In stallen komen mest en urine met elkaar in contact. Zo ontstaat drijfmest – modderige, vloeibare mest. Als dat in verbinding komt met zuurstof ontstaat er ammoniak. Naar schatting veroorzaken Nederlandse boeren rond de 60% van de stikstofneerslag in natuurgebieden.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Boeren gebruiken mest omdat het zorgt voor een betere plantengroei en hogere gewasopbrengsten. Uit de mest verdampt stikstof als ammoniak en komt in de lucht. Een ander deel van de stikstof kan uitspoelen naar het grondwater; dit heet (nitraat)uitspoeling.
De landbouw zorgt voor ongeveer 60% van de stikstofuitstoot (door mest, maar ook uit kassen en door landbouwvoertuigen), het wegverkeer voor bijna 30%. Zowel de uitstoot door de landbouw als door het verkeer is flink afgenomen sinds de jaren '90.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Als de poep en plas van een koe bij elkaar komen, ontstaat er stikstof die schadelijk is voor de natuur. De oplossing: een speciaal koeientoilet om de urine mee op te vangen zodat die niet met de poep mengt! Dus jij gaat Nederland van het stikstofprobleem af helpen?
Dat komt doordat mensen zelf stikstof zijn gaan 'produceren'. Door stikstof onder hoge druk met waterstof te verbinden, krijg je namelijk ammoniak. Ammoniak is de basis van kunstmest. Daarnaast wordt het gebruikt bij de productie van veel andere stoffen, zoals explosieven en plastics.
De stikstofuitstoot naar de lucht bestaat vooral uit ammoniak, wat vrijkomt door uitwerpselen van koeien. Zo'n 87 procent van de ammoniakemissie komt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vrij in de landbouw en daarom zullen boeren het meeste pijn voelen.
Ook in België boze boeren
Ook België heeft een grote landbouwsector in relatief klein grondgebied. "Waar wij nog een heel klein beetje ruimte hebben, is de grenswaarde in Vlaanderen echt 0,0", zegt De Vries. "Die mogen dus helemaal geen extra stikstof uitstoten rondom natuurgebieden."
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
De hoeveelheid stikstof hangt af van hoeveel melk een koe in een jaar produceert (in kilogram) en van het ureumgehalte (in milligram voor elke 100 gram melk). Ook de hoeveelheid fosfaat hangt af van de melkproductie.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Insecten, vogels en andere dieren die afhankelijk zijn van deze planten verdwijnen daardoor ook.
Het element stikstof komt in allerlei vormen voor. Niet-schadelijke vormen, zoals de gasvormige stikstof in de lucht en stikstof in de vorm van eiwit. Deze zijn zelfs heel belangrijk voor de mens.
Ammoniak en stikstofoxide reageren in de lucht en vormen fijnstof. Deze fijnstof kan leiden tot long- en luchtwegklachten. Al tientallen jaren komt er veel teveel stikstofoxiden en ammoniak in de lucht en natuur terecht. Voor onze natuur, gezondheid en voedselproductie moet de hoeveelheid stikstof daarom omlaag.
Maar het is waar. Een persoon in rust ademt per etmaal meer dan 5000 liter stikstof uit.
Het grootste deel kwam van de veeteelt, de stikstofuitstoot van dieren was goed voor 94 miljoen kilo. Daar komt volgens het RIVM nog 12 miljoen kilo stikstof bovenop, hoofdzakelijk door energieverbruik in de landbouw, bijvoorbeeld door kassen en andere bronnen.
Als er te veel schadelijke stikstofverbindingen in de lucht, het water of de bodem zitten, overwoekeren die planten andere begroeiing die minder goed gedijt in een stikstofrijke omgeving, zoals heide en zeldzame planten. Met die planten verdwijnen ook de insecten en vlinders die van die planten leven.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Het voer dat koeien eten en verteren zorgt in meer of mindere mate ook voor stikstofuitstoot. “Zo geven boeren hun koeien vaak voer met net teveel eiwit (waar stikstof in zit), ongeveer 10 procent eiwit te veel. Dat komt in de urine terecht en vervliegt deels als ammoniak. Die ammoniak daalt neer in de natuur.
Stikstofgebrek kan ontstaan door het onderwerken van stro en houtsnippers omdat voor de afbraak van deze stoffen, de bacteriën stikstof onttrekken aan de bodem. Compost en dierlijke mest, bloedmeel en hoornmeel zijn natuurlijke bronnen van stikstof. Bloedmeel en hoornmeel zijn verkrijgbaar in poedervorm.
Koeienmest bevat namelijk fosfaat en nitraat. In beperkte mate geen probleem, maar een teveel is schadelijk voor de bodem, water en luchtkwaliteit. Om de milieu-impact van het huidige mestoverschot te beperken zijn er striktere regels ingevoerd die de uitstoot van fosfaat en nitraat moeten reduceren.
Sindsdien verbetert dit niet meer. Het ene dier is beter in staat stikstof vast te leggen dan het andere. De stikstofbenutting was met 42 procent het hoogst bij pluimvee. Bij varkens is deze 39 procent, bij rundvee maar 23 procent.
Veruit het grootste deel, 57 procent, komt voor rekening van koeien. De 184 miljoen kilo stikstof uitgestoten is opgebouwd uit 132 miljoen kilo ammoniak en 246 miljoen kilo stikstofoxiden. Deze cijfers zijn afkomstig van het RIVM.