Daardoor en daarom komen beide voor bij oorzaken, en daarom ook bij een reden. Waardoor geeft een oorzaak aan. Let wel op het grammaticale verschil tussen daardoor en daarom enerzijds en waardoor anderzijds. Daardoor en daarom gebruik je in hoofdzinnen; met waardoor verbind je een hoofd- en een bijzin met elkaar.
Het woord 'waardoor' vraagt naar een oorzaak: iets wordt veroorzaakt door iets anders. 'Waarom' vraagt naar een reden: je doet iets om die reden.
Om terug te verwijzen naar een eerdergenoemde zaak of persoon, of naar een vorige zin, is het aan te bevelen om zo veel mogelijk daardoor of erdoor te gebruiken. Dat doet u ook als u spontaan spreekt. Terugverwijzen met hierdoor is niet fout, maar is nogal nadrukkelijk en formeel.
daardoor bijwoord Uitspraak: [dar'dor] 1) door dat wat je noemt of dat waar je naar wijst Voorbeeld: `Zie je de tunnel? Je moet daardoor en dan ben je er. ` 2) om die reden, vanwege die oorzaak Voorbeeld: `Ik was ziek, daardoor k...
Doordat en daardoor gebruik je als er sprake is van en gebeurtenis die voortvloeit uit een andere gebeurtenis. Er is dus een oorzakelijk verband. Ook wordt doordat en daardoor gebruikt bij een werkwoord dat een oorzaak aangeeft.
Met een voegwoord verbind je twee zinnen met elkaar, zodat er een nieuwe zin ontstaat. De zin die je op deze manier maakt, noem je een samengestelde zin. Als je een samengestelde zin redekundig gaat ontleden, zoek je eerst naar het voegwoord. Want dan weet je ook uit welke zinnen de samengestelde zin bestaat.
Voor de voegwoorden omdat, doordat, als, indien, aangezien, terwijl, zodat, opdat enzovoort is de komma in veel gevallen wel gewenst. Voorbeelden: (4) Ik kan niet met haar door één deur, omdat ze zo onuitstaanbaar is. (5) De trein had vertraging opgelopen, doordat het ijzelde.
Daarom geeft een reden aan; daardoor wijst op een oorzaak. In de praktijk echter wordt daarom voor zowel redenen als oorzaken gebruikt.
hierdoor = hierdoor bijwoordUitspraak: [`hirdor] door datgene wat net is genoemd, door datgene waar je naar wijst Voorbeelden: `Het is slecht weer, hierdoor gaat het openluchtconcert niet door.
De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin). Gebruik doordat voor oorzaak (derde voorbeeldzin).
Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
De baas vraagt waarom jullie niks doen. Ik heb nooit geweten waarom hij niet meer gebeld heeft. 'Daarom' staat aan het begin van een hoofdzin en wordt direct gevolgd door het werkwoord. 'Daarom' verwijst naar een reden die voorafgaat.
Waarom is een bijwoord waarmee naar een reden of doel wordt geïnformeerd. Hoezo is eigenlijk een tussenwerpsel, een uitroep van verbazing.
De onderschikkende voegwoorden kun je niet uit je hoofd leren, omdat er heel veel van zijn. wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…
Let op: de woorden: wanneer, waar, hoe, waarom, waardoor zijn bijwoorden. Bijwoord: Een bijwoord zegt iet van een werkwoord, een ander bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord.
In zinnen met omdat staat het werkwoord achteraan: – Jij doet een jas aan, omdat de winter koud is. In zinnen met daarom komt er na daarom een inversie/omdraaiing: De winter is koud, daarom doe jij een jas aan.
De voegwoorden want en omdat zijn erg verwant, maar zijn niet helemaal gelijk. Want is een nevenschikkend voegwoord: in de erop volgende zin staat de persoonsvorm vooraan. Omdat is een onderschikkend voegwoord: in de erop volgende bijzin staat de persoonsvorm achteraan. Ik open het raam, want het is hier veel te warm.
daarvoor bijwoord Uitspraak: [dar'vor] 1) om dat doel of resultaat te bereiken Voorbeelden: `Wil je van me winnen? Daarvoor moet je sneller fietsen!`, `Om je te helpen, daarvoor ben ik hier. `Synoniem: daartoe 2) voor wat je noemt of ...
in een opsomming, maar niet voor het woordje 'en' voor voegwoorden. tussen bijvoeglijke naamwoorden. voor of na een aanspreking.
Toelichting. Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
Na de komma komt altijd een spatie. Vóór de komma juist niet. Op deze manier zorg je ervoor dat aan het eind van een regel de komma altijd bij het voorafgaande woord blijft. Een mooie, glimmende fiets.