Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij alvleesklierkanker. Als de ziekte tijdig wordt ontdekt, is een curatieve (in opzet genezende) behandeling mogelijk. De meest gangbare behandeling bij alvleesklierkanker zijn chemotherapie (gecombineerd met) een operatie.
Een reden waarom alvleesklierkanker zo dodelijk is, is dat het meestal geen symptomen veroorzaakt totdat het een vergevorderd stadium bereikt. Wanneer een patiënt symptomen ervaart zoals buikpijn, gewichtsverlies en geelzucht, is de kanker vaak uitgezaaid naar andere delen van het lichaam.
Een alvleeskliertumor kan uitzaaien naar het buikvlies of lymfeklieren in de buik, maar uitzaaiingen worden ook verspreid via de bloedbaan naar bijvoorbeeld de lever of de longen.
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker. De pijn ontstaat doordat de tumor drukt op organen en zenuwen in de omgeving. De pijn kan constant aanwezig zijn of met tussenpozen. Vaak is de pijn erger na het eten of wanneer je even gaat liggen.
Wat is de overleving van alvleesklierkanker? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 5 van de 100 mensen in leven.
Als alvleesklierkanker ontdekt wordt, is de kanker vaak al doorgegroeid of uitgezaaid. De kanker kan doorgroeien naar belangrijke weefsels, zoals bloedvaten en organen om de alvleesklier heen. De meeste uitzaaiingen zijn in de lever, de lymfeklieren, het buikvlies of de longen.
Je arts kan niet precies vertellen hoelang je nog zal leven.Misschien kan hij wel in grote lijnen voorspellen hoe de ziekte ongeveer zal verlopen. Met je arts kan je ook bespreken wat de mogelijkheden zijn voor een zo lang, en een zo goed mogelijke tijd. Praten is daarbij belangrijk.
Een jaar na de diagnose alvleesklierkanker zijn ruim 6 van de 10 (60%) patiënten nog in leven als zij stadium I alvleesklierkanker hebben. Van de mensen die bij de diagnose stadium IV alvleesklierkanker hebben, is slechts 1 van de 10 (10%) patiënten na 1 jaar nog in leven en slechts 5% is nog in leven na 3 jaar.
Overlevingskansen. Alvleesklierkanker is zonder behandeling zeer dodelijk: de gemiddelde overleving na diagnose bedraagt zo'n 4 tot 6 maanden. Slechts 1 op 5 patiënten komt in aanmerking voor een behandeling om de kanker te genezen.
Alvleesklierkanker is een ernstige ziekte die vaak pas laat wordt ontdekt. Vaak zit de tumor er al een tijd voordat iemand klachten krijgt. Als cellen in de alvleesklier ongecontroleerd gaan delen, kan er een kwaadaardige tumor ontstaan. Zo'n tumor heet alvleesklierkanker of pancreascarcinoom.
Bij meer dan de helft van de patiënten met alvleesklierkanker is de ziekte bij het stellen van de diagnose al zo ver gevorderd (stadium vier), dat een jaar later nog maar tien procent in leven is. Probleem is dat een tumor in de alvleesklier er vaak al een hele tijd zit voordat een patiënt er last van krijgt.
De vijfjaarsoverleving van alvleesklierkanker is minder dan 5 procent. Daarmee heeft alvleesklierkanker, zeker in vergelijking met andere kankersoorten, een slechte prognose. Patiënten die de diagnose krijgen zijn vaak ouder dan 70 jaar. Bij meer dan de helft van de patiënten is de tumor al uitgezaaid tijdens diagnose.
Koploper, maar winst? De zorg rond alvleesklierkanker mag in Nederland top zijn, helaas zijn de vooruitzichten van de ziekte slecht. Vijf jaar na diagnose is negen procent van de patiënten nog in leven en bij slechts 1 op de 5 patiënten kan de tumor direct met een operatie worden verwijderd.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Bij acute alvleesklier treedt plotseling hevige buikpijn op. De pijn kan uitstralen naar de linkerzij, schouder en rug. Ook koorts en een snelle ademhaling zijn veel voorkomende klachten, net zoals misselijkheid en braken. Na een maaltijd nemen de klachten vaak toe.
Een operatie in combinatie met chemo(radio)therapie is de enige mogelijkheid om alvleesklierkanker volledig te genezen.
Jaarlijks krijgen bijna 3.000 mensen alvleesklierkanker. De meeste van hen zijn 60 jaar of ouder. Alvleesklierkanker wordt vaak laat ontdekt als er al uitgebreide groei en uitzaaiingen zijn. Dan is de ziekte niet meer te genezen.
De meest voorkomende klachten zijn: minder eetlust. misselijkheid. zeurende pijn in de bovenbuik of in de rug.
Het bevolkingsrisico op alvleesklierkanker is in Nederland ongeveer 1,5%. Bij slechts een klein deel van de patiënten wordt momenteel een erfelijke aanleg aangetoond. Het risico op een erfelijke aanleg neemt toe bij: het voorkomen op ongebruikelijk jonge leeftijd.
Stadium IV
Dit stadium houdt in de dat kanker zich heeft verspreid door het lichaam.
Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen. Vochttekort leidt normaal gesproken tot dorst, maar in de stervensfase hebben mensen vaak geen of weinig dorstgevoel. Het kan prettig zijn om de lippen en de mond licht te bevochtigen.
Behandeling van alvleesklierkanker
De meeste mensen met alvleesklierkanker krijgen chemotherapie of een behandeling tegen de klachten van de kanker. Soms krijg je een operatie. Dat kan meestal alleen als je geen uitzaaiingen hebt. Of als de tumor niet doorgroeit in de grote bloedvaten.
In de allerlaatste levensfase (terminale fase) werken de organen steeds minder goed.Ze houden er langzaam mee op.Ook de maag en de darmen werken steeds minder, waardoor voedsel niet goed verteerd wordt. Zo laat het lichaam merken dat eten (voeding) niet meer nodig is.
Is er een uitzaaiing gevonden zonder dat duidelijk is waar de kanker vandaan komt? Dan krijg je een biopsie. Met de biopsie wil de arts onderzoeken om wat voor soort kankercellen het gaat. Bij een biopsie haalt de arts wat stukjes weefsel weg uit de uitzaaiing.
De gemiddelde leeftijd bij diagnose is 65 jaar; 80% van de patiënten is tussen 60 en 80 jaar. Op een leeftijd jonger dan 45 jaar is alvleesklierkanker zeldzaam, maar wel mogelijk. Alvleesklierkanker komt mogelijk iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij niet-rokers zijn deze verschillen echter gelijk.