Stromend water is in heuvelachtige en bergachtige gebieden het domein van de forel. In het zuiden van Nederland, in de Ardennen en in landen als Frankrijk en Zwitserland kan je in talloze riviertjes aan het vissen op forel een prachtige sport beleven.
Wormen zijn een favoriet aas van de forel. De forelvisser kan het beste één wat grotere worm te gebruiken. Als je met wormen gaat forelvissen dan vis je vrijwel altijd met een dobber. Je laat de dobber en het aas dan meedrijven met de stroom van het riviertje waar je in vist en hoopt zo dat de forel toehapt.
Banken van grind of zand die midden in de rivier liggen vormen een prima plek om bij te forelvissen. Je herkent ze doordat er stroken grind of zand net boven water steken, of je ziet ze duidelijk als ondiepe plekken net onder water liggen.
Vanaf april, zowat het officiële begin van het vijverforel seizoen is het water meestal warm genoeg en gaat de forel actief jagen in zowat alle waterlagen, ook in het oppervlak. In de zomer wordt het oppervlakte water steeds warmer en als het te warm wordt gaat de forel op zoek naar koeler en zuurstofrijker water.
Maar zo zijn er meer wateren: ook in het Noord-Hollandse Geestmerambacht valt goed forel te vangen. En dan is er nog het Lauwersmeergebied in het uiterste noorden van Nederland: hier loopt een meerjarig programma om de zeeforel terug te brengen, mede via uitzettingen. Deze wateren staan allemaal in de VISpas.
Stromend water is in heuvelachtige en bergachtige gebieden het domein van de forel. In het zuiden van Nederland, in de Ardennen en in landen als Frankrijk en Zwitserland kan je in talloze riviertjes aan het vissen op forel een prachtige sport beleven.
Stel je dobber op ongeveer een meter diepte af en werp in. De forel is een vrij zwemmende vis, dus deze kan zich overal in de vijver bevinden. Belangrijk is dus dat je verschillende dieptes en plekken probeert tot je de vis gevonden hebt.
De gevangen forellen moet je mee naar huis nemen. Terugzetten mag niet, legt Bremer uit: ? Een forel is gevoelig en slikt het aas behoorlijk ver in. Daardoor raakt het dier gewond.
Zoals bij elke visserij is de haak het belangrijkste onderdeel van je montage. Bij het forelvissen moet je denken aan forelhaken met een grote tussen maat 4 en 12. Vaak wordt gedacht dat het vissen met een zo klein mogelijke haak het meest effectief is.
De forel (Oncorhynchus mykiss) is een zoetwatervis, die familie is van de zalm. In het wild leven ze gewoonlijk in sterk stromend en helder water. Forel is hoofdzakelijk een carnivoor. In de natuur voedt hij zich met wormen, insecten en soms met kleine visjes.
Bij het forelvissen gebruik je altijd soepele zachte nylon lijn. Tijdens het forelvissen zijn er veel technieken waarbij actief gevist wordt en soepele lijnen dus een must zijn. De aanbeten van een forel zijn soms explosief en onder de dril mag de forel graag springen.
Pas je techniek aan op het seizoen en het weer. In de winter is het kouder aan het wateroppervlak omdat dit het snelste afkoelt. De forel zal dan net als alle andere vissen de warmte opzoeken en die zit onderin. Vis dus in de winter diep.
Springt er regelmatig een forel of zalmforel op, dan zijn de vissen aan het jagen. Dit betekent dat ze veel hoger in het water zitten.
Tijdens het actief vissen of slepend vissen met een foreldobber, gooi je het aas meerdere malen achter elkaar in en haal je het daarna langzaam binnen. De beweging van het aas in het water lokt de forel uit tot aanbeet. Het is tijdens actief forelvissen wel belangrijk om in beweging te blijven.
Bij gebruik van drijvend aas of deeg knijp je op de onderlijn op ongeveer 10 cm van de haak een klein knijploodje. Het laat het aas langzaam zakken en voorkomt dat licht aas gaat drijven. Je gooit de montage in over de plaats waar je vermoed dat de forellen zich ophouden.
Bij het forelvissen pas je je lood aan op het gewicht van je dobber, op forelvijvers hoef je vaak niet ver te werpen om vis te vangen. Een combinatie van een 3 grams dobber met een 3 grams loodje is meestal al meer dan genoeg. In de zomerse dagen zit de vis vaak heel hoog en vis ik zelfs met 1 of 2 grams combinaties.
Bodemvissen in een rivier of "stalken" wordt ook wel au toc vissen genoemd. Je speurt oevers en hindernissen (stenen, takken, ...) af terwijl je je vislijn vasthoudt. Laat je lijn met de stroom meedrijven om mooie forellen te kunnen vangen.
Powerbait gebruik je door een beetje aas uit het potje te pakken, dit tot een balletje te rollen en de haak in het aas te drukken. Het bovenste deel van je balletje Powerbait rol je tot een puntje over de haak en de onderkant druk je plat tot je het op een soort van eendenvoetje lijkt.
Houd de vis aan de kop vast met je linkerhand met de rug naar je toe. Maak langs de kieuw een insnede naar de kop toe en draai je mes een kwartslag, houd het mes bijna horizontaal en goed met de zijkant op de graat. Snijd in één beweging de filet eraf.
Kenmerken. Deze vis heeft een grijsgroen lichaam op de rug, geelgrijs aan de zijkanten met rode en zwarte vlekken en een witgrijze buikzijde. De vetvin bevindt zich ver aan de achterkant. De bek is bezet met kleine tanden.
Eerst even goed kijken hoe het haakje zit en daarna de gevangen vis voorzichtig iets “in de richting van de punt van de haak drukken. Vrijwel altijd zal de vis nu al zijn onthaakt. Ook kan het voorkomen dat een gevangen vis de haak wat dieper heeft geslikt.
Allereerst kijken we naar de verschillende soorten aas om op forel te vissen. Als levend aas kan je wasmotten en meelwormen gebruiken. Als niet-levend aas kan je Powerbait gebruiken. Powerbait is een soort deeg dat verkrijgbaar is in allerlei soorten kleuren en smaken.
Het spinvissen is de meest effectieve manier om op zeeforel te vissen. De reden is omdat je met de spinhengel langer kan werpen en meer water bevist als bv. De vliegvisser. Met het juiste materiaal kan men 80 meter bereiken met de spinhengel of wel meer.
Rijg de eerste wasmot in de volledige lengte tot over de bled van de haak. Begin bij een wasmot of een meelworm direct onder de kop, hier zit het zachtste gedeelte. Voor het aanbrengen van een tweede wasmot of meelworm begin je op hetzelfde punt maar nu laat je de haakpunt net voorbij de pootjes naar buiten komen.