Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
Meestal groenblijvende struiken en klimplanten ( Taxus, Liguster, Laurier, Vuurdoorn, Klimop, diverse coniferen, bamboe, Hulst e.d. ). De jongen vliegen daar naartoe wanneer ze voor het eerst het nest verlaten, en de ouders gebruiken het als uitkijk alvorens met voedsel het nest in te gaan.
Koolmees in de winter
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn.
De huismus komt in heel Europa voor. Hiernaast komen zij onder andere in Australië, Zuid-Afrika en Amerika voor. Mussen die in steden leven blijven vaak binnen twee kilometer van de plek leven waar zij geboren zijn. In landelijk gebied verblijven zij maximaal vijf kilometer vanaf hun oorspronkelijke geboorteplek.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze. Daar houden mussen van.
Tegenwoordig zijn de steden te clean. Daken en muren worden te goed geïsoleerd, ze hebben geen enkele opening meer. Inheemse (on)kruiden en bloemen worden uit de tuinen verweerd en het gras wordt gemillimeterd afgereden. Ruige of verwilderde hoekjes verdwijnen in de steden.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
De ouders verblijven 's nachts wanneer de kuikens nog klein zijn ook in het nestkasje om de jonegn warm te houden. Wanneer de jongen groter zijn kunnen ze en is het niet echt meer nodig om ze warm te houden. Ze verblijven dan vaak wel in het nestkasje of er vlak bij in de buurt.
Huismussen broeden in een los kolonieverband. Het nest wordt vooral gemaakt onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in mussenkasten. Het slordige nest bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen.
Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruid-zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda's. Voerplaats: op de grond, eventueel voedertafel.
Vogels die overdag zo talrijk aanwezig zijn, zijn 's nachts grotendeels afwezig. De belangrijkst groep die zich heeft aangepast aan het leven in het donker zijn uilen. In onze streken is de kerkuil toch wel de meest kenmerkende verschijning.
U kunt de mussen het hele jaar door blijven voeren met zaden en bruin brood. In de wintermaanden kunnen vetbollen en pinda's een welkome aanvulling op het menu zijn.
Richt je tuin vogelvriendelijk in: hang nestkastjes, plant besdragende struiken en nectarrijke bloemen die insecten aantrekken, bied seizoensgebonden voedsel aan. Voeder de vogels in je tuin bij wanneer het kouder wordt. Strooi voor de mus zaden en bessen op de grond, in de buurt van struiken.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Nachtactieve vogels hebben vooral veel staafjes en compenseren het gemis aan scherpte door een heel goed gehoor. Bijna alle siervogels zijn nachtblind, als het donker wordt zien ze helemaal niets.
Waar bomen zijn, leven roodborstjes. Liefst verblijven de tuinvogels in (stekelige) struikgewassen of een goede laag kruiden, want dan kunnen ze zich goed verschuilen. Ze maken hun nest namelijk op de grond of net erboven, bijvoorbeeld in een boomstronk, een heg, tussen klimplanten of tussen de wortels van een boom.
Slimme slechtvalk
Kleine vogels vliegen dus 's nachts voor de veiligheid, maar hoe veilig zijn ze nog? Een van de roofvogels, de slechtvalk, is erachter gekomen dat kleine vogels 's nachts veel doortrekken, zegt bioloog en vogelspotter Hoogenstein. "Daar zijn we ook met behulp van de luchtmacht achtergekomen.
Huismus. De huismus is een zaadeter maar voert haar jongen in de eerste dagen met bladluizen, rupsen, kevers en sprinkhanen. Vinken zijn eveneens zaadeters maar hun jongen eten vooral rupsen en kleine insecten.
Vrouwtje vink kunt u makkelijk verwarren met vrouwtje huismus. Let vooral op de vleugel: de lichte streep (van buik richting rug) van vrouwtje vink is het meest duidelijke verschil tussen de twee. In hun bewegingen zijn ze ook anders: vinken stappen over de grond, mussen hippen.
Als het mannetje besluit om verder te gaan vliegen, dan verzamelt hij iedereen door ze te roepen. Ook wanneer de groep ergens aan komt, controleert het mannetje of iedereen veilig aangekomen is door ze te roepen. Alle musjes antwoorden dan door terug te tjilpen.