Object anker: het teken dat de locatie van een zwevend object aangeeft in relatie tot de tekst in uw document. Houd er rekening mee dat de ankers alleen worden weergegeven wanneer deze is omwikkeld met tekst of dat u de afbeelding hebt geselecteerd.
Klik op het tabblad Start met de rechtermuisknop op een stijl in de galerie Stijlen en klik op Wijzigen. Breng in de sectie Opmaak de gewenste opmaakwijzigingen aan, zoals tekenstijl, grootte of kleur, uitlijning, regelafstand of inspringing.
Een vorm toevoegen
Klik op het tabblad Invoegen op Vormen. Klik op de gewenste vorm, klik op een willekeurige plek in de werkruimte en sleep de muis om de vorm te tekenen.
Klik in het document op de plek waar u de tekening wilt maken. Klik op het tabblad Invoegen in de groep Illustraties op Vormen. Wanneer u de shape hebt gevonden die u wilt invoegen, dubbelklikt u om deze automatisch in te voegen of klikt u erop en sleept u om deze in het document te tekenen.
Ctrl-K: Link invoegen (Insert hyperlink) Ctrl-L: Links uitlijnen (Align Left) Ctrl-M: Inspringen (First Indent)
Het opmaakprofiel van het document is de opmaak waarin de koppen, de standaardtekst, de voettekst etc. worden weergegeven. Deze staan bij de installatie van Word op de fabrieksinstellingen, die meestal niet gewenst zijn.
Klik met de rechtermuisknop op de alinea of subkop die u bij de inhoud wilt houden die erop volgt. Selecteer Alinea in het vak dat wordt geopend. Klik in het dialoogvenster Alinea op het tabblad Regel- en pagina-einden. Schakel in de sectie Paginering het selectievakje Regels bijeenhouden in en klik op OK.
geeft aan waar een afbeelding of object zich bevindt ten opzichte van de tekst in het document. Ankers worden niet weergegeven voor inline-afbeeldingen; inlineobjecten zijn gekoppeld aan de plaats in de tekst waar ze zijn ingevoegd en worden behandeld als elk tekstteken, 'in lijn met tekst'.
Plaats de afbeelding die je wilt verankeren.
Klik op Afbeelding in het tabblad Invoegen en selecteer de afbeelding. Sleep een afbeelding in het document. Kopieer een afbeelding vanaf een andere locatie op je computer en druk op Ctrl + V (Windows) of ⌘ Cmd + V (macOS) om te plakken.
Er zijn veel opmaakmarkeringen in Word-documenten, zoals tabtekens, spaties, alineamarkeringen, verborgen tekst, optionele koppeltekens, objectankers, optionele onderbrekingen enzovoort. Sommige worden weergegeven en andere zijn standaard verborgen.
Voor een alinea-einde drukt u op Enter (symbool ¶). Voor een regeleinde drukt u op Shift+Enter (symbool.
Wijzigingen bijhouden (Track changes)
In Microsoft Word is het mogelijk om teksten aan te passen, terwijl zichtbaar blijft wat er is aangepast. Deze functie heet 'Wijzigingen bijhouden' of in het Engels 'Track changes'. De functie kan geactiveerd worden via het tabblad 'Controleren (Review)' (Word 2010).
Een document opslaan als een sjabloon
Open het Word-document dat u als sjabloon wilt opslaan. Klik in het menu Bestand op Opslaan als sjabloon. Typ in het vak Opslaan als de naam die u wilt gebruiken voor de nieuwe sjabloon. (Optioneel) Kies in het vak Waar een locatie waar de sjabloon wordt opgeslagen.
Naast de CTRL + C (kopiëren), CTRL + V (plakken) en CTRL + Y (herhalen) is er nog een shortcut die ik veel gebruik: CTRL + Z. Deze toetsencombinatie maakt de laatste handeling(en) ongedaan, een soort digitale gum. Erg handig als je iets op de verkeerde plek plakt of iets weghaalt wat je niet had willen weghalen.
Wie een tekstgedeelte wil kopiëren om te hergebruiken binnen Windows, gebruikt eerst de sneltoets Ctrl + C om de tekst te kopiëren en vervolgens de sneltoets Ctrl + V om deze weer ergens anders in te plakken.
Tekenen en schetsen op een gewone computer
Klik op het tabblad Tekenen. Klik op een van de pennen of markeerstiften op het lint en gebruik de muis om notities te tekenen of te schetsen op de pagina. Als u de tekenmodus wilt annuleren, drukt u op het toetsenbord op Esc of klikt u op de knop Type op het tabblad Tekenen.