Wat eet een egel? De egel is een van de grotere insecteneters op aarde. Deze dieren eten vooral insecten, zoals spinnen, slakken, rupsen maar ook wormen, mieren, larven en nog veel meer.
Egels voeden zich vooral met kevers, regenwormen, spinnen, slakken, duizendpoten en rupsen. Ook muizen, amfibieën en vogels (en hun eieren) staan op het menu, al gaat het hier waarschijnlijk meestal om aas dat ze vinden (zoals doodgereden dieren op de baan).
Egels slapen overdag graag in compost-, takken-, stengel- of bladerhopen, in hoog gras en andere kruiden, onder (braam)struweel, hagen en dicht struikgewas, in hout- of hooimijten, tussen boomstronken, in houtstapels of stapels (bak)stenen of dakpannen waarin voldoende grote holtes zijn, en zelfs in holen of onder ...
Naast regenwormen, kevers, slakken en spinnen eet een egel kadavers van vogeltjes en als het de kans krijgt jonge muizen. Ook fruit en zachte zaden worden graag gegeten. Egels leven vooral in struikgewas, in dichtbegroeide tuinen en parken, maar ook bij houtwallen en ongemaaide slootkanten.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
De egel als spiritueel dier
Ze zijn zachtaardig en tegelijkertijd beschermend voor zichzelf. Mensen met dit totemdier weten hoe ze verdediging en beschermende barrières moeten bouwen die negativiteit ontmoedigen. Ze hebben ook nauwe banden met Moeder Aarde en houden van planten en tuinieren.
Egels zijn prachtige dieren en misschien denkt u dat u wel zelf voor een lichtgewond dier of een baby-egel kunt zorgen. Helaas gaat het dan toch vaak mis aangezien de dieren besmet kunnen zijn met worminfecties, andere parasieten of niet-zichtbare aandoeningen.
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
Zo weet je of je een egel in je tuin hebt
Dan heb je dikke kans dat daar 's nachts een egel rondscharrelt. Pootafdrukken, drolletjes en verschoven bladeren verraden hun aanwezigheid.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek. In de winter houden ze een winterslaap. In ons land is dat van eind oktober tot eind maart of begin april. Sommige egels slapen het hele stuk door, terwijl andere egels in december af en toe de winterslaap onderbreken.
Vochtig en calorierijk voedsel zoals hondenvoer of roerei zijn prima opties. Completeer de maaltijd met een bakje vers water. Zet nooit melk neer, want hier kunnen egels niet goed tegen! Zorg voor een tuin met veel begroeiing en beschutting.
In de donkere uurtjes zal hij zijn voedsel bij elkaar proberen te zoeken. Hiervoor legt hij grote afstanden af, minstens een kilometer per nacht. De egel behoort tot de carnivoren, dit wil zeggen dat hij een vleeseter is. De egels die overdag gezien worden zijn meestal in nood.
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen.
Bel dan altijd de dierenambulance. Totdat de egel weggebracht of opgehaald wordt, is het belangrijk dat de egel binnen op een rustige plek geplaatst wordt, lees hieronder wat je verder kunt doen om te helpen.
Vossen en dassen vinden het lastig om een opgerolde egel te pakken, maar soms lukt het wel. Grote roofvogels, zoals sperwers en uilen, hebben er minder moeite mee. Bovendien zijn die lastiger te horen en te ruiken. De grootste vijand van de egel is de mens.
Egels scharrelen graag door tuinen op zoek naar eten. Ze eten hun buikjes rond, want vanaf eind oktober tot april houdt de egel zijn winterslaap. Ze overwinteren in een nest gemaakt van bladeren, gras, mos en houtjes of tussen blokken hout in een schuurtje.
Egels houden van oktober tot mei/april een winterslaap. Egels zoeken hiervoor een beschutte plek onder een hoop bladeren of in een egelhuisje. Jonge egeltjes blijven langer actief dan de oude egels om een goede buffer op te kunnen bouwen.
Egels produceren vooral in de paartijd de meeste geluiden. Ze zijn in die tijd ook het meeste actief en maken dan een snuivend blazend tot snurkend geluid. Hiermee geven ze aan dat ze zich gestoord maar niet bedreigd voelen. Dan blazen en puffen ze als een stoommachine.
– Egels eten in principe geen groente of fruit. – Geef geen meelwormen. Bij het aanbieden van veel meelwormen gaat de gezondheid van een egel juist achteruit in plaats van dat je de egel daarmee helpt. – Biedt geen pinda's of pindasoep aan of brood met pindakaas omdat dat allemaal de gezondheid van de egels schaadt.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Je kunt een egel wel een schoteltje of een (ondiep) kommetje water geven. Maar let wel: een egel is een beschermd dier, dus officieel mag je hem niet verstoren of voeren. Is de egel écht in nood, neem dan contact op met een egelopvang.
De egel is een heel leuk en bijzonder diertje waar geen kwaad in zit. De egel herken je aan zijn bruine wildkleur en zijn stekels. Met zijn stekels beschermt de egel zichzelf tegen vijanden. Als er gevaar dreigt rolt hij zich namelijk op.
Zeven- tot achtduizend stekels beschermen de egel tegen hun vijanden: dassen, vossen, honden en roofvogels. Toch zitten stekels soms ook in de weg. Bij de paring leggen vrouwtjes de stekels plat.
Qua structuur en samenstelling zijn kattenbrokjes meestal prima geschikt voor egels. Dit geldt zowel voor het droge als het natte kattenvoer. Wanneer je niets anders bij de hand hebt om de egels te voederen, zijn kattenbrokjes dus zeker een goed alternatief.