De slang leeft vooral rond de grote rivieren in Nederland. Als je een ringslang in het wild wilt zien, maak je de meeste kans in de gebieden rond het IJsselmeer en in Utrecht, Gelderland, Overijssel, Drenthe en Friesland. Net als de adder is de ringslang in Nederland een beschermde diersoort.
De meeste slangen leven in begroeide gebieden, zoals bossen, maar ook op meer open plaatsen als bergstreken en steppen. In tropische bossen komen meer boombewonende slangen voor, die overdag rusten in bomen en 's nachts op jacht gaan. In kale gebieden, zoals woestijnen, leven slangen in de grond en graven zich vaak in.
In Nederland kun je drie inheemse soorten slangen tegenkomen: de adder, de ringslang en de gladde slang.
De adder komt voor op de hoge zandgronden van Nederland met uitzondering van de duinen. Er zijn momenteel nog twee grote min of meer aaneengesloten leefgebieden van de adder, gelegen in Friesland en Drenthe en op de Veluwe. Daarnaast is de soort nog aanwezig in Overijssel en Limburg (Meinweg).
In Nederland komen drie soorten slangen voor. Alleen de adder is giftig. De andere twee, de ringslang en de uiterst zeldzame gladde slang, doden hun prooidieren zonder ze eerst met gif te verdoven.
De adder. De adder is de enige giftige, wilde slang in Nederland. Als ze in een prooi bijt, bijvoorbeeld een muis, spuit ze gif met haar tanden in.
Hij is niet giftig en bijt zelfs niet als hij gevangen wordt. Om aan belagers te ontkomen kan de ringslang zich schijndood houden.
Het gif van de adder bevat meerdere stoffen. Sommige veroorzaken weefselbeschadiging, andere beïnvloeden de bloedsomloop en de bloedstolling. De symptomen kunnen dus zeer wisselend zijn. Meestal blijft het bij lokale symptomen op de bijtplaats, maar sommige slachtoffers vertonen ook ernstige veralgemeende symptomen.
Adderbeten in Nederland zijn zeldzaam. Sinds 1885 zijn ruim 220 adderbeten geregistreerd en uit aanvullend onderzoek is gebleken dat er dertien dodelijk waren (RAVON 57). Een adderbeet verloopt voor mensen dus zelden dodelijk, maar een beet is niet zonder risico's. Medische hulp moet dus altijd ingeroepen worden.
Van de drie soorten moet je alleen oppassen voor de adder: die is giftig en kan ook vervelend bijten. De ringslang en gladde slang zijn niet giftig en de ringslang bijt zelfs niet. Als een ringslang gevaar voelt dreigen, kan hij zich schijndood houden.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.
Dicht bij de Noord- of Zuidpool zul je geen slangen vinden. Er leven soorten in de woestijn, onder de grond en zelfs in het water zoals meren, rivieren en de zee.
schooltv.nl Vijanden Adders hebben ook vijanden. De slangen worden namelijk gegeten door bepaalde slangenarends en egels. Andere dieren zoals dassen, honden, katten en zelfs varkens kunnen gevaarlijk zijn voor de adder.
De meeste slangen doden hun prooi met hun tanden. Die vlijmscherpe tanden zijn naar achteren gericht.
Leg geen tourniquet aan op de getroffen ledemaat. Snij het gif niet uit de wond en zuig de wond niet uit. Koel niet met ijs. Geef het slachtoffer geen alcohol, koffie of thee.
Een slangenbeet kenmerkt zich door pijn rond de beetplaats, waar vaak ook (twee) kleine wonden te zien zijn. Er treedt (forse) zwelling en roodheid op.
Jaarlijks overlijden wereldwijd naar schatting ruim 130.000 mensen aan de gevolgen van een slangenbeet: dat is elke vier minuten een dode. Daarmee is de slangenbeet één van de dodelijkste tropische 'ziektes' ter wereld. Slangen maken veel meer slachtoffers dan bijvoorbeeld ebola.
Vlak na de geboorte zijn jonge adders bijzonder kwetsbaar en worden ze bedreigd door een groot aantal natuurlijke vijanden: zoogdieren (zoals egel, bunzing, vos, das en wild zwijn), vogels (zoals buizerd, reiger, bosuil, ekster en raaf), reptielen (zoals gladde slang) en zelfs amfibieën.
De slang leeft vooral rond de grote rivieren in Nederland. Als je een ringslang in het wild wilt zien, maak je de meeste kans in de gebieden rond het IJsselmeer en in Utrecht, Gelderland, Overijssel, Drenthe en Friesland.
Slangen voelen zich onveilig in open ruimtes en zoeken daarom beschutting door zich dicht langs muren of obstakels voort te bewegen. Om de kans te vergroten dat het reptiel in de val loopt kun je een muisje of een ratje uit de diepvries in de val leggen om zo de slang in naar de val te lokken. Daarna is het afwachten!
De groene anaconda is de grootste slang op aarde wat gewicht betreft. Hij kan zeker 200 kilo wegen, en de grootste anaconda's zijn zo dik als een tractorband. Qua lengte legt de anaconda het echter af tegen de netpython, Python reticulatus. De netpython is de langste slang op aarde en kan 10 meter lang worden.
De prooien worden nooit gewurgd maar levend en in één keer verzwolgen waarbij de kop eerst wordt ingeslikt.