Protestanten vallen honderden kerken binnen, vernielen de heilige beelden en plunderen alles leeg. Ze uiten hiermee hun kritiek tegen de rooms-katholieke kerk en tegen het bewind van koning Filips II. De
De Opstand, ook wel bekend als de Tachtigjarige Oorlog, duurde van 1568 tot 1648. Het verzet begon naar aanleiding van de invoering van een belastingmaatregel en de harde vervolging van protestanten. Al snel werd het echter een algehele opstand tegen de Spaanse machthebber in de Nederlanden, Filips II.
In 1566 vernielen in Nederland fanatieke protestanten honderden heiligenbeelden en versieringen in katholieke kerken. Ze zijn het niet eens met de manier waarop katholieken hun geloof uiten. De Bijbel zou beeldenverering verbieden. De vernielingen en plunderingen zijn het gevolg van de Reformatie.
Tijdens de Nederlandse Opstand, beter bekend als Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), komen de Nederlandse gewesten in verzet tegen koning Filips II van Spanje. In 1588 ontstaat uiteindelijk de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Oorlog en opstand in de zestiende eeuw
Filips' religieus fanatisme, zijn centralisatiepolitiek en zijn harde optreden tegen de Nederlandse Opstand leidden uiteindelijk tot de scheiding van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, en de grenzen die we vandaag kennen.
Ruzie om het geloof
Koning Filips II (1527-1598) is te streng voor het Nederlandse volk. Willem van Oranje maakt zich er niet druk over of iemand rooms-katholiek of protestants is, alle mensen mogen geloven wat ze zelf willen. Filips is het daar niet mee eens. Hij tolereert alleen het katholieke geloof.
De Anglo-Nederlandse Oorlogen bleken een belangrijke oorzaak van de Nederlandse neergang. Volgens de kaart, “De Nederlandse Republiek en rivaliserende staten in de late zeventiende eeuw”, waren er dertien zeeslagen geweest tussen de Engelsen en de Nederlanders (Doc 1).
De Nederlandse Onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje wordt vaak de Tachtigjarige Oorlog genoemd (1568-1648). De eerste vijftig jaar (1568 tot 1618) waren een oorlog uitsluitend tussen het katholieke Spanje en de protestantse rebellen van Nederland. Het was een militair conflict met integrale religieuze elementen.
Al in de 16e en 17e eeuw trekken veel migranten naar de Republiek vanwege de tolerantie en het gunstige economische klimaat.
De 16e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 16e periode van 100 jaar, bestaande uit de jaren 1501 tot en met 1600.
Steeds meer mensen gaan Luther en andere protestantse grondleggers volgen. Ze komen in opstand en vernielen door heel Europa katholieke heiligenbeelden, dit wordt ook wel de beeldenstorm genoemd. Uiteindelijk leiden deze opstanden tot een kerkscheuring: enerzijds het rooms-katholicisme en anderzijds het protestantisme.
De eerste overwinning van het leger van Willem van Oranje vindt plaats tussen de moerassen bij het Groningse plaatsje Heiligerlee op 23 mei 1568. Dit wordt vaak gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog.
De Raad van Beroerten was een bijzondere rechtbank, ingesteld op 20 september 1567 door de hertog van Alva namens koning Filips II. De Raad had tot doel iedereen te vonnissen die op een of andere manier had deelgenomen aan de troebelen van 1566-1567 die waren uitgelopen in de Beeldenstorm.
Vervolgingen van 'ketters', samen met hoge belastingen en algemene ontevredenheid over de Spaanse overheersing , leidden tot de Tachtigjarige Oorlog. De Nederlanden werden geregeerd door Spanje onder de katholieke koning Filips II (regeerde van 1556 tot 1598), zoon van Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk (regeerde van 1556 tot 1598).
De Beeldenstorm (1566)
Protestanten dringen in totaal honderden kerken en andere heiligdommen binnen. Ze zien de Beeldenstorm als een manier om kerken te zuiveren. Door beelden te verwoesten, worden de kerken geschikt gemaakt voor meer sobere, protestantse kerkdiensten waarin het volgen van de Bijbel wordt gepredikt.
Economische Oorzaken: De economische oorzaken van de Nederlandse Opstand waren voornamelijk te wijten aan de hoge belastingen die door de Spaanse Habsburgers werden opgelegd. Deze belastingen waren vooral zwaar voor de handel en industrie, die de basis vormden van de Nederlandse economie.
De 17e eeuw in de Republiek wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd, door de leidende positie in de wereldeconomie in die tijd. Dit zorgde voor een economische en culturele bloei in veel sectoren van de maatschappij en een groeiende welvaart.
Migratie naar Nederland
Eerst vanwege economische motieven, later door de politieke omstandigheden in Turkije. Naar Duits voorbeeld ging ook Nederland in de jaren '60 op zoek naar arbeidskrachten in Turkije. Vele duizenden jonge mannen werden geworven voor werk in Nederlandse bedrijven.
de grafiek met migratiegegevens per jaar wordt geladen! Bovenstaande grafiek toont het aantal inwoners in Nederland met een migratieachtergrond uit Rusland per jaar. In 2022 waren er in totaal 35.332 Nederlanders met een migratieachtergrond met als herkomstland Rusland.
Samenvattend: de Nederlanders kregen in de 16e en 17e eeuw een monopolie op de handel dankzij hun geografische voordeel, innovatieve handelspraktijken, sterke zeemacht, controle over natuurlijke hulpbronnen, overheidssteun en culturele diversiteit .
Rond 1400 stond Nederland bekend als 'de Lage landen bij de zee'. In de 15e eeuw werd het woord 'Nederlanden' voor het eerst gebruikt om het gebied aan te duiden.
Zoals Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum in Hoorn, uitlegt: “'The Dutch Era' impliceert geen subjectief waardeoordeel. Het laat ruimte voor beide kanten van het verhaal. 'The Golden Age' niet.” In de 17e eeuw was Nederland waarschijnlijk het rijkste land ter wereld.
Nederlandse Republiek (1588–1795), een staat waarvan het grondgebied ongeveer even groot was als het huidige Koninkrijk der Nederlanden en die in de 17e eeuw een wereldmachtpositie verwierf.
In de 18e eeuw begon het Nederlandse koloniale rijk in verval te raken als gevolg van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog van 1780-1784 , waarin Nederland een aantal van zijn koloniale bezittingen en handelsmonopolies verloor aan het Britse Rijk en de verovering van het rijke Mogol-Bengalen in de Slag bij Plassey.
“De republiek kende een neergang in de 18e eeuw. Het was uitgeput door de lange landoorlogen, de vloot was in een staat van verwaarlozing en het koloniale rijk stagneerde en werd overschaduwd door dat van Engeland . In 1795 stortte de republiek in onder de impact van een Nederlandse democratische revolutie en binnenvallende Franse legers.