Bijwerkingen worden veroorzaakt door schade aan normale cellen, vooral cellen die zich ook snel delen, zoals de cellen in het beenmerg, de haarzakjes en het maagdarmkanaal. Tumorgerichte geneesmiddelen werken specifiek tegen moleculaire doelwitten in kankercellen die in weefsel- en bloedmonsters geïdentificeerd zijn.
Immuuntherapie kan uw huid droger en/of schilferig maken, wat jeuk kan veroorzaken. Soms doet zich een huidreactie voor onder de vorm van huiduitslag. Door immuuntherapie kan uw huid bleker worden of witte vlekken vertonen. Ook uw haarkleur kan lichter worden.
Er zijn 2 soorten immunotherapie: Behandelingen die ervoor zorgen dat het afweersysteem kankercellen beter herkent en ze zo kan vernietigen. Behandelingen die het afweersysteem activeren door de reactie van afweercellen tegen de tumor versterken (T-cel-respons). Afweercellen kunnen de kankercellen daardoor opruimen.
Wanneer weet ik of de immuuntherapie werkt? Na 6 tot 9 weken wordt er een CT scan gemaakt.Die scan wordt vergeleken met de CT scan van vóór de behandeling.Door deze 2 scans te vergelijken, is te zien of de behandeling aanslaat.
Hoe lang duurt deze therapie? Hoe lang iemand behandeld wordt met immunotherapie, ligt aan het type kanker en of de kanker uitgezaaid is of niet. De behandelperiode varieert van een aantal weken tot een aantal jaren.
De medicijnen kunnen de kanker remmen en je klachten verminderen. De behandeling kan je meestal niet genezen, maar wel je leven verlengen.
Soms krijgen patiënten curatief immunotherapie na chemo-radiotherapie behandelingen. Bij andere patiënten gaat het om een palliatieve behandeling. De behandeling slaat helaas niet bij iedereen aan.
Deze behandeling kan de kans kleiner maken dat de kanker terugkomt. Bij stadium 4 slaat de behandeling bij 30 tot 60% van de patiënten aan. Het percentage hangt af van de agressiviteit en uitgebreidheid van de ziekte en welke immunotherapie gegeven wordt. Aanslaan betekent hier dat de uitzaaiingen meer dan 30% afnemen.
Betere werking immunotherapie
Uit hun onderzoek blijkt dat een mediterraan dieet leek samen te hangen met een betere respons op de immunotherapie met checkpointremmers. Een mediterraan dieet bevat onverzadigde vetten uit olijfolie, noten en vis en antioxidanten en vezels uit groenten, fruit en volkoren granen.
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat eerder stoppen met de immuuntherapie, zodra de tumor erop reageert, leidt tot dezelfde uitkomsten. Eerder stoppen van de behandeling zorgt voor een betere kwaliteit van leven: minder bijwerkingen, minder invasieve ingrepen, minder ziekenhuisbezoeken.
Enkele maanden na de behandeling kan u nog last hebben van vermoeidheid, en enige mate van vermoeidheid kan zelfs tot jaren na de therapie aanhouden.
Elke 2, 3 of 4 weken wordt de behandeling herhaald. Als blijkt dat u er geen baat bij hebt of als de bijwerkingen te ernstig zijn, wordt de behandeling gestopt.
Immunotherapie is hetzelfde als immuuntherapie; dit is een behandeling die probeert het afweersysteem sterker te maken, zodat het kanker beter aan kan vallen. Het doel van immuuntherapie is om de tumoren kleiner te maken.
De behandeling kent in het algemeen minder en mildere bijwerkingen dan chemotherapie. Patiënten kunnen immunotherapie in het ziekenhuis krijgen, maar kunnen er ook voor kiezen om immunotherapie thuis te krijgen (of een combinatie van beide).
Immuuntherapie is een veelbelovende behandeling tegen kanker, maar bij sommige patiënten werkt de behandeling niet of zelfs averechts. Dit komt doordat immuuntherapie afweer-onderdrukkende cellen aanzet, zo ontdekten onderzoekers van het Erasmus MC en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
De combinatie van chemotherapie en immunotherapie zorgt ervoor dat de kankercellen op verschillende manieren worden aangepakt. Door deze behandeling heb je kans om langer te leven en/of vergroot je de kans op genezing. Lees meer over immunotherapie.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Bimi (een nieuw ontwikkelde groente uit broccoli, ook wel tenderstem genoemd), broccoli en spruiten zijn goede leveranciers van glucosinolaten. Er zijn sterke aanwijzingen dat deze groep van stoffen de kans op diverse kankers kunnen verminderen.
Meer en meer kankers worden behandeld met immunotherapie en een Amerikaanse studie keek naar de effecten ervan tijdens deze behandelingen. De onderzoekers ontdekten dat patiënten die werden behandeld met immunotherapie langer overleefden als ze vitamine E of multivitaminen innamen.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Het hangt bijvoorbeeld af van hoeveel uitzaaiingen u heeft en hoe groot ze zijn. Als u in verschillende organen uitzaaiingen heeft, kunt u meestal niet genezen. U kunt ook kiezen om geen behandeling te krijgen die kans geeft om te genezen. U kunt dan wel behandelingen krijgen tegen uw klachten.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Nivolumab is een immunotherapie die onder andere gebruikt wordt voor de behandeling van longkanker en melanoom. Het is in Europa op de markt sinds 2015. Het kost onze ziekteverzekering zo'n €38.000 per patiënt per jaar.
“Het mooie aan immunotherapie is dat het 't eigen afweersysteem stimuleert om kankercellen op te ruimen. Dit is helemaal anders dan andere medicijnen tegen kanker, zoals chemotherapie, hormonale therapie of doelgerichte therapie. Die zijn direct op de kankercellen zelf gericht.
Gevorderde tumoren kunnen uit zichzelf krimpen (maar dat gebeurt bij slechts 1% van de patiënten) Kunnen tumoren zonder behandeling stoppen met groeien of zelfs krimpen? Het wellicht enigszins verrassende antwoord op die vraag is: ja.