wel praten, maar doen dit pas op een latere leeftijd dan gebruikelijk. Kinderen met autisme hebben vaak een monotone stem, er zit weinig variatie in toonhoogte en spreeksnelheid.
Kenmerken van TOS die veel voorkomen
Het kind heeft moeite om op een woord te komen. Het kind is niet goed te verstaan. Het kind lijkt niet te luisteren. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen.
Er is (te) weinig taalaanbod. Kinderen ontwikkelen taal doordat ze het veel in hun omgeving horen. Er wordt tegen hen gepraat en ze horen hoe anderen tegen elkaar praten. Wanneer je kind niet of minder wordt gestimuleerd om taal te gebruiken, zowel direct als indirect, dan kan hij een taalachterstand oplopen.
Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen). Bijvoorbeeld: een kind zegt ete.
Bij een spraakstoornis is er een probleem in de productie van de gesproken taal. Voorbeelden daarvan zijn stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ... Een spraakstoornis kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen.
Als een kind in zijn spraak en taal duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes is de spraak- taalontwikkeling vertraagd. Oorzaken voor een vertraagde spraak/taal kunnen slechthorendheid zijn, articulatieproblemen of stotteren, een taalachterstand of zelfs een taalontwikkelingsachterstand (TOS).
TOS is een heterogene stoornis: kinderen kunnen problemen hebben met spraak (fonologie of spraakmotoriek), met taalbegrip of taalproductie of met combinaties daarvan.
Als je kind drie jaar is, begrijpt het alledaagse gesprekken en eenvoudige verhalen. In deze fase praten peuters duidelijker. Vreemden verstaan al ongeveer de helft van wat ze zeggen. De zinsbouw wordt steeds beter.
2,5 – 5 jaar
In deze fase kan je kind met woorden steeds meer duidelijk maken. Ingewikkelde klanken zoals 'r', 's' of samengestelde klanken zoals de 'sch' in 'school' spreekt de één gemakkelijker uit dan de ander. Zinnen worden steeds langer.
Mogelijke redenen kunnen zijn: een gehoorprobleem, een oorontsteking, een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld autisme) of een te klein aanbod van taal. Spreekt je kind nog niet als het 2 jaar oud is? Dan is het belangrijk hulp te zoeken om dit te onderzoeken. Op die manier kun je gericht werken aan verbetering.
Baby's leren vooral praten van hun ouders. Hoe meer ze jou horen praten, hoe sneller ze zelf leren praten. Om te kunnen leren praten moeten kinderen contact hebben met mensen die met hen praten. Maak daarom veel contact met je kind en reageer als je kind contact met jou maakt.
Ergens tussen de 18 en 24 maanden zal ze haar eigen naam leren zeggen – voornaamwoorden volgen later pas.