Één chromosoom bevat dus een deel van al het erfelijke materiaal. Het totale menselijk erfelijk materiaal bevindt zich dus in die 46 chromosomen. De chromosomen zorgen ervoor dat het DNA op een compacte manier is opgeborgen in de celkern.
Bij Eukaryoten (de "hogere" organismen zoals planten, dieren, schimmels en protisten) bevindt zich het belangrijkste DNA in de celkern (nucleus - vandaar ook nucleïnezuur). Daarnaast is er DNA in de mitochondriën (het mtDNA) en de eventueel aanwezige plastiden (het cpDNA).
Bij de mens bevindt het DNA zich in de kern van iedere cel (Wikipedia). Iedere cel in ons lichaam heeft één kern (Wikipedia) en het DNA in de kern van alle cellen bevat hetzelfde DNA. Het totale DNA van een organisme wordt het genoom (Wikipedia) genoemd.
In alle cellen van je lichaam zitten even veel (46) chromosomen. Chromosomen zijn gedurende het grootste deel van de celcyclus gewoon DNA. Elke cel van je lichaam bevat 46 strengen DNA of 46 chromosomen. De chromosomen komen paarsgewijs voor, de zogenaamde homologe chromosomen.
Gemiddeld delen kinderen van dezelfde ouders ongeveer 50% van hun DNA met elkaar, maar sommigen delen iets meer en sommigen iets minder. Dus, terwijl we allemaal 50% van ons DNA van elk van onze ouders ontvangen, zijn de segmenten die we ontvangen volledig willekeurig.
Je erft je genen van je ouders. Van elk gen erf je twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Ook de genen van je grootouders en verre voorouders hebben invloed op de kleur van je huid.
Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
DNA molecuul
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
De DNA-databank neemt DNA profielen op in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM geeft ook opdracht om uw DNA-profiel uit de DNA-databank te verwijderen en het daarvoor gebruikte celmateriaal te vernietigen. Een bevestiging van een opname en/of verwijdering van een DNA profiel wordt naar het OM gestuurd.
Per letter heeft DNA een lengte van 0,34 nanometer (0,00000034 mm). Per cel bevat het DNA van de mens daardoor ~2 meter DNA! Aangezien de mens ~3,7 x 10e13 cellen heeft (37.000.000.000.000, Bianconi, 2013) zit er dus zit er dus 74.000.000.000 km DNA in ons lichaam.
Ieder mens heeft DNA. DNA is een ingewikkelde code die bij iedereen anders is. Die code zit overal in je lichaam, dus bijvoorbeeld in je haren, je bloed, je speeksel en in je huid. Forensisch onderzoekers kunnen die code lezen met behulp van computers en machines.
DNA is, net als een vingerafdruk, bij ieder mens anders. Alleen bij eeneiige tweelingen is het 't zelfde. In het DNA zijn alle eigenschappen zoals haarkleur, de kleur van je ogen, en je huidskleur opgeslagen.
RNA versus DNA
RNA is een afkorting voor ribonucleïnezuur. Het lijkt erg op DNA. Een RNA-keten is net als DNA opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen, nucleotiden. Maar anders dan DNA heeft RNA naast adenine (A), cytosine (C) en guanine (G), en het nucleotide uracil (U) in plaats van thymine (T).
Elk gen bevat de informatie voor de specifieke vorming van een eiwit. Zij geven al je erfelijke eigenschappen door, zoals je haar- en oogkleur. DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan.
DNA wordt gehaald uit de kernen van lichaamscellen. Het DNA kan op verschillende plaatsen in ons lichaam gevonden worden. Het DNA blijft 100% betrouwbaar zolang deze lichaamscellen nog intact zijn. Dus zolang ze nog 'leven'.
DNA zit in alle cellen van je lichaam. Voor een simpel proefje wordt meestal je wangslijmvlies gebruikt. Even langs de binnenkant van je wang schrapen en je hebt genoeg cellen om er DNA uit te halen. Je kunt ook spuug (speeksel) gebruiken, daar zitten ook altijd wel wat cellen in.
De additieve genetische relatie tussen volle broers en volle zussen is 0.5, omdat ze gemiddeld 50% van hun DNA delen.
Tegenwoordig zouden veel Belgen en Nederlanders uit de zuidelijke gebieden van Nederland, vooral uit afgelegen en landelijke gebieden, nog steeds Keltisch DNA dragen, welke in deze landen het meest voorkwam vóór de komst van de Germaanse stammen, die hen absorbeerden dankzij hun numerieke superioriteit.
Uit as kan men geen DNA meer halen. Dat organisch materiaal is geheel verbrand. Wel kan men nog bestanddelen zoals calcium en fosfor vinden, naast kleinere hoeveelheden natrium, chloor, kalium en aluminium. Ook zijn er sporen te vinden van elementen die tot de zware metalen behoren.
De 93 procent van ons DNA die we delen met Neanderthalers en Denisovamensen is geërfd van die voorouders, die miljoenen jaren geleden op aarde leefden. 7 procent lijkt misschien een klein percentage. Het betekent dat we de overige 93 procent namelijk wel met de andere mensachtigen delen.
Die DNA-keten zit slim opgerold tot een soort kluwen, zodat het in de cel past. Want rol je die kluwen uit één cel helemaal uit, dan is het een sliert van 2 meter lengte! Niet dat je het zou kunnen zien, want de keten is maar 2 nanometer dik. Die twee getallen geven aan hoe bijzonder dat enorme DNA-molecuul is.
De celkern is een rond of ovaal lichaampje, dat meestal middenin de cel ligt. De celkern blijkt bij vele levensprocessen een onmisbaar onderdeel van de cel te zijn. Lichaamscellen zonder celkern (de rode bloedlichaampjes) hebben maar een zeer beperkte stofwisseling en zijn niet in staat tot groei of deling.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
De chromosomen in elk van haar paren hebben vóór je geboorte al genen met elkaar uitgewisseld, maar het resultaat verandert niet – de helft van je chromosomen krijg je van haar. De andere helft komt van je vader. Dat geldt ook voor je broers en zussen.
Genetische opbouw
Minstens twee genenparen sturen de kleur van menselijk haar. Eén gen, het bruin/blond-paar, heeft een dominant bruin allel en een recessief blond allel. Als iemand drager is van het bruine allel, dan zal deze persoon bruin haar hebben; zo niet, dan is hij blond.