Je kunt derealisatie zien als een beschermingsmechanisme van je brein als het even overbelast is. Prikkels worden dan op afstand gehouden. Derealisatie kan ook een bijwerking zijn bij een bepaalde bewustzijnstoestand (bv. door drugs of tijdens hele sterke focus).
Bij derealisatie ervaar je gevoelens van vervreemding en onwerkelijkheid met betrekking tot je omgeving en andere mensen. Mogelijke oorzaken zijn onder andere ziekte, slaaptekort en alcohol- en/of drugsgebruik.
Als je last hebt van derealisatie heb je het gevoel dat de wereld om je heen niet echt is. Het voelt alsof je in een droom bent en prikkels komen niet binnen. Derealisatie en depersonalisatie noemen we ook wel dissociatie. Dit is het moment wanneer je je een beetje los voelt van jezelf.
Depersonalisatie is een natuurlijke reactie van het lichaam om zich tegen bedreigingen van buiten af te beschermen. Depersonalisatie treedt dan ook vaak op na een lange tijd van stress.
Ontstaan van de stoornis
Een dissociatieve stoornis hangt meestal samen met traumatische ervaringen. Denk bijvoorbeeld aan kindermishandeling, seksueel misbruik, of een groot verlies. Door dissociatie kan iemand nare gevoelens die naar boven komen door een traumatische ervaring wegdrukken en eraan ontsnappen.
Dissociatie zou je kunnen zien als een verdedigingsmechanisme dat je beschermt tegen te veel prikkels. Je hersenen schakelen een stuk van je bewustzijn uit, bijvoorbeeld je emotie, omdat het te veel dreigt te worden. Maar ook zonder trauma's kun je flink dissociëren, bijvoorbeeld samenhangend met paniek en stress.
Sommige mensen hebben tijdens hun eerste aanval het gevoel dood te gaan. In een mildere vorm hebben mensen het gevoel er niet helemaal bij te zijn. Vaak zeggen patiënten zich bewust te zijn van de mensen om hen heen, maar niet met hen te kunnen praten.
Het komt voor bij vermoeidheid of overbelasting door slaaptekort.Ook alcohol en drugs, middelen die je lichaam en hoofd vermoeien, veroorzaken deze ervaringen. Zelfs bij eerste tekenen van griep komt het voor, of als je opgaat in muziek of bij het hebben van seks.
Hoe worden derealisatie en depersonalisatie behandeld? De behandeling van derealisatie en/of depersonalisatie is afhankelijk van de oorzaak en verschilt daarom per persoon. Klachten kunnen bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van trauma, middelengebruik, stress, of langdurige vermoeidheid.
Ervaringen van derealisatie of depersonalisatie komen vaak voor en zijn niet gevaarlijk: ongeveer de helft van de mensen heeft zo'n ervaring minstens 1 keer in het leven meegemaakt. Denk hierbij aan het zich niet meer herinneren van de route die zojuist is gereden. Vaak speelt vermoeidheid hierin een rol.
De behandeling duurt maanden tot jaren. Hoe lang precies hangt af van welke behandeling en hoe ernstig de ziekte bij u is. De behandeling begin met uitleg over de ziekte. Als u hoort dat u een dissociatieve stoornis heeft, heeft u waarschijnlijk veel vragen.
Meestal duren de klachten kort, enkele dagen. Maar soms houden de klachten langer aan. Weken, maanden of in zeldzame gevallen nog langer.
Derealisatie is een symptoom van angst. Alles wat je ooit kan beangstigen en bedreigen kan derealisatie veroorzaken. Als jij maar ervaart dat het te erg en te eng is, dat jij bedreigd of onveilig voelt, kan dit derealisatie veroorzaken.
Probeer goed te slapen, maar niet te veel.Sport voldoende en eet gezond.Vermijd drugs en alcohol.Praat er ook eens over met iemand anders, wie weet herkennen anderen er zich ook wel in.
Ongeveer de helft van alle mensen ervaren tenminste één keer in hun leven een periode van depersonalisatie/derealisatie, maar bij ongeveer 2% voldoet iemand aan alle criteria van depersonalisatie-/derealisatiestoornis.
Dissociatie is een toestand van verlaagd bewustzijn. Als je last hebt van dissociatie kan het voelen alsof je gedachten, gevoelens, herinneringen en lichamelijke gewaarwordingen niet van jezelf zijn (depersonalisatie). Ook kunnen de wereld en de mensen om je heen kunnen heel vreemd aanvoelen (derealisatie).
Wat veel voorkomt is dat je jezelf hoort praten alsof je iemand anders bent. Sommige herkennen zichzelf met moeite in de spiegel. Derealisatie (DR) is de ervaring waarin je de vertrouwde omgeving als vreemd, niet vertrouwd of onecht ervaart. Het lijkt alsof je leeft in een film of een glazen kooi.
Bij mensen met een eerste psychotische episode is nog geen onderzoek gedaan naar dissociatie. Benieuwd hoe dit zit? Dissociatie is een (tijdelijke) verstoring van de integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, cognities of perceptie. Uit eerdere studies blijkt dat dissociatie vaak voorkomt bij mensen met psychose.
Bij dissociatie zijn bepaalde functies in de hersenen verstoord, zoals het bewustzijn, geheugen of de waarneming van de omgeving. Bij het ervaren van onder andere hevige stress of een traumatische ervaring kan dissociatie optreden als vorm van zelfbescherming. Dissociatie kan als erg vreemd en eng worden ervaren.
De ervaring van 'bevriezen' of 'verdoven' wordt wel beschreven als een zich fysiek, mentaal en emotioneel verlamd voelen door een bepaalde consternatie. De bevriezing zorgt dat je niet de enormiteit hoeft te voelen van wat er met je gebeurt. In die zin ligt het dus dicht bij dissociatie.
Een dissociatieve identiteitsstoornis kan niet worden verholpen met medicatie. Echter, omdat DIS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals angst of depressie, kan de arts ervoor kiezen om de symptomen van deze aandoeningen te verlichten met medicijnen.
Het gevoel 'los te raken van uzelf of van uw omgeving' heet dissociatie. Dingen die u dan bijvoorbeeld merkt: De tijd lijkt veel sneller of langzamer te gaan dan normaal. U vergeet (belangrijke) dingen die u heeft meegemaakt.
Een gevolg van de zelfbeschermingsmodus of het persoonlijke afweermechanisme is dat je niet meer het contact met jouw omgeving maakt. Je sluit jouw gevoelens en emoties af voor de buitenwacht en daardoor krijg je geen verbinding met anderen. Dat kan bij jou gevoelens van eenzaamheid oproepen en bij de ander onbegrip.
Ervaar je weinig tot geen gevoelens en/of emoties, dan is er in de meeste gevallen sprake van onderdrukking ervan. Dat kan al vanaf heel jong zijn, en is doorgaans totaal onbewust. Vrouwen hebben vaker een probleem met het toelaten van boosheid, mannen met het toelaten van verdriet.