In deze les leert Sjors je over het ancien régime in Europa, de Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie, evenals de Bataafse Revolutie in Nederland, waarbij veranderingen plaatsvonden in de politieke structuren en de strijd voor democratische principes en natuurlijke rechten.
Tijdvak 7 is de tijd van pruiken en revoluties. Het tijdvak begint rond 1700 en duurt tot ongeveer 1800. Belangrijke gebeurtenissen in dit tijdvak zijn: de slavenhandel en uiteindelijk de afschaffing van de slavernij.
Tijdvak 7: Tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800)
rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen; 28.
Tijdvak 9: tijd van de Wereldoorlogen. Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen. De economische wereldcrisis.
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten. Kenmerkende aspecten: Wereldwijde handel en de wereldeconomie. Het bestuur en de culturele ontwikkelingen in Nederland.
De Gouden Eeuw is een periode in de Nederlandse geschiedenis die goeddeels samenvalt met de zeventiende eeuw. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden maakte een bloeiperiode door op gebied van handel, wetenschap en kunsten.
De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd. In dat geval is de moderne tijd slechts een onderdeel van de nieuwe tijd.
De ijzertijd is de laatste periode die we tot de prehistorie rekenen. De ijzertijd volgt op de bronstijd en begint in West-Europa rond 800 v. Chr.
Tijd van jagers en boeren
Kenmerkend voor dit tijdvak: de levenswijze van jagers-verzamelaars;het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen;het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Kenmerkende aspecten zijn de hoofd-gebeurtenissen/perioden in de geschiedenis. Kenmerkende aspecten worden vooral gebruikt in het basisonderwijs in Nederland. Ook worden ze gebruikt in het voorgezet onderwijs. In de kenmerkende aspecten staan de belangrijkste gebeurtenissen en perioden.
Inleiding. Tijdvak 1 begint ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden en duurt tot 3000 v. Chr. Tijdvak 1 is het langste tijdvak van de tien tijdvakken.
Tijdvak 10 is de tijd van Televisie en Computer. Dit tijdvak begint in het jaar 1950 en duurt tot 2000. Het tijdvak beslaat de tweede helft van de twintigste eeuw.
Kenmerken van het absolutisme zijn dat er slechts één persoon de beslissingen maakt. Belangrijk om te weten is dat deze persoon niet door wetten gebonden is en geen verantwoording hoeft af te leggen aan wie dan ook. Een bekend voorbeeld van het absolutisme is het Frankrijk van de 18e eeuw.
Regenten en regentessen (van het Latijn regere: besturen, regeren) zijn in de geschiedenis van de Nederlanden de bestuurders van steden, gewesten en organisaties in de 17e eeuw en de 18e eeuw. De macht was daar in handen van enkele families die elkaar, al naar gelang hun eigen machtspositie, de bal toespeelden.
In deze les leert Sjors je over democratisering, politiek-maatschappelijke stromingen en emancipatie bewegingen. Zo bespreekt hij het liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Kenmerkende aspecten: In deze les leer je welke motieven Europese landen hadden voor het modern imperialisme.
Moderne tijd (1789 - 1945)
Tijdvak 3: tijd van Monniken en Ridders. Kenmerkende aspecten: De verspreiding van het christendom in Europa. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Tijdvak 9, De tijd van wereldoorlogen
- De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
20e eeuw. De 20e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 20e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1901 tot en met 2000. De 20e eeuw behoort tot het 2e millennium.
Het jaar 800 is het 100e jaar in de 8e eeuw volgens de christelijke jaartelling.