In Limburg zeggen ze 'Haje'. Dan heb je nog doei, doeg, dag enz.
Doei was oorspronkelijk een dialectwoord, maar had toen nog de vorm doeg en in die vorm komt het voor in het Zaans dialect. En ik zeg dat met liefde en nadruk, want ik kom zelf uit de Zaanstreek. Doeg is dus van Zaanse oorsprong en het woord is opgestegen.
7. Haije! Waneer je weggaat zeg je: 'Haije! ' Beter bekend als: Doei en Hoije hé!
Moi is dus zowel te gebruiken als begroeting als bij het afscheid, en het kan het variëren tussen Moi, Moin, Moie en zelfs Morrie. Dat hangt er maar net vanaf waar in Drenthe je precies bent.
Genoeg mensen die afgelopen weekend 'op tjak' waren met het mooie weer! En dat betekent dat ze 'de hort op' waren. Het werkwoord 'tjakken' komt ook voor en dat betekent 'voortdurend bij de weg zijn'. Sommigen gaven aan dat ze op tjak kregen.
Mieren noemt men mieghummels (pishommels), echter de opvallendste mier, de Rode bosmier (Formica rufa), heet naar zijn manier van nestbouw: Sprikkendrager (sprikken zijn dunne takjes), Sprokkel of Sprokkeling. Op bunzingen, hermelijnen en wezels werd vroeger veel gejaagd.
Houdoe (met klemtoon op de eerste lettergreep) is een Brabants woord dat in grote delen van Noord-Brabant, het zuiden van Gelderland, Limburg en in delen van noord Antwerpen gebruikt wordt als afscheidsgroet.
durske , durske , zelfstandig naamwoord , deerntje, meidje. Algemeen bekend woord, dat in onze contreien echter heel weinig wordt gebruikt. Bij ons is mèdje gebruikelijk. durske , dùrske , meisje.
Afscheid nemen in het Vlaams
Als u het gesprek wilt verlaten, zegt u als afscheidsgroet Salut, dat “dag” betekent. Ook kunt u zeggen Tjeu, Jo, Tjo of Mazzel. Ook kunt u Tot ziens gebruiken.
In Limburg wordt er eigenlijk op dezelfde manier gegroet als in de rest van Nederland, alleen uiteraard met gebruikmaking van die typisch Limburgse woorden. Goedendag wordt dan goojendaag. Hallo blijft hetzelfde. Hoi wordt vooral gebruikt tussen mensen die elkaar al kennen en natuurlijk tussen en door jongeren.
Iemand moet de laatste zijn.
Ook doei [1987; Kuitenbrouwer]. Oorspr. is doeg een Zaanse dialectvorm van dag. Vanuit de Zaanstreek heeft doeg zich in de jaren 1970 over de rest van Nederland verbreid. De jongere vorm doei heeft zich uit dit doeg gevormd.
Op straat is het vooral hallo en hoi wat de toon slaat, en uiteraard mag daarbij de hand worden opgestoken. Nemen mensen afscheid van elkaar, dan is het bekende houdoe (eventueel gevolgd door hè of war) de standaard uitdrukking.
Zo zei ik een keer tegen een vriendinnetje op de camping 'ajuus' en ze had geen flauw idee wat dat betekende. Het is gewoon hetzelfde als doei of dag: Aju paraplu! De jongens gebruiken ook vaak Twentse woorden en Deon kort soms zelfs woorden af, best grappig om te horen.
Heuen, soms ook op-heuen, betekent opdrijven, opjagen of (zich) haasten.
baz(j)eroen, bazeroel, zn: kiel. Ook Vl. en Br., o.m. boezeroen, bazeroen, ba(r)zeloen 'kiel; overhemd, werkhemd'.
De naam Prullekes Spullekes is echt Brabants, Prulleke een koosnaam voor 'meisje'.
Als je in een hockey team zit, zit je niet op hockey, maar er onder… Mijn vader, mijn moeder, mijn opa hoor je in Brabant niet veel. Ze zeggen daar: 'ons mam of ons oma'. Aangereden betekent in Brabant dat je bent vertrokken en onderweg bent naar de plaats van je bestemming.
Als iemand koekwaus tegen je zegt, kun je dat maar beter als belediging opvatten. Het betekent zoiets als idioot.
Het woord 'gaorenklopper' wordt vandaag de dag dan ook gebruikt voor 'sufferd, lummel, onbenul, domme, onhandige, vreemde maar ook eigenwijze vent, halve gare of grappenmakker'.
Lijst van Drentse gezegden en spreuken. Wie niks omhanden heeft, heeft altijd wat te klagen1 / De beste stuurlui staan aan wal. Beter een kaal hoofd als geen hoofd. Beter iets dan niets.
Nederlands - Drents woordenboek bevat 1 vertalingen van gefeliciteerd , de meest populaire zijn: fellisiteert .