Om in een brief te verwijzen naar een bijgaande bijlage, zegt men in de standaardtaal als bijlage of in de bijlage. (1) De foto's van de receptie heb ik alvast als bijlage toegevoegd. (2) In de bijlage vindt u een beschrijving van de woning. Standaardtaal in België is in die context ook in bijlage, zonder lidwoord de.
Je begint met de geadresseerde, de datum, een nummer en het onderwerp. Daarna volgt de aanhef en de brief zelf, onderverdeeld in alinea's. Ten slotte sluit je af met de ondertekening en de vermelding van eventuele bijlagen.
Bovenaan de brief vermeldt u uw adres en dat van de geadresseerde, de datum en de aanhef. U sluit de brief af met uw naam en handtekening.
Voor de naam van de geadresseerde of de afdeling wordt vaak de afkorting t.a.v. ('ter attentie van') opgenomen, hoewel dat niet strikt noodzakelijk is. Als t.a.v. wel wordt vermeld, schrijf die afkorting dan met een hoofdletter.
Postcodes, Eircode en landcodes
(EN). (EN). een spatie tussen de cijfers en letters; twee spaties tussen de postcode en de plaatsnaam. de postcode wordt voorafgegaan door “SI-”.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
De afkorting L.S. (lectori salutem = 'de lezer heil', dus: 'de beste wensen voor jou/u, lezer') is geen aanrader. L.S. komt bij de meeste mensen ook ouderwets en onpersoonlijk over.
Zet in een brief tussen de onderwerpsregel en de aanspreking twee witregels. Zet in een brief of een e-mail één witregel tussen de aanspreking en de eerste alinea, en één witregel tussen de laatste alinea en de slotgroet.
Een briefhoofd is het tekstgedeelte aan het hoofd van een brief met daarin de NAW gegevens van de verzender, de NAW gegevens van de geadresseerde, de plaats en datum waar en waarop de brief is geschreven en de betreft regel van de brief met het onderwerp.
Hoe verwijs je naar de bijlagen? Het is belangrijk dat je in de hoofdtekst minimaal een keer verwijst naar elke bijlage. Dit kan op twee manieren: door de bijlage tussen haakjes te noemen of door naar de bijlage te verwijzen in de lopende tekst. Verwijzen naar een specifiek onderdeel van een bijlage kan ook.
Het antwoord is ja, de bijlagen horen ook in de inhoudsopgave. Deze krijgen echter geen hoofdstuknummer, maar een eigen nummer. Mocht je te veel bijlagen hebben, dan kun je ervoor kiezen om niet alle bijlagen te benoemen. Je kunt dan enkel een kopje met 'Bijlagen' in de inhoudsopgave plaatsen.
Literatuurlijst / Bronnenlijst volgens de APA-richtlijnen
De bronnenlijst komt voor de bijlagen. Zet je bronnen op alfabetische volgorde en noteer deze precies zoals de APA-richtlijnen voorschrijven.
Bij communicatie met een docent, assistent of administratief personeel gebruik je het beste een formele aanspreking zoals 'Geachte professor', 'Geachte mevrouw' of 'Geachte heer '. Als de ontvanger heeft aangegeven dat je zijn of haar voornaam mag gebruiken kan je 'Beste ....' als aanspreking gebruiken.
Een correcte, zakelijke groet hoeft niet overdreven formeel te zijn. De meest gebruikelijke slotgroet is: Met vriendelijke groet(en). Te formeel is een slotgroet als: Hoogachtend, of Met hoogachting. Te informeel is een slotgroet als: Groetjes, of Hartelijks.
In een slotzin geef je aan wat je van de lezer verwacht, hoe iets verder gaat of welke actie jij gaat ondernemen. Net als bij openingszinnen is het soms lastig een goede slotzin te vinden. Ook een slotzin moet passen bij de inhoud van de brief of e-mail die je schrijft.
Weet je zeker dat het een bestaand adres is? Dan kun je je adresgegevens aan ons doorgeven. Wij gaan dan kijken waarom het adres niet bij ons bekend is. Helaas kunnen we op dit moment dit alleen doen voor adressen binnen Nederland.
De volledige adressering van een brief of kaart binnen Nederland bestaat uit minimaal drie regels: de naam, straatnaam + huisnummer en last but not least de postcode en plaatsnaam!